Brief regering : Nationaal Preventieakkoord
32 793 Preventief gezondheidsbeleid
Nr. 339
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 november 2018
Op weg naar een gezonder Nederland in 2040. Dat is wat het Nationaal Preventieakkoord
beoogt. Met deze brief bied ik u, mede namens de vele partijen die het akkoord getekend
hebben, het Nationaal Preventieakkoord aan1. Het akkoord richt zich op het terugdringen van roken, overgewicht en problematisch
alcoholgebruik. Ik heb u eerder dit jaar over de voortgang van het preventieakkoord
geïnformeerd bij brieven van 6 februari (Kamerstuk 32 793, nr. 289) en 20 april (Kamerstuk 32 793, nr. 297).
Context van het Nationaal Preventieakkoord
De ambitie is om Nederland gezonder te maken. Alle kinderen hebben recht op een goede
start, zodat ze daar hun leven lang profijt van hebben. Nog steeds raken iedere week
honderden kinderen verslaafd aan roken en is roken veruit de belangrijkste vermijdbare
oorzaak van ziekte en sterfte. Daarnaast neemt het aantal mensen met overgewicht en
voedinggerelateerde ziekten als diabetes toe. En de jeugd begint weliswaar wat later
met het drinken van alcohol, maar diegene die wel drinken, doen dit te vaak en gebruiken
dan grote hoeveelheden. Te veel volwassenen drinken overmatig alcohol. Roken, overgewicht
en problematisch alcoholgebruik leiden zo tot grote gezondheids- en maatschappelijke
schade. Daarnaast zien we dat bij mensen met een beperking roken en overgewicht vaker
voorkomt. Er is nog een wereld te winnen.
Er valt in heel Nederland gezondheidswinst te boeken. Maar dat is niet het hele verhaal.
Er zijn grote gezondheidsverschillen. Mensen met een lage sociaaleconomische status
zijn in onze samenleving slechter af als het om gezondheid gaat. Met de keuze voor
preventie op de thema’s roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik, hebben
we een aangrijpingspunt om ook deze mensen beter te bereiken. Zoals door de WRR is
geadviseerd in zijn policy brief «Van verschil naar potentieel» van 27 augustus. Om
resultaten te bereiken bij mensen met een gezondheidsachterstand is tevens actie nodig
op de achterliggende problematiek, zoals armoede en werkgelegenheid. Ook de fysieke
leefomgeving is belangrijk voor een integrale aanpak. Door de rijksoverheid wordt
hier op ingezet met programma’s vanuit het Ministerie van VWS die zich richten op
gezinnen of individuen in kwetsbare situaties (zoals «Kansrijke start» (Kamerstuk
32 279, nr. 124), «Geweld hoort nergens thuis» (Kamerstukken 28 345, 31 015 en 34 907, nr. 185) en «Eén tegen eenzaamheid» (Kamerstuk 29 538, nr. 252)); door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met een brede aanpak
van schulden en aandacht voor de werkloosheid onder jongeren en 50-plussers; en door
het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat dat investeert in fietsstimuleringsprogramma’s
en fietsinfrastructuur en dat via het programma gezondheid en milieu lokale overheden
stimuleert een gezonde fysieke leefomgeving te bevorderen.
Vanwege de gezondheidsverschillen die samenhangen met de sociaaleconomische context,
maar ook vanwege het belang van de omgeving en de soms complexe onderliggende oorzaken,
kan een aanpak alleen vanuit de rijksoverheid nooit slagen. Daarom is het zo belangrijk
dat honderden mensen vanuit allerlei organisaties, disciplines en regio’s hebben meegedacht
en meegewerkt aan de totstandkoming van het Nationaal Preventieakkoord. Dit wordt
ook zichtbaar doordat ruim 70 partijen zich verbonden hebben aan een of meer van de
drie deelakkoorden. Want alleen door met zoveel mogelijk relevante partijen de schouders
er onder te zetten, kunnen we ervoor zorgen dat de ambities binnen handbereik komen.
Daarom staat het ook na de lancering van dit akkoord nadrukkelijk open voor andere
partijen om, in navolging van voorlopende partijen die het akkoord momenteel ondertekenen
vanuit hun maatschappelijke verantwoordelijkheid, met wezenlijke bijdragen deel te
nemen aan de beweging die we op roken, problematisch alcoholgebruik en overgewicht
in gang zetten. Uiteraard zet ik mij in om nieuwe partijen, uit bijvoorbeeld de kinderopvang,
het onderwijs, het maatschappelijk domein en koplopers uit het bedrijfsleven, mee
te nemen in de verdere uitwerking van dit akkoord. Dit geldt in het bijzonder voor
bredere deelname van de kinderopvang en de volledige deelname van het hoger onderwijs.
Op die manier kan iedere jongere zich in een gezonde omgeving ontwikkelen. De aandacht
voor die gezonde omgeving stopt immers niet met 18 jaar en ik wil ook geen verschillen
binnen het onderwijs.
Voor het realiseren van geformuleerde ambities is het ook belangrijk dat gemeenten
met een integrale lokale aanpak inzetten op het terugdringen van roken, overgewicht
en problematisch alcoholgebruik. Veel gemeenten voeren hier al intensief beleid op.
Het ligt in de lijn der verwachting dat met de lokale aanpak wordt aangesloten op
bestaande afspraken rondom gezondheid, zoals tot stand gebracht via programma’s als
JOGG (Jongeren Op Gezond Gewicht), Gezonde School, Gezond in… en lokale gezondheidsnota’s.
Ook zien we kansen voor de aansluiting met de lokale implementatie van het sportakkoord.
Met gemeenten in Caribisch Nederland zullen afspraken worden gemaakt over lokale preventieakkoorden.
Met het Nationaal Preventieakkoord wordt invulling gegeven aan de afspraken uit het
regeerakkoord (bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) op dit vlak. Zoals in het regeerakkoord is vastgelegd is zoveel mogelijk gebruik
gemaakt van effectieve interventies. Omdat preventie vrijwel altijd vraagt om vasthoudendheid
en combinaties van maatregelen, is het aantonen van effectiviteit van individuele
maatregelen niet eenvoudig. Daarom heeft bij elk onderwerp een wetenschappelijke autoriteit
op het betreffende terrein actief meegedacht en heeft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid
en Milieu (RIVM) een quickscan uitgevoerd op het Nationaal Preventieakkoord. Hierop
zal ik later in de brief ingaan.
Inhoud Nationaal Preventieakkoord
Op de thema’s roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik zijn de ambities,
doelen en maatregelen vastgelegd in het akkoord. Er is zoveel mogelijk gebruik gemaakt
van maatregelen die als effectief worden beoordeeld. Daar waar het relevant is ga
ik in op de relatie tussen het Nationaal Preventieakkoord en het Sportakkoord. Daarmee
doe ik de toezegging van Minister Bruins tijdens het AO Sport van 28 juni jl. (Kamerstuk
30 234, nr. 192) aan uw Kamer af.
Roken
In 2040 moet er sprake zijn van een rookvrije generatie. Dat is de ambitie op het
thema roken, en betekent dat we de samenleving zo inrichten dat kinderen niet meer
verleid worden om te beginnen met roken en niet blootstaan aan meeroken. De doelstellingen
voor 2020 richten zich op het aantal zwangeren dat rookt (van 9% naar minder dan 5%),
het aantal volwassen rokers (van 23% naar minstens 19%) en het aantal jongeren dat
start met roken (van 75 per dag naar minder dan 40 per dag).
Er is breed draagvlak bij de partijen om op de volgende vier thema’s een samenhangend
pakket aan maatregelen en acties in te zetten:
– Een rookvrije omgeving;
– Effectieve en toegankelijke stoppen-met-rokenzorg en ondersteuning;
– Rookvrije zorg, te beginnen met verslavingszorginstellingen, ggz-instellingen en (universitaire)
medische centra;
– Rookvrije organisaties, te beginnen met 10 van de 100 grootste bedrijven en de rijksoverheid.
Verhoging van tabaksaccijns is een bewezen effectieve maatregel bij het tegengaan
van tabaksverslaving en de daarmee gepaard gaande ernstige gezondheidsschade. Het
RIVM geeft aan dat accijnsverhoging nodig is om de doelstelling van het regeerakkoord
met betrekking tot een rookvrije generatie te bereiken en stelt dat een verhoging
van de verkoopprijs van een pakje sigaretten tot 10 euro daartoe een effectieve maatregel
is. Het kabinet zal in dit kader in 2020 een eerste stap zetten en de accijns op een
pakje sigaretten met 20 stuks zodanig verhogen dat de prijs van dat pakje met 1 euro
stijgt. Alvorens de prijs verder verhoogd kan worden tot 10 euro in 2023, zal het
kabinet in 2021 een evaluatie uitvoeren omdat grenseffecten de effectiviteit van en
het draagvlak voor de maatregel kunnen ondermijnen. Tegelijkertijd worden in deze
jaren de contacten met Duitsland, België en Frankrijk gebruikt om bij verdere accijnsverhoging
samen met onze buurlanden op te trekken.
Tabaksproducten worden voorzien van een generieke verpakking en bij verkooppunten
uit het zicht gehaald. Verder werken vertegenwoordigers van sportverenigingen, kinderboerderijen,
speeltuinen en kinderopvanglocaties samen met gemeenten toe naar een 100% rookvrije
kindomgeving in 2025. Ook worden in samenwerking met maatschappelijke organisaties
massamediale campagnes ontwikkeld om het rookvrij opgroeien van kinderen te stimuleren
en stoppen met roken te bevorderen. Het eigen risico voor zowel de behandeling als
de medicatie om te stoppen met roken wordt geschrapt en zorgverleners gaan actief
aan de slag om te helpen bij het stoppen.
Overgewicht
De trend uit de Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) laat zien dat tot 2040,
dus de komende 22 jaar, een forse toename plaatsvindt van het aantal mensen met overgewicht
en obesitas. De ambitie is echter om een daling te bewerkstelligen die uitkomt op
het niveau van 22 jaar geleden. Deze ambitie is buitengewoon hoog. Maar de urgentie
is groot en partijen zien voldoende perspectief om stappen vooruit te zetten. Nu,
maar ook in de toekomst. Er is al een aantal goede programma’s waar extra op wordt
ingezet met als doel dat in 2020 in 75 gemeenten sprake is van een stijging van gezond
gewicht bij kinderen, dat er 50% gezonde schoolkantines zijn en 25% gezonde scholen.
Voeding is als zelfstandig onderwerp behandeld bij de totstandkoming van het akkoord2. De Ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en VWS werken intensief
samen, ook in afstemming met de Ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en Buitenlandse
Zaken op het terrein van voedselveiligheid, gezonde voeding en duurzaamheid. Het preventieakkoord
omvat niet dit gehele voedsel- en voedingsbeleid.
In het kader van het preventieakkoord, investeert het Ministerie van VWS met name
in (het faciliteren van) de omgeving gezonder maken en in het vergroten van het handelingsperspectief
van de consument. Het Voedingscentrum zal hiertoe richtlijnen en tools ontwikkelen om stations, tankstations,
shops, ziekenhuizen, bedrijfsrestaurants, gemeenten en restaurants te helpen om de
gezonde keuze makkelijk te maken. VWS zal voor eind 2020 een nieuw systeem voor productverbetering
publiceren.
Een campagne over de Schijf van Vijf zal het geheel aan maatregelen ondersteunen en
de consument informeren. Daarnaast is de inzet om een nieuw, breed gedragen voedselkeuzelogo
te realiseren3, en worden afspraken gemaakt over voedingsreclame gericht op kinderen met het oog
op stimuleren van gezonde voeding4. Om het drinken van water te stimuleren komen er meer watertappunten op publieke
plekken en bij scholen.
Op het gebied van bewegen worden kinderen ondersteund bij de motorische ontwikkeling.
Net als binnen de doelstellingen van het sportakkoord is het zaak om meer kinderen
te laten voldoen aan de beweegrichtlijn en de neerwaartse spiraal van de motorische
vaardigheid van kinderen positief om te buigen. Achtergrond hiervan is dat kinderen
die op jonge leeftijd weinig bewegen zich minder motorisch goed zullen ontwikkelen
en een grotere kans hebben op overgewicht. Partijen binnen het sportakkoord en het
preventieakkoord zetten zich daarom in om kinderen thuis, op school, op de opvang,
in de wijk en sportvereniging voldoende te laten bewegen en ook in te zetten op vaardigheden
als kracht, lenigheid, uithoudingsvermogen en verbetering van coördinatie. Vaardigheden
die tegenwoordig niet meer zo vanzelfsprekend zijn bij kinderen. De komende jaren
wordt met partijen uit de sport maar juist ook vanuit andere sectoren zoals de zorg,
kinderopvang, fondsen en het onderwijs, ingezet op een stijging van het aantal mensen
dat beweegt volgens de beweegrichtlijn, ondersteund met de beweegcirkel. Dit betreft
een visual vergelijkbaar met de Schijf van Vijf, die 12 november jl. aan uw Kamer
is aangeboden (Kamerstukken 30 234 en 32 793, nr. 202). Ook zal er meer aandacht zijn voor gezonde sportsponsoring en gezonde sportevenementen.
Niet alleen preventie van overgewicht, maar ook goede zorg en ondersteuning voor mensen
met overgewicht of obesitas is belangrijk. Dit is complex, omdat vaak ook sprake is
van andere problematiek. Samenwerking tussen professionals in de zorg en het sociaal
domein is essentieel. In 2020 zijn in ieder geval 35 gemeenten gestart met een sluitende
ketenaanpak voor kinderen met obesitas. Met de gecombineerde leefstijlinterventie
die per 1 januari 2019 wordt vergoed, kunnen volwassen in groepsverband aan de slag
met de eigen leefstijl.
Problematisch alcoholgebruik
De ambitie van het deelakkoord problematisch alcoholgebruik richt zich op vier thema’s:
– in 2040 drinkt in plaats van 8,9% nog maximaal 4% van de zwangere vrouwen alcohol.
– het aantal scholieren dat ooit alcohol heeft gedronken daalt van 45% naar maximaal
25%.
– zowel overmatig als zwaar alcoholgebruik onder inwoners van Nederland is gedaald naar
5% of minder. Speciale aandacht is er voor inwoners van 50 jaar en ouder, en jongvolwassenen.
– de bewustwording over drinkgedrag en het effect op de gezondheid van alcoholgebruik
is sterk vergroot. In 2040 kent 80% van de Nederlanders (12+) de mogelijke gezondheidseffecten
zoals leverschade, hersenschade en verschillende vormen van kanker. Ook kennen meer
mensen de Gezondheidsraadrichtlijn.
In 2040 biedt minimaal 80% van de sportverenigingen met de eigen kantine/accommodatie
een gezonde sportomgeving, in 2025 is dit minimaal 50%. Deze kantines hebben een expliciet
alcoholbeleid. En vanaf 2020 zijn er langs sportvelden van amateurclubs geen reclameborden
meer voor alcoholhoudende dranken.
Er wordt een platform vroegsignalering opgericht zodat problematisch alcoholgebruik
veel beter erkend en herkend gaat worden door professionals en vrijwilligers. Naleving
van de leeftijdsgrens door verstrekkers wordt stapsgewijs verbeterd. Het streven is
een uiteindelijke naleving van 100% in 2030. Alcoholpreventie wordt nadrukkelijk onderdeel
van schoolomgevingen.
Ondersteunende maatregelen aan het akkoord
Ter ondersteuning van het Nationaal Preventieakkoord neemt het kabinet ook zelfstandig
een maatregel op het thema problematisch alcoholgebruik. Over deze maatregel is niet
onderhandeld aan de deeltafel. In het aankomende wijzigingstraject van de Drank- en
Horecawet zal het toegestane percentage korting op de reguliere prijs voor verstrekkers van alcohol voor
gebruik elders dan ter plaatse (bv. supermarkten of slijterijen) worden beperkt tot
maximaal 25%. Het Ministerie van VWS zal deze wetswijziging na twee jaar evalueren.
Verder heeft de Koninklijke Horeca Nederland (KHN) mij bericht dat ze een communicatietraject
zal starten om het rookvrije terras verder te stimuleren. KHN zal via haar communicatiekanalen
goede voorbeelden delen en horecaondernemers tips en tools aanreiken hoe ze tot een
– bij hun bedrijf – passende strategie kunnen komen voor roken op terrassen. Ik ben
blij met de bijdrage van KHN om tot een groter rookvrij aanbod voor bezoekers van de horeca te komen en het roken daarmee verder te denormaliseren. Ik zal
de komende jaren samen met hen de resultaten monitoren.
Quickscan RIVM
Aan het RIVM is gevraagd om op basis van de maatregelen in te schatten wat de effecten
zullen zijn voor 2040. In de bijlage treft u deze aan5. Het RIVM heeft de verwachte effecten afgezet tegen twee scenario’s:
a. Het scenario 2040 zonder preventieakkoord. Dit is gebaseerd op de VTV die voor de
zomer van 2018 is gepubliceerd;
b. Het scenario 2040 op basis van de ambities en maatregelen die op de thematafels zijn
afgesproken.
Het RIVM geeft aan dat de maatregelen uit het Nationaal Preventieakkoord in alle gevallen
een gunstig effect hebben op de gezondheid: de daling van het aantal rokers is nog
sterker dan in de VTV was voorzien, de stijging van het aantal mensen met overgewicht
neemt af en de daling van problematisch alcoholgebruik zet enigszins versneld door.
Tegelijkertijd geeft het RIVM aan dat de gewenste effecten op de samenleving nog buiten
bereik blijven en zodoende de ambities van het Nationaal Preventieakkoord met dit
pakket aan maatregelen niet binnen de planning wordt gehaald. Op het terrein van roken
ligt een rookvrije generatie in het verschiet, maar stelt het RIVM dat er aanvullende
maatregelen nodig zijn gericht op jongeren en zwangere vrouwen. Op het terrein van
overgewicht en problematisch alcoholgebruik stelt het RIVM dat de ambities vragen
om scherpere maatregelen. Voorbeelden die worden genoemd zijn het beperken van locaties
die producten aanbieden, het verhogen van de prijzen van producten die minder gekocht
moeten worden en het reguleren van reclame over producten.
Dat de quickscan laat zien dat op alle drie de terreinen winst geboekt wordt is goed
nieuws. Tegelijkertijd laat de beoordeling zien dat we er met het akkoord nog niet
zijn. Ik heb hier dan ook over doorgesproken met de voorzitters van de thematafels.
Voor hen en voor alle partijen aan tafel is de ambitie dat we een gezonder Nederland
willen. Het voorliggende pakket aan maatregelen maakt duidelijk dat we een belangrijke
stap op weg naar het gewenste doel zetten. Voor verdergaande stappen is draagvlak
nodig in de samenleving. Nog niet zo lang geleden was het ondenkbaar dat in treinen
en openbare ruimtes niet gerookt mag worden. Nu zie ik dat schoolpleinen en openbare
ruimten rookvrij worden en er supermarkten voorop lopen met het stoppen van de verkoop
van rookwaar. Dit kan in een samenleving die weet dat roken slecht is voor de gezondheid.
Bij de thema’s overgewicht en problematisch alcoholgebruik is dit beeld veel diffuser.
Vanuit dat perspectief vind ik het een belangrijke stap dat met een brede maatschappelijke
groep uit onze samenleving over ambities is gesproken en een duidelijk signaal wordt
gegeven dat we een verandering in gang willen zetten.
Uitvoering Preventieakkoord
De ondertekening van het Nationaal Preventieakkoord met alle partijen is voor mij
een belangrijk moment, omdat daarmee tastbaar wordt dat we met alle partijen de komende
jaren werk willen maken van preventie. Tegelijkertijd is het «maar» een tussenstap.
Want met de ondertekening van het Nationaal Preventieakkoord wordt ook het startsignaal
voor de uitvoering van alle gemaakte afspraken gegeven. Het kabinet zal in 2019 en
2020 € 23 miljoen en in 2021 € 10 miljoen investeren om de maatregelen uit het akkoord
mogelijk te maken. Bovendien zal in 2019 en 2020 een bedrag van € 6 miljoen per jaar
worden geïnvesteerd om de effectiviteit van preventiemaatregelen te onderzoeken en
te onderbouwen. De betrokken private fondsen (Noaber Foundation, Bernard van Leer
en Augeo) dragen bij aan specifieke maatregelen waar zij ten opzichte van het bedrijfsleven
en overheid een meerwaarde hebben en die aansluiten bij hun missie en strategie. Zo
zet de Bernard van Leer Foundation middelen in om lokale integrale aanpakken voor
een gezonde, veilige en kansrijke start te ondersteunen waarbij het realiseren van
een gezond gewicht voor alle kinderen, in bijzonder in achterstandswijken, een specifieke
focus is. En wil Augeo in de scholing van 50.000 professionals op het gebied van signalering
van kindermishandeling en huiselijk geweld, de relatie met een ongezonde leefstijl
als oorzaak en gevolg van ingrijpende jeugdervaringen nadrukkelijker vormgeven.
Het RIVM zal jaarlijks over de voortgang van de uitvoering van de maatregelen rapporteren
en een aantal relevante leefstijlindicatoren in beeld brengen die betrekking hebben
op de drie thema’s. Op basis van deze monitoring wordt met betrokken partijen gesproken
over de voortgang en kunnen zonodig nieuwe maatregelen (ook met nieuwe partijen) worden
afgesproken. Het RIVM zal de voortgangsrapportage eens in de vier jaar aanvullen met
een projectie van de ambities gericht op 2040. Vergelijkbaar met hetgeen in de VTV
gebeurt.
Een belangrijke stap voor het vervolgproces is de doorvertaling van de afspraken uit
het Nationale Preventieakkoord naar lokale aanpakken. De VNG heeft aangegeven zich
hiervoor te willen inzetten, samen met VWS. In het Bestuurlijk Overleg Publieke Gezondheid
zal de voortgang van de vertaling naar een lokale aanpak worden besproken. Zodoende
wordt een logische aansluiting met de Landelijke Nota Gezondheidsbeleid gemaakt, die
in 2019 afgerond wordt, en de daaropvolgende lokale nota’s gezondheidsbeleid. Aan
het Bestuurlijk Overleg PG nemen VNG, GGD GHOR en wethouders deel.
Agenda voor de toekomst
Veel partijen hebben in de aanloop naar dit kabinet aangedrongen op een grotere inzet
op preventie en een gezonder Nederland. Zij zijn betrokken geweest bij de totstandkoming
van dit Nationaal Preventieakkoord, als ondertekenaar van het akkoord of in de rol
van deelnemer aan de klankbordgroep onder leiding van de SER. Naast de uitvoering
en monitoring van het akkoord, wil het kabinet ook samen met deze partijen verdergaande
stappen zetten op andere thema’s die raken aan de ambities van het Nationaal Preventieakkoord.
Thema’s die nog discussie, uitwerking of onderzoek vergen. Bijvoorbeeld de wens om
de omslag te kunnen maken van het bestrijden van ziekte naar het bevorderen van gezondheid
door meer preventie; de mogelijkheid om gezondheid op het werk meer te stimuleren;
en de inzet van technologie verder te brengen.
Tot slot
Met dit Nationaal Preventieakkoord werken maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven,
patiëntenorganisaties, zorgaanbieders, zorgverzekeraars, gemeenten, fondsen, sportverenigingen
en -bonden en het kabinet samen aan een brede beweging die Nederland nog gezonder
en vitaler maakt, en die aansluit bij de energie in de samenleving. Het zal de nodige
inspanning van alle partijen vergen om de afspraken uit te voeren. Bovendien willen
partijen met elkaar een omslag bereiken van ad hoc initiatieven en goede bedoelingen
naar een breed gedragen, integrale en samenhangende aanpak, die evidence-based is.
Met het Nationaal Preventieakkoord wordt een hele belangrijke stap voorwaarts gezet.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.