Brief regering : Beleidsreactie op het advies van de Onderwijsraad 'Een krachtige rol voor schoolleiders'
31 293 Primair Onderwijs
31 289
Voortgezet Onderwijs
31 524
Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie
Nr. 420
BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA EN VAN ONDERWIJS,
CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 november 2018
Sinds ons aantreden ruim een jaar geleden hebben wij vele scholen en instellingen
bezocht. Tijdens deze bezoeken hebben wij met veel bevlogen schoolleiders gesproken.
Schoolleiders die een visie op onderwijs neerzetten en lerarenteams de ruimte geven
om het beste uit zichzelf te halen. Schoolleiders die in gesprek gaan met leerlingen
of studenten die vastlopen, overleg voeren met het bestuur over het besteedbare budget,
afspraken maken met het bedrijfsleven over aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt in
de regio, de rust bewaren als er in de krant weer iets staat dat óók door het onderwijs
moet worden opgepakt. Dit alles maakt onderdeel uit van het takenpakket van een schoolleider:
de schoolleider is een echte allrounder. De schoolleider is daarmee bovendien een
hitteschild die het team behoedt voor onuitvoerbare opdrachten en te hoge werkdruk,
maar ook de aanvoerder die richting geeft.
Als onderwijskundig leider schept de schoolleider het kader waarin hij met het team
stimulerend onderwijs ontwerpt dat leerlingen en studenten voorbereidt op vervolgopleidingen
en maatschappij. De schoolleider is de verbindende schakel tussen het bestuur en het
lerarenteam en is cruciaal in het tot stand brengen van een lerende organisatiecultuur.
De huidige praktijk vraagt veel van de schoolleider. De rol van de schoolleider is
de afgelopen jaren veranderd. De maatschappelijke druk op scholen is toegenomen. Goed
onderwijs is cruciaal voor de kansen van kinderen en jongeren. Dit vraagt veel van
leraren, scholen en dus ook van schoolleiders.
Wij onderschrijven dan ook de visie die de Onderwijsraad in zijn advies «Een krachtige
rol voor schoolleiders»1 neerzet, dat de schoolleider krachtiger gepositioneerd kan worden. Wij zien het advies
van de Onderwijsraad als een aangrijpingspunt voor alle betrokkenen om vanuit hun
eigen verantwoordelijkheid met deze ambitie aan de slag te gaan. En wij zien hierin
ook voor onszelf een rol weggelegd. In deze brief kondigen wij concrete acties aan
om de positie van schoolleiders te versterken.
Ambitie: gekwalificeerde schoolleiders met voldoende positie
De cruciale rol van de schoolleider vraagt om een stevige ambitie. In zowel het primair,
voortgezet als middelbaar beroepsonderwijs zien wij nu al mooie ontwikkelingen waarbij
schoolleiders als beroepsgroep zelf stappen zetten om hun positie te verstevigen.
Wij willen daarbij aansluiten en deze ontwikkelingen waar mogelijk versterken. Onze
ambitie bestaat uit drie onderdelen: er zijn (1) voldoende schoolleiders die (2) gekwalificeerd
zijn en blijven voor hun belangrijke taak en (3) voldoende in positie zijn om die
taak ook uit te kunnen voeren.
Wij willen deze ambities in samenspraak met schoolleiders en andere betrokkenen uit
de verschillende sectoren vormgeven. De in en met de sectoren ingezette ontwikkelingen
bieden hiervoor goede aanknopingspunten. Waar dat nodig is, versterken wij deze ontwikkelingen
met concrete acties.
Uitwerken van de ambitie aan de hand van de advieslijnen van de Onderwijsraad
In het vervolg van deze brief werken wij deze ambitie uit aan de hand van de drie
advieslijnen van de Onderwijsraad:
1) Schoolleiderschap versterken vanuit een stevig beroepsbeeld
2) Een integraal systeem voor leiderschapsontwikkeling
3) De strategische rol van de schoolleider versterken
Voordat wij op deze advieslijnen ingaan, is het goed om de rol en positie van de schoolleider
nog iets te verduidelijken. Onder schoolleiders verstaan we in deze brief een brede
verzameling aan leidinggevenden binnen het onderwijs, zoals directeuren en school-,
team- en afdelingsleiders in het primair onderwijs (po), voortgezet onderwijs (vo)
en middelbaar beroepsonderwijs (mbo). De rol en positie van de schoolleider is in
alle sectoren even belangrijk, maar niet gelijk.
Schoolleiders in alle sectoren belangrijk, maar niet gelijk
Dat de schoolleider belangrijk is voor het realiseren van goed onderwijs wordt de
afgelopen jaren meer en meer erkend, zowel in scholen zelf als in beleid en wetenschap.2 Ook de Inspectie van het Onderwijs (inspectie) onderschrijft in het Onderwijsverslag
van de afgelopen twee jaren de cruciale rol van de schoolleider.3 Op goede en excellente po- en vo- scholen lopen vaak sterke schoolleiders rond, zo
constateert de inspectie.4 Het project Leren Verbeteren constateert dat het bij zwakke afdelingen juist vaak
ontbreekt aan sturing door de schoolleiding op de kwaliteit van het onderwijs.5 Schaalvergroting en professionalisering in het onderwijs hebben ertoe geleid dat
de schoolleider binnen de schoolorganisatie een steeds belangrijkere taak te vervullen
heeft.6
Vanuit zijn concrete ervaring heeft de schoolleider ook een bijdrage te leveren aan
het beleid. Dat geldt voor het beleid op bestuursniveau, bijvoorbeeld waar het gaat
om het professionaliseringsbeleid. Maar ook op landelijk niveau in discussies over
maatregelen rond gelijke kansen en onderwijskwaliteit. Anders dan voor de leraar en
het bevoegd gezag, wordt de rol van de schoolleider echter nauwelijks in wet- en regelgeving
benoemd.
De belangrijke rol van de schoolleider ondersteunen wij door middelen voor professionalisering
beschikbaar te stellen in sectorakkoorden in po, vo en mbo en in de lumpsum, door
het uitvoeren van onderzoek, door het ondersteunen van de schoolleidersregisters in
het primair en voortgezet onderwijs, door middelen beschikbaar te stellen voor de
schoolleidersacademie VO en door het ondersteunen van de schoolleiderstoppen in het
primair en voortgezet onderwijs.
Uit de praktijk
Een sterke schoolleider is een van de doorslaggevende elementen is in het doorbreken
van een negatieve spiraal bij onvoldoende of anderszins slecht functionerende scholen.
Citaat van een schoolleider: «De SBO Michaëlschool heeft een bijzonder ontwikkelingstraject
doorlopen. Van zwak in 2006 naar Excellente SBO school 2013. Het team heeft een enorme
professionaliseringsslag doorgemaakt, waardoor wij ons op het gebied van pedagogiek
en didactiek sterk hebben ontwikkeld. [...] Ik heb bewondering voor de leerkracht
die voor de klas staat. Als schoolleider is het mijn taak om de organisatie dusdanig
in te richten dat de leerkracht zich zo veel mogelijk kan richten op zijn/ haar kerntaak,
namelijk het begeleiden van kinderen en het lesgeven.»
Een ander voorbeeld: samen met haar team heeft de schoolleider van het Calvijn College,
een school voor vmbo en mbo in Amsterdam-West van een school met dubieuze reputatie «misschien wel de beste school van
Nederland» weten te maken. Dat deed zij door duidelijk te zijn over de visie en voorwaarden
te scheppen waardoor docenten verantwoordelijkheid konden nemen. Maar ook door afscheid
te nemen van collega’s die niet mee konden of wilden in de verandering.
Waar mogelijk bovensectoraal samenwerken
De Onderwijsraad geeft in zijn advies aan voor het versterken van de beroepsgroep
van schoolleiders meerwaarde te zien in het gezamenlijk optrekken van schoolleiders
uit de verschillende sectoren. Wij ondersteunen de integrale benadering die de Onderwijsraad
voorstelt en zetten waar mogelijk meer in op bovensectoraal samenwerken en van elkaar
leren.
In de integrale benadering richten wij ons vooral op het po en vo. In die sectoren
zijn de afgelopen jaren stevige stappen gezet in de professionalisering van organisaties.
Echter, vanwege de diversiteit in schaalgrootte in deze sectoren zijn niet alle besturen
en scholen in staat om eigen opleidingstrajecten voor professionalisering vorm te
geven. Zeker van kleine scholen en schoolbesturen wordt op dit moment al veel verwacht.
Daarnaast wordt in het funderend onderwijs ook een toenemend schoolleiderstekort verwacht.
Zoals de Onderwijsraad al aangeeft in zijn advies, vergrijst het huidige bestand van
schoolleiders. Dit heeft in het po nu al tot gevolg dat het steeds lastiger wordt
om vacatures tijdig te vervullen. Indien deze ontwikkeling doorzet, zo waarschuwt
de Onderwijsraad, brengt dit ook risico’s met zich mee voor de kwaliteit van schoolleiders.
Vanuit onze verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs, hebben dus zowel
kwaliteit als kwantiteit van schoolleiders prioriteit. Daarom gaan wij in het po en
vo met schoolleidersorganisaties, aanvullend op reeds ingezette professionaliseringsstappen,
concrete verdere acties uitvoeren om de ontwikkelingen op het gebied van professionalisering
en de positie van schoolleiders verder te versterken.
In het mbo zien wij een andere situatie. Er is bijvoorbeeld geen sprake van een groot
(verwacht) tekort aan schoolleiders en er is de afgelopen jaren al gericht extra ingezet
op het verhelderen van rollen in de organisatie en de professionalisering van leidinggevenden.
Mbo-instellingen kennen veelal eigen interne leiderschapstrajecten, als onderdeel
van een breder professionaliseringsaanbod van bijvoorbeeld een eigen academie van
de instelling. Met de ontwikkeling van de huidige lichting kwaliteitsafspraken is
er in het mbo een grote eerste stap is gezet in de professionalisering van ook schoolleiders.
Wij hebben er vertrouwen in dat deze zich verder zal doorzetten. Om die reden is ondersteuning
bij bijvoorbeeld de professionalisering van schoolleiders in het mbo minder nodig
en staat dit eigen initiatieven van de instellingen eerder in de weg. Waar er behoefte
is aan ondersteuning op landelijk niveau, bijvoorbeeld waar het gaat om de versterking
van de beroepsgroep, zullen we bezien hoe we dit kunnen faciliteren.
1 Schoolleiderschap versterken vanuit een stevig beroepsbeeld
De schoolleider vormt in alle sectoren het schakelpunt tussen strategie en uitvoering.
Gegeven deze belangrijke rol, is het van belang dat er consensus is over wat onder
een goede schoolleider wordt verstaan en wat hij of zij hiervoor (in verschillende
stadia van ervaring) moet kennen en kunnen.
In het po en vo zijn er vanuit de beroepsgroep competentieprofielen opgesteld die
onderdeel uitmaken van de beroepsstandaard. In het mbo is door de MBO Raad een conceptprofiel
opgesteld. In het po is door de beroepsgroep zelf een register ingesteld en zijn schoolleiders
via cao afspraken verplicht om zich te registreren en te professionaliseren. In het
register worden de professionaliseringsthema’s vastgesteld en geactualiseerd op basis
van onderzoek naar de leerbehoeften van schoolleiders. Ook in het vo bestaat er een
door de sector zelf ingesteld schoolleidersregister op vrijwillige basis. De VO-academie
ondersteunt schoolleiders bij het werken aan hun professionele ontwikkeling.
De Onderwijsraad pleit in dat kader voor het ontwikkelen van een sectoronafhankelijke
beroepsstandaard en op basis daarvan toewerken naar één verplicht register voor schoolleiders
uit alle sectoren. We zijn het eens met de Onderwijsraad dat het goed zou zijn de
gemeenschappelijkheid tussen de sectoren (waar functioneel) te versterken. De concrete
aanbeveling van de Raad voert wat ons betreft echter te ver. Wij hebben ten eerste
twijfels bij een sectoroverstijgend beroepsprofiel. Er zijn tussen de sectoren grote
verschillen in de posities en verantwoordelijkheden van schoolleiders – gezien de
diversiteit in schaalgrootte van scholen en instellingen – en een sectoronafhankelijke
standaard kan hieraan onvoldoende recht doen. Daarnaast zien wij ook geen meerwaarde
in een door de overheid opgelegd register, zeker gezien de ontwikkelingen die in de
sectoren op vrijwillige basis al in gang zijn gezet.
Wel kunnen wij ons vinden in de aanbeveling van de Onderwijsraad om de huidige competentieprofielen
– al dan niet in de vorm van een beroepsstandaard – nader te operationaliseren. De
huidige profielen zijn vaak abstract geformuleerd en weinig gericht op de dagelijkse
praktijk. Belangrijke onderwerpen als strategisch personeelsbeleid en het stimuleren
van «leren van elkaar» binnen de school worden op dit moment alleen in de profielen
van het po benoemd. De profielen geven daarmee weinig richting aan professioneel handelen
en de professionele ontwikkeling van schoolleiders. Wij vinden dat een goede schoolleider
onder meer onderwijskundig leiderschap en strategisch handelen in de praktijk moet
kunnen brengen. Ook kan in het vo net als in het po nog meer onderscheid worden gemaakt
tussen schoolleiders in verschillende fasen van hun professionele ontwikkeling. Van
een ervaren schoolleider mag worden verwacht dat hij de benodigde vaardigheden op
een hoger niveau beheerst dan een beginnende schoolleider.
We verwachten dat in de verschillende sectoren schoolleiders met elkaar in gesprek
gaan over hoe deze competentieprofielen verder kunnen worden ontwikkeld, ook om –
zoals de Onderwijsraad zegt – invulling te kunnen geven aan de professionele identiteit
van schoolleiders. Alleen dan kan een standaard houvast bieden en leidend zijn voor
beroepsuitoefening, opleiding en professionalisering. Ook kan zo de complexiteit en
het belang van het beroep beter in kaart worden gebracht. In het funderend onderwijs
verkennen wij samen met schoolleidersorganisaties hoe wij ze hierbij kunnen ondersteunen.
Ook voor het mbo zijn wij bereid om hiervoor, indien gewenst, ondersteuning te bieden.
Daarnaast brengen wij de komende tijd samen met de sectoren in kaart welke schoolleiderscompetenties
duurzaam bijdragen aan goed onderwijs en goed presterende scholen. Waar nodig initiëren
we hier onderzoek op. Initiatieven als leerlabs en leergemeenschappen voor schoolleider
zoals we die voor het vo al kennen, kunnen ook in andere sectoren bijdragen aan informeel
leren, verspreiding van goede voorbeelden en wetenschappelijke kennis.
Nationale vertegenwoordiging van de schoolleider verstevigen
Terecht constateert de Onderwijsraad dat het geluid van schoolleiders nog beter kan
doorklinken bij de beleidsvorming op nationaal niveau. Een stevig beroepsbeeld – onder
meer door aanscherping van eerdergenoemde competentieprofielen – kan de schoolleider
faciliteren in zijn of haar bijdrage aan de totstandkoming van landelijk beleid. Als
voor alle partijen duidelijk is waar een schoolleider van en voor is, kan hij immers
met gezag zijn stem laten horen. Maar er is meer nodig: ook een sterke, onafhankelijke
vertegenwoordiging van schoolleiders komt de positie en invloed van schoolleiders
hierbij ten goede.
Wij organiseren ook nu al op verschillende manieren dat we de stem van de schoolleider
horen. Waar mogelijk betrekken wij de verschillende bestaande overlegstructuren van
schoolleiders bij de ontwikkeling van beleid. Het gaat daarbij om een heel aantal
partijen, zoals de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS), het Netwerk van Schoolleiders
(NVS), CNV schoolleiders en de bedrijfstakgroepen van de MBO Raad. Ook organiseren
wij zelf klankbordgroepen en schoolleidersplatforms. Deze veelheid aan partijen maakt
het soms lastig te beoordelen of «de schoolleider» voldoende is vertegenwoordigd is
en zich ook vertegenwoordigd voelt.
Een meer eenduidige vertegenwoordiging van schoolleiders kan de impact van de stem
van de scholleiders mogelijk vergroten. We zouden een organisatie die namens alle
schoolleiders kan spreken dan ook toejuichen, maar vinden dat het in hoge mate aan
scholleiders zelf is hoe zij dit (verder) vorm willen geven. Voor het funderend onderwijs
verkennen wij de komende tijd samen met schoolleiders en betrokken partijen of wij
de totstandkoming van de stevige vertegenwoordiging van schoolleiders verder kunnen
ondersteunen.
In het vo is door de sector een schoolleidersagenda opgesteld om de positie van schoolleiders
in het vo te versterken met medewerking van honderden schoolleiders en schoolbesturen.7 Deze agenda wordt momenteel nader uitgewerkt in een implementatieplan waarin staat
hoe de betrokken schoolleidersorganisatie én het Ministerie van OCW hier uitvoering
aan gaan geven. Ook voor het po zullen wij samen met de sector een schoolleidersagenda
met een bijbehorend implementatieplan opstellen.
2 Een integraal systeem voor leiderschapsontwikkeling
De afgelopen jaren is veel aandacht uitgegaan naar versterking van de kwaliteit en
kwantiteit van leraren door onder meer te investeren in opleidingen en scholing. Goede
opleidings- en professionaliseringsmogelijkheden zijn echter niet alleen voor leraren
van belang: ook voor (startende) schoolleiders is dit een noodzakelijke voorwaarde
om het beroep nu en in de toekomst aantrekkelijk te houden en consequent goede schoolleiders
aan te trekken.
De Onderwijsraad constateert dan ook terecht dat scholing en leiderschapsontwikkeling
voor schoolleiders van belang zijn. Zeker gezien het dreigende schoolleiderstekort
in het funderend onderwijs vraagt dit in het po en vo om extra aandacht. Samen met
relevante schoolleidersorganisaties pakken we – ieder vanuit onze eigen verantwoordelijkheid
– de handschoen op en gaan we aan de slag met opleidings- en professionaliseringsmogelijkheden
voor schoolleiders. Daarbij houden we rekening met alles wat er nu al in de verschillende
sectoren in gang is gezet.
Voor het funderend onderwijs willen wij verkennen of het wenselijk is om – in lijn
met het advies van de Onderwijsraad – te streven naar een schoolleidersopleiding op
masterniveau, aansluitend bij de nu al bestaande opleidingen. Dit doen wij samen met
de relevante stakeholders, zoals de AVS, stichting Schoolleidersregister PO, PO-Raad,
Stichting schoolleidersregister VO, NVS en VO-raad. Daarnaast wordt met deze partijen
onderzocht of de huidige professionaliseringsactiviteiten voldoende aansluiten bij
de vereiste strategische rol van schoolleiders. De vaardigheden die in een opleiding
op masterniveau worden aangeleerd, zoals hogere orde denken en onderzoeken, zijn van
meerwaarde om de strategische rol van de schoolleider te vervullen.
De afgelopen jaren is hard gewerkt aan de professionalisering van schoolleiders. Daar
zijn wij blij mee. Zo is in het po in de cao afgesproken dat (het volgen van) een
opleiding voorwaardelijk is voor een aanstelling als schoolleider en is professionalisering
verplicht om als schoolleider geregistreerd te kunnen blijven in het verplichte register.
De stichting Schoolleidersregister PO beoordeelt tevens welke opleidingen in aanmerking
als voorwaarde voor registratie. Ook het vo kent een schoolleidersregister. De VO-academie
heeft het grote aanbod van trainingen en bijeenkomsten voor professionalisering van
bestuurders en schoolleiders in kaart gebracht. Het Schoolleidersregister VO (SRVO)
wil op korte termijn een waarderingssystematiek opzetten van het opleidingsaanbod
in het vo.
Daarnaast wijst de Onderwijsraad terecht op de meerwaarde van goede inwerkprogramma’s
voor schoolleiders in alle sectoren. Waar schoolleiders een taak hebben om het leren
van leraren te faciliteren, hebben bestuurders eenzelfde taak als het om schoolleiders
gaat. Zo is in het geactualiseerde sectorakkoord vo afgesproken dat schoolbesturen
zorgen dat startende schoolleiders een effectief inwerk- en begeleidingsprogramma
volgen.
Voor het mbo zien wij leiderschapsontwikkeling vooral als een professionaliseringsopgave
binnen instellingen. Veel mbo-instellingen hebben eigen leiderschapsontwikkelingstrajecten.
Daarnaast maken schoolleiders in het mbo gebruik van bijvoorbeeld het aanbod van de
Nederlandse School voor Onderwijsmanagement, de MBO Academie en diverse masters van
universiteiten. Het opleidingsaanbod dat er nu is zou nog wel meer dan nu getoetst
kunnen worden aan het competentieprofiel, zeker als dat nader wordt uitgewerkt en
geconcretiseerd. Wij roepen schoolleiders in het mbo dan ook op om daar werk van te
maken en zijn bereid hierbij waar nodig te ondersteunen.
De Onderwijsraad adviseert tevens om een schoolleidersbeurs in te zetten naar analogie
van de lerarenbeurs. Wij zien echter om twee redenen de meerwaarde van een nieuwe
regeling voor alle sectoren niet. Allereerst zijn er in alle sectoren middelen voor
professionalisering beschikbaar in de lumpsum. Die middelen kunnen ook voor schoolleiders
ingezet worden. In de tweede plaats kennen de verschillende sectoren aanvullende maatregelen.
In het mbo zijn er de afgelopen jaren via de kwaliteitsafspraken extra middelen voor
professionalisering van onder meer schoolleiders beschikbaar gesteld. In het po is
er al een subsidiemogelijkheid voor vervangingskosten van schoolleiders. In het vo
loopt een pilot met een het Schoolleiders innovatie ontwikkelfonds VO, die in de zomer
van 2019 wordt geëvalueerd. Wel willen wij voor het funderend onderwijs inventariseren
hoe de huidige professionaliseringsmiddelen op dit moment worden ingezet.
3 De strategische rol van de schoolleider
Het is van groot belang dat de schoolleider tijd en ruimte ervaart om zijn strategische
rol in te vullen. Dit betreft enerzijds ruimte om samen met een team op school-, afdelings-
of opleidingsniveau invulling te geven aan het beleid binnen de kaders die het bestuur
stelt. Anderzijds gaat het ook om betrokkenheid van schoolleiders bij dat beleid op
bestuursniveau.
Er zijn op dit moment grote verschillen tussen instellingen in de positie en rol die
schoolleiders hebben. Waar de ene schoolleider door het bestuur wordt betrokken bij
de beslissingen die voor hem van belang zijn, heeft de andere schoolleider weinig
inspraak en krijgt belangrijke keuzes medegedeeld nadat ze gemaakt zijn. Wij vinden
deze grote verschillen onwenselijk. Daar waar de taak en rol van de schoolleider voldoende
helder is en deze ook invloed en inspraak heeft op bestuursniveau, kan de schoolleider
immers ook meer betekenen voor het onderwijs aan de leerlingen op zijn school.
Uit de praktijk
Reactie een schoolleider op de schoolleidersagenda vo:
«De teamleider is ontdekt als spil binnen de school: dat lees ik in de Schoolleidersagenda.
Er is aandacht voor ons en dat is goed, want teamleider is een mooie, maar ook lastige
functie. Je zit in de spagaat tussen je schoolleiding/bestuur en je team. Ik merk
dat docenten je vooral beoordelen op basis van wat je doet voor leerlingen en hoe
je hen ontlast. Terwijl de schoolleiding vooral kijkt hoe je het team draaiend houdt.»
https://www.vo-raad.nl/artikelen/244
Voor het mbo is de verdeling van rollen en verantwoordelijkheden binnen de organisaties
de afgelopen jaren steeds duidelijker uitgewerkt. Voor het funderend onderwijs kan
dit nog sterker. Dat betekent niet dat het in ieder organisatie hetzelfde moet zijn.
Wel is het van belang dat schoolleiders voldoende beleidsvrijheid en bestedingsvrijheid
hebben om voor hun school of scholen eigenstandige keuzes te kunnen maken met betrekking
tot onderwijskundig beleid en kwaliteit, leermiddelen en leeromgeving. Alleen zo kunnen
zij hun strategische rol invullen. De Onderwijsraad beveelt aan om de positie van
de schoolleider te expliciteren en waar nodig te versterken en tegelijkertijd verwachtingen
aangaande zijn rol te verduidelijken. Een optie die de Onderwijsraad aandraagt om
de positie van de schoolleider te verhelderen is om de rol van de schoolleider in
de code goed bestuur in de verschillende sectoren op te nemen. Wij zullen met schoolleiders
en sectororganisaties verkennen hoe de rol van schoolleiders beste verduidelijkt kan
worden en waar nodig actie ondernemen.
Als duidelijk is wat de taak en functie van de schoolleider inhoudt, kan deze prioriteiten
stellen. De schoolleider is nu nog te vaak manusje van alles en loopt de gaten dicht
die binnen een schoolorganisatie vallen. Met name voor het po en vo geldt dat schoolleiders
soms zo veel operationele taken hebben dat zij aan hun strategische rol niet toekomen,
zo merkt de Onderwijsraad op. Dit zien wij in eerste instantie als aangelegenheid
in het overleg van schoolleider en bestuur. Het bestuur is verantwoordelijk om schoolleiders
hiervoor voldoende ruimte te geven. Ook is het belangrijk dat de schoolleider goed
zicht heeft op de financiële positie van zijn of haar school, afdeling of opleiding
en in staat is hier acties en keuzes aan te verbinden. Hiervoor is bij uitstek nodig
dat bestuur en schoolleider goed samenwerken. Het bestuur geeft de schoolleider adequaat
inzicht in financiële middelen. Dit inzicht draagt bij aan het goede gesprek over
verdeling en besteding van financiën op bestuursniveau, keuzes over toekomstige ontwikkelingen
en het voeren van goed personeelsbeleid.
Rol van de schoolleider in het toezicht
De Onderwijsraad draagt aan dat de schoolleider ook een vanzelfsprekende gesprekspartner
in het inspectietoezicht zou moeten zijn. Het vernieuwde toezicht, waarin besturen
in po en vo rechtstreeks worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid voor de kwaliteit
van het onderwijs, is pas sinds augustus 2017 in werking getreden. Wij zijn van mening
dat het niet goed is om daar nu meteen weer in te wijzigen. Het vraagt immers tijd
voordat een verandering echt goed werkt. De Radboud Universiteit doet, in opdracht
van de inspectie, onderzoek naar de effecten van het vernieuwde toezicht. De eindrapportage
is in 2020 voorzien. Dat is het moment om waar nodig aanpassingen aan te brengen.
De inspectie volgt in haar toezicht de manier waarop het bestuursbeleid doorwerkt
in de scholen en in de klas. Schoolleiders zijn daarbij de verbindende schakel en
daarmee in de onderzoeken op scholen een vanzelfsprekende gesprekspartner, ook in
de terugkoppeling. Als besturen dat wenselijk vinden, kunnen zijn uiteraard hun schoolleiders
uitnodigen voor de terugkoppeling van het inspectiebezoek aan het bestuur. Zo horen
schoolleiders uit eerste hand wat de inspectie goed en minder goed vindt gaan op bestuursniveau.
Dit helpt de strategische rol van schoolleiders en het goede gesprek binnen het bestuur.
Conclusie: krachtige schoolleiders voor sterk onderwijs
Krachtige schoolleiders spelen een belangrijke rol in het tot stand brengen van goed
onderwijs. De Onderwijsraad heeft met zijn advies een stevige impuls gegeven aan het
gesprek over de rol, professionaliteit en positie van de schoolleider. Een onderwijsstelsel
met veel autonomie voor scholen en opleidingen vraagt immers bij uitstek om stevig
gepositioneerde schoolleiders.8 Wij blijven de komende tijd met de onderwijssectoren in gesprek over hoe wij samen
met schoolbesturen en schoolleiders de in deze brief geformuleerde ambities vorm kunnen
geven.
Zo zullen wij samen met schoolleiders in het po een schoolleidersagenda opstellen,
zoals die er ook voor het vo ligt. Ook gaan wij samen met beide sectoren de mogelijkheden
voor een stevige schoolleidersopleiding op masterniveau verkennen en in kaart brengen
hoe de beroepsgroep van schoolleiders verder versterkt kan worden. Over de acties
voor het funderend onderwijs zullen wij uw Kamer uiterlijk in het najaar van 2019
berichten.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media -
Mede ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap