Brief regering : Reactie op het verzoek van het lid Renkema, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 19 september 2018, over het bericht dat het Rijk al in 2016 wist van het meningokokken gevaar
32 793 Preventief gezondheidsbeleid
Nr. 337
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 november 2018
Op 19 september 2018 heb ik het verzoek ontvangen van het lid Renkema (GroenLinks),
zoals gedaan in het ordedebat dat op die dag door uw Kamercommissie is gehouden (Handelingen
II 2018/19, nr. 2, item 4). Hij verzoekt om een brief over besluitvorming inzake de lopende vaccinatiecampagne
tegen meningokokken. Antwoorden op Kamervragen van de leden Veldman (VVD), Kuik (CDA)
en Van Gerven (SP) waarin ik deze besluitvorming nader toelicht, heb ik 31 oktober
2018 verzonden (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nrs. 488, 487 en 513).
In deze beantwoording geef ik aan dat de rijksoverheid in september 2016 op de hoogte
was van een stijging van het aantal ziektegevallen door meningokokken type W. De aantallen
waar het hier over gaat, waren nog erg klein en namen de ene maand toe, maar een volgende
maand weer af. De meningokokkenbacterie is onvoorspelbaar en het was daarom ook onduidelijk
of deze groei wel of niet door zou zetten. In andere landen (bijvoorbeeld Duitsland,
België en Frankrijk) werd de bacterie ook gevonden, maar is tot op heden geen sprake
van een vergelijkbare toename. De gevallen van meningokokken W-ziekte waren daarnaast
verspreid over vrijwel alle leeftijdsgroepen waardoor het onduidelijk was wat de beste
vaccinatiestrategie zou moeten zijn. In de zomer van 2017 werd steeds meer duidelijk
dat de toename van meningokokken W zou doorzetten. Dit is de reden dat een jaar na
het signaleren van de eerste ziektegevallen besloten is tot het nemen van maatregelen.
Hieronder is een tijdlijn opgenomen (figuur 1) met hierin het aantal gevallen van
meningokokken W-ziekte per maand en de overleggen/besluiten die plaatsvonden bij zowel
RIVM als VWS.
Het Centrum Infectieziektenbestrijding (CIb) van het RIVM beoordeelt risico’s van
uitbraken op lokaal/regionaal, landelijk en internationaal niveau. Hiervoor worden
verschillende niveaus van opschaling gebruikt: het signaleringsoverleg (wekelijkse
nieuwsbrief voor professionals over relevante signalen), een afstemmingsoverleg (wanneer
afstemming tussen verschillende centra binnen het RIVM vereist is om een risico te
duiden), het responsteam (wanneer er bijvoorbeeld een advies over aanvullende maatregelen
nodig is, dan wel coördinatie van de maatregelen beschreven in richtlijnen, in samenwerking
met het veld). Wanneer een uitbraak tot een landelijke dreiging of crisis kan leiden
en er specifieke vraagstellingen zijn met betrekking tot het bestrijdingsbeleid, kan
de directeur van het CIb het Outbreak Management Team (OMT) of een Deskundigenberaad
met daarin ook externe deskundigen bijeen roepen. De directeur stelt een OMT of Deskundigenberaad
samen om tijdig een inhoudelijk advies op te stellen voor de Minister (of Staatssecretaris)
om maatregelen te nemen bij (dreigende) uitbraken. In het door VWS gecoördineerde
Bestuurlijk Afstemmingsoverleg (BAO) wordt het advies beoordeeld op bestuurlijke aspecten
en uitvoerbaarheid. Het BAO legt uiteindelijk een advies voor aan de verantwoordelijke
bewindspersoon bij VWS, die een besluit neemt over de maatregelen.
Op 25 september 2017 is de Kamer geïnformeerd over de toename van meningokokken W
en de maatregelen die zijn genomen. De adviezen van OMT en BAO zijn bijgevoegd (Kamerstuk
32 793, nr. 279). Op 26 april 2018 is de Kamer nader geïnformeerd over de uitvoering van deze maatregelen
(Kamerstuk 32 793, nr. 299). Op 16 juli 2018 is de Kamer geïnformeerd over de uitbreiding van de eerder genomen
maatregelen. Ook hierbij zijn de adviezen van OMT en BAO bijgevoegd (Kamerstuk 32 793, nr. 322).
In aanvulling wil ik uw Kamer informeren over de lopende vaccinatiecampagne. De eerste
vaccinatiecampagne conform besluitvorming in september 2017 is momenteel gaande. Er
zijn ruim 130.000 14-jarigen opgeroepen voor vaccinatie tegen meningokokken W in oktober
en november van dit jaar.
De vaccinatiecampagne 2019, waartoe ik in juli 2018 heb besloten, wordt momenteel
voorbereid. In 2019 worden nog eens zo’n 875.000 pubers opgeroepen voor vaccinatie,
zodat eind dat jaar iedereen die geboren is tussen 1 januari 2001 en 31 december 2005
de mogelijkheid heeft gehad zich te laten vaccineren. Bij beide campagnes wordt ook
ingezet op een actief «no show» beleid, waarbij de pubers die zich niet hebben gemeld
nog apart worden benaderd voor een herkansing.
Deze majeure campagne vergt veel van de uitvoerende partijen. Ik maak van de gelegenheid
gebruik om mijn waardering uit te spreken voor hun inzet. Een eerste beeld laat zien
dat hun inspanningen resultaat hebben. De opkomst voor deze vaccinatie is door het
hele land hoog. In de regio’s waar de eerste vaccinatierondes inmiddels zijn afgerond
is de gemiddelde opkomst ongeveer 85%. Dit is nog zonder dat het no-showbeleid is
ingezet.
We zitten nog midden in het proces en moeten de effectiviteit van de maatregelen nog
afwachten. Ik ben er van overtuigd dat het RIVM en VWS goed geacteerd hebben op basis
van de signalen die er waren. Ik vertrouw erop uw Kamer hiermee voldoende geïnformeerd
te hebben.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport