Brief regering : Criteria open house keuzehulpgesprekken en één centraal informatiepunt
32 279 Zorg rond zwangerschap en geboorte
Nr. 128
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 november 2018
Op 29 november is er een Algemeen Overleg Zwangerschap en Geboorte in de Tweede Kamer.
Ik heb tijdens en naar aanleiding van de begrotingsbehandeling toegezegd de kwaliteitscriteria
voor de open house in november toe te sturen. Daarbij kom ik tegemoet aan de motie
van de leden Bergkamp en Dijkstra (Kamerstuk 35 000 XVI, nr. 42) waarin wordt gevraagd op te nemen in de kwaliteitseisen van de open house dat de
keuze aan de vrouw is en dat er niet sturend mag worden opgetreden tijdens de keuzehulpgesprekken,
en dat de missie en de doelstellingen van een organisatie hierop ook niet van invloed
mogen zijn. In deze motie wordt de regering verzocht tevens de kwaliteitseisen zo
op te stellen dat deze vallen onder de reikwijdte van de Wet kwaliteit klachten en
geschillen zorg, zodat er toezicht kan worden gehouden door de Inspectie Gezondheidszorg
en Jeugd (IGJ) op de kwaliteit van de hulpverlening.
Ook kom ik in deze brief terug op de aangenomen motie van de leden Ploumen en Ellemeet
(Kamerstuk 35 000 XVI, nr. 48) waarin de regering wordt verzocht om één centraal informatiepunt in te stellen voor
vragen bij ongewenste zwangerschap en daar met een publiekscampagne brede bekendheid
aan te geven. Daarnaast verwijs ik naar de vragen van de Commissie over de open house
constructie die ik gelijktijdig met deze brief aan uw Kamer stuur (Kamerstuk 32 279, nr. 127).
In de bijlage bij deze brief stuur ik de criteria voor de open house1. Bij het opstellen van de criteria heb ik ingezet op het ontwikkelen van een gedegen
en toekomstbestendige structuur voor keuzehulpgesprekken. Daarbij heb ik zowel eisen
gesteld aan de zorgaanbieders van keuzehulpgesprekken, als aan de opleiding van hulpverleners
die de keuzehulpgesprekken voeren met de vrouw (en haar partner).
In de criteria stel ik bijvoorbeeld als eis dat de zorgaanbieder die de keuzehulpgesprekken2 aanbiedt, een heldere visie, missie en doelstellingen formuleert in de informatievoorziening
richting de cliënt. Ook verwacht ik dat de organisatie die de keuzehulpgesprekken
aanbiedt voorafgaand aan het gesprek transparant is over de waarden die de zorgaanbieder
heeft in het kader van de levensbeschouwing. De doorverwijzers naar keuzehulpgesprekken,
zoals huisartsen en abortusklinieken, dienen zich ervan te vergewissen dat de zwangere
vrouw voldoende op de hoogte is van de waarden en de missie van de organisatie die
de keuzehulpgesprekken aanbiedt. De waarden die de organisatie heeft, mogen niet sturend
zijn of als doel of uitkomst van het gesprek worden gebruikt.
Daarbij gelden uiteraard de kaders conform de Wet afbreking zwangerschap (Waz) en
staat de keuzevrijheid van de vrouw voorop. De zorgaanbieder moet zich dan ook houden
aan de zorgvuldigheidseisen die genoemd zijn in artikel 5, tweede lid, onder a en
b, van de Wet afbreking zwangerschap. Dit betekent dat de zorgaanbieder zich er van
vergewist dat te allen tijde de keuze voor het uitdragen van een zwangerschap of het
eventueel afbreken daarvan ligt binnen het wettelijk kader, namelijk bij de vrouw.
De beslissing van de vrouw mag daarom nooit ter discussie staan. Belangrijk is ook
dat de alternatieven die er zijn goed worden doorgesproken en dat de vrouw geen schuldgevoel
wordt aangepraat.
Met het hanteren van de bijgevoegde criteria en de volgend jaar nog op te stellen
richtlijn voor de gesprekken en het voldoen aan de opleidingseisen, ben ik er van
overtuigd dat op basis hiervan kwalitatief goede keuzehulpgesprekken worden gevoerd.
Daarbij streef ik er naar dat via de open house constructie in de toekomst ten minste
twee aanbieders de keuzehulpgesprekken aanbieden.
Opleiding en training professionaliseren
Daarbij wil ik de opleiding, training en intervisie voor iedereen die keuzehulpgesprekken
verleent, verder professionaliseren en centraal gaan regelen. Voorheen hebben organisaties
die keuzehulpgesprekken aanbieden hiervoor hun eigen opleidings- en trainingsinstrumenten
ontwikkeld en gebruikt.
Om de kwaliteit van keuzehulpgesprekken te waarborgen, eenduidig te maken en verder
te professionaliseren, wil ik daarom dat alle organisaties die keuzehulpgesprekken
aanbieden zich verplichten bij een nog door VWS meervoudig onderhandse aanbesteding
aan te besteden organisatie laten opleiden en trainen.
Daartoe heb ik in de open house de volgende eisen geformuleerd:
• De trainingen, intervisie en de opleiding voor keuzehulpgesprekken worden centraal
georganiseerd door een nog nader te bepalen organisatie. De zorgaanbieder is verplicht
zijn medewerkers te laten trainen en opleiden door deze nog nader te bepalen organisatie.
• Deze landelijk aangewezen organisatie leidt gekwalificeerde medewerkers op van organisaties
die keuzehulpgesprekken aanbieden en stelt hen in staat om aan gestelde kwaliteitseisen
te voldoen.
• Het jaar 2019 is een overgangsjaar waarin door VWS een organisatie wordt aanbesteed
die de trainingen, intervisie de opleiding voor keuzehulpgesprekken centraal en uniform
gaat organiseren. Deze aan te besteden organisatie kan de instrumenten die hiervoor
nodig zijn ontwikkelen, waarna zorgaanbieders hun medewerkers kunnen laten instromen
voor de opleiding en training.
• Vanaf juni 2020 hebben medewerkers verplicht de gestelde eisen van opleiding en training
doorlopen en is dit voorwaarde om de keuzehulpgesprekken te voeren.
• De landelijke organisatie die de training en opleiding gaat verzorgen ontwikkelt de
volgende instrumenten om de kwaliteitseisen van keuzehulpgesprekken te verbeteren:
○ Er komt een gespreksleidraad keuzehulpgesprekken met onder andere de punten die zeker
bij elk gesprek aan de orde moeten komen. Deze is gereed per 1 oktober 2019. Tot 1 oktober
2019 wordt de werkwijze zoals in de training Keuzehulp die is opgezet door Fiom gebruikt.
○ Er is een informatiekaart met onder andere een stapsgewijs schema om de besluitvorming
te ondersteunen. Deze moet volwaardige keuze-informatie bevatten.
○ Er wordt een geaccrediteerde training aangeboden met zowel theorie als vaardigheidstraining
(blended-learning). De medewerkers van organisaties die keuzehulpgesprekken bieden,
wordt na het behalen van de training een certificaat van deelname aangeboden.
○ Medewerkers volgen twee keer per jaar een door de zorgaanbieder georganiseerde (of
uitbestede) intervisie. Daarnaast wordt er jaarlijks een bijscholing gevolgd.
○ Medewerkers wordt iedere twee jaar een digitale toets counselingsvaardigheden afgenomen.
Dit wordt bij de jaarlijkse bijscholing betrokken.
Met deze criteria wordt aan de voorkant goed gestuurd op de wijze waarop de keuzehulpgesprekken
moeten worden ingezet en vormgegeven. Er wordt onder andere getraind op de wijze waarop
de keuzehulpgesprekken gevoerd worden, er worden eisen gesteld aan het opleidingsniveau
van hulpverleners en volwaardige informatievoorziening richting de cliënt wordt goed
geborgd. Aan de achterkant wordt informatie verzameld om van te leren en ter verbetering
van de kwaliteit van keuzehulpgesprekken.
Kwaliteit en registratie
De kennisontwikkeling en registratie blijft bij Fiom. Fiom is op dit moment coördinator
van het landelijk netwerk keuzehulp en draagt zorg voor de kwaliteit door middel van
registratie. De zorgaanbieder die keuzehulpgesprekken biedt, is verplicht om de informatie
te leveren aan Fiom ter kennisontwikkeling en kwaliteitsverbetering. Deze informatie
zal VWS ook gebruiken om de open house te toetsen op verbeterpunten.
Toetsing van keuzehulpgesprekken
Keuzehulpverlening kan gezien worden als «andere zorg» is in de zin van de Wet kwaliteit,
klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Het Rijk heeft als contractpartij een rol in
het toetsen of keuzehulpgesprekken aan de criteria voldoen. Aanvullend daarop zal
de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) via het Landelijk Meldpunt Zorg monitoren
of er meldingen worden ontvangen over de kwaliteit van de door cliënten ontvangen
hulpverlening. Deze signalen zal de IGJ doorgeven, zodat het Rijk als contractspartij
van de aanbieders van keuzehulpgesprekken toezicht kan houden op de naleving van de
kwaliteitscriteria voor de open house. Daarnaast zal de IGJ op grond van de Wkkgz
zelf toezicht houden. Daarbij hanteert de IGJ het criterium dat de zorg niet mag leiden
tot schade of tot een aanmerkelijke kans op schade.
Ook zal VWS een groep van onafhankelijke deskundigen aanstellen die na ieder jaar
kijken of de zorgaanbieder de zaken goed heeft ingericht en voldoet aan de gestelde
criteria. Hoe dit precies wordt vormgegeven, zal ik u in de loop van het komend jaar
over informeren.
Hiermee verwacht ik dat er voldoende aanknopingspunten zijn om eventuele problemen
te ondervangen en een zorgaanbieder waar nodig aan te spreken op eventuele misstanden
met als ultieme sanctie het stopzetten van de betaling.
Daarbij wil ik benadrukken dat dit een lerend proces is, waarbij tijd nodig is om
goede kwaliteitsnormen en toetsingsinstrumenten te ontwikkelen. De stappen die partijen
moeten nemen om de kwaliteit van de gesprekken te optimaliseren, zijn fors. Ik ben
dan ook zeer tevreden deze criteria in een relatief korte tijd zo te kunnen neerzetten
en van partijen de constructieve medewerking te krijgen die hiervoor nodig is.
Eén centraal informatiepunt
Ten aanzien van de motie van de leden Ploumen en Ellemeet (Kamerstuk 35 000 XVI, nr. 42), waarin de regering wordt verzocht om één centraal informatiepunt in te stellen
voor vragen bij ongewenste zwangerschap en daar met een publiekscampagne brede bekendheid
aan te geven, wil ik de volgende stappen nemen.
VWS zal via een meervoudig onderhandse aanbesteding een onafhankelijke organisatie
aanwijzen die zelf geen keuzehulpgesprekken aanbiedt, en die 24 uur per dag een landelijk
telefoonnummer beheert. De vrouw die onbedoeld zwanger is, kan dan aan de telefoon
gerustgesteld worden en gewezen op de informatie die te vinden is en welke organisaties
er zijn voor hulp. Er wordt geen hulp geboden aan de telefoon. Als het nodig is, kan
ze worden doorverwezen naar organisaties die keuzehulpgeprekken bieden. In de open
house criteria is opgenomen dat organisaties binnen 48 uur face to face ondersteuning
moeten kunnen bieden. De verplichting tot 24 uurs bereikbaarheid is niet in de open
house criteria opgenomen, aangezien niet alle partijen hebben aangegeven dat dit nodig
is. Geruststelling buiten kantooruren is voldoende. Er zijn bovendien ook zelfhulpmodules
beschikbaar waar naar verwezen kan worden. Indien er sprake is van een crisissituatie
is de huisartsenpost beschikbaar ‘s avonds en in de nacht.
Organisaties kunnen wel zelf besluiten bijvoorbeeld chatgesprekken aan te bieden in
de avonden of nachten.
Daarnaast wordt in dezelfde aanbesteding verzocht tot het inrichten tot een website
onbedoelde zwangerschap waarop dit nummer zichtbaar is en waarop ook de organisaties
staan die keuzehulpgesprekken bieden. Tevens zal ik een publiekscampagne starten om
het nummer en de website kenbaar te maken. Hiermee kom ik tegemoet aan de eerdergenoemde
motie van Ellemeet en Ploumen.
Huidige regeling landelijk dekkend netwerk keuzehulp
Tot slot wil ik laten weten dat GGD GHOR op dit moment nog een subsidie ontvangt voor
keuzehulpgesprekken. Dit is in 2017 ontstaan vanuit een amendement van Groenlinks
waarin is verzocht om een landelijk dekkend netwerk keuzehulp. Voor GGD GHOR hanteer
ik daarom een overgangstermijn en zal GGD GHOR hierna ook instappen in open house
financiering. Dit betekent dat in de overgangsfase qua financiering tijdelijk nog
twee systemen naast elkaar bestaan. Uiteraard zullen voor GGD GHOR dezelfde kwaliteitseisen
gaan gelden.
Ook is in de criteria van de open house vastgelegd dat de zorgaanbieders voor het
doen van keuzehulpgesprekken alleen financiering via deze open house constructie mogen
ontvangen. Dit betekent dat bijvoorbeeld abortusklinieken en huisartsen niet mogen
inschrijven voor de keuzehulpgesprekken, omdat zij hun eigen financiering kennen voor
het doen van keuzehulp. Als ander voorbeeld kan genoemd worden dat geen geld mag worden
gebruikt van donaties van Vereniging ter Bescherming van het Ongeboren Kind voor keuzehulpgesprekken
die Siriz aanbiedt. Ik vertrouw erop dat met het werken op basis van de nieuwe kwaliteitseisen
en het voorgestelde toezicht voldoende waarborgen zijn ingebouwd om adequate, objectieve
hulpverlening te bieden. Bestuurlijke en juridische verwevenheid van Siriz en VBOK
mag -indien Siriz keuzehulpverlening blijft bieden- daaraan niet in de weg staan.
U mag van mij verwachten dat ik hierop de komende jaren zeer alert zal zijn.
Ik verwacht dat de overeenkomsten met de zorgaanbieders via de open house op 1 april
2019 gesloten zijn.
Ik vertrouw erop u hierbij voldoende geïnformeerd te hebben.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport