Brief regering : Stand van zaken financiën Defensie
34 919 Defensienota
Nr. 29
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 november 2018
Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen van 19 en 21 september jl. (Handelingen
II 2018/19, nr. 2, items 2 en 5 en Handelingen II 2018/19, nr. 3, items 3, 6 en 8) hebben enkele leden hun zorgen uitgesproken over het vermogen van onze organisatie
om tijdig tot besteding van de extra (investerings)middelen te komen. De Minister-President
heeft tijdens het debat toegezegd dat u daarover een toelichtende brief ontvangt.
Met deze brief doe ik – mede namens de Staatssecretaris – de door de Minister-President
gedane toezegging gestand.
In deze brief zullen wij ingaan op de ontwikkeling van de realisatie van het investeringsbudget.
Voldoende en goed opgeleid personeel is een bepalende factor om tot de gewenste verbeteringen
in de organisatie te komen. Daarom gaan wij vervolgens in op behoud en werving van
personeel. Ten slotte gaan wij in op de positieve ontwikkeling van het aantal onvolkomenheden
in de bedrijfsvoering dat door de Algemene Rekenkamer is geconstateerd.
Realisatie investeringsbudget
In de Defensienota (Kamerstuk 34 919, nr. 1) is in beeld gebracht welke investeringen met het in het regeerakkoord beschikbaar
gestelde budget de komende vijftien jaren noodzakelijk zijn om de huidige krijgsmacht
te kunnen behouden en vernieuwen. Het is van groot belang om de investeringen zo snel
mogelijk te realiseren. De nabije veiligheidsomgeving is instabieler geworden en het
dreigingsbeeld complexer. Om onze veiligheid te blijven beschermen is het noodzakelijk
dat Defensie de investeringen hiervoor inzet. De NAVO wijst er op dat we, ondanks
de investeringen, veel van de capaciteitendoelstellingen nog niet of onvoldoende kunnen
verwezenlijken. In deze kabinetsperiode willen we daarom ook gestalte geven aan de
lange lijnen naar de toekomst die nodig zijn voor een stabiele financiering en versterking
van de krijgsmacht. In het licht van deze veranderende veiligheidsomgeving hebben
de bondgenoten tijdens de NAVO-Top in Brussel (juli 2018) afgesproken een geloofwaardig
nationaal plan op te stellen over hoe zij invulling geven aan de afspraken die tijdens
de NAVO-Top van 2014 in Wales zijn gemaakt. Dit plan moet voor 31 december 2018 bij
de NAVO worden ingediend en zal aan uw Kamer worden toegezonden. In de brief van 19 oktober
jl. over de verstoring van een cyberoperatie en de veranderende veiligheidsomgeving
(Kamerstuk 33 694, nr. 22) bent u ook geïnformeerd over de veranderende veiligheidsomgeving.
Uit de investeringsplanning valt af te leiden dat er voor elke euro van het beschikbare
budget voor de komende 15 jaar een concrete bestemming is. Er zijn ook al veel stappen
gezet. Met de verschillende A-brieven die uw Kamer de afgelopen tijd heeft ontvangen
bent u daar over geïnformeerd. Echter, de tijd tussen het aangaan van een verplichting
en het betalen van de factuur is lang. Een verplichting kan pas worden aangegaan als
er financiële dekking voor is, ook als de uitgaven pas jaren later plaatsvinden. Pas
wanneer het materieel is geleverd, getest en akkoord is bevonden wordt de factuur
betaald. Dit is vaak een proces van jaren. Een deel van het in het regeerakkoord doorgeschoven
investeringsbudget zal daarom de komende jaren nog niet volledig besteed kunnen worden
maar is wel degelijk wel hard nodig voor de (toekomstige) verplichtingen, want nogmaals:
al het investeringsbudget heeft al een bestemming en is al belegd.
Defensie werkt hard aan het versnellen van de investeringen, zodat we onderbesteding
op de investeringsuitgaven kunnen terugdringen. De gerealiseerde investeringsquote
laat een stijgende lijn zien. Zowel de stijgende investeringsquote als de stijging
van de feitelijke uitgaven voor investeringen in nieuw materieel laten zien dat we
steeds meer geld voor investeringen om kunnen zetten in nieuw materieel. Dat is goed
nieuws, want dat betekent ook dat nieuw materieel in de organisatie instroomt. Onderstaande
grafiek illustreert dit.
We verwachten de stijgende lijn de komende jaren door te kunnen zetten. Dat vergt
een grote inspanning. Zoals bekend zal in 2018 niet het totale geraamde budget worden
uitgegeven. Voor 2019 zien wij ook nog de nodige risico’s. De Defensie Materieel Organisatie
is druk doende om alle benodigde contracten voor het vernieuwen van verouderd materieel
af te sluiten en dat werpt zijn vruchten af. Inmiddels is voor 2,4 miljard euro verplichtingen
aangegaan. Dit zijn allemaal contracten die in de komende jaren tot betaling zullen
komen.
Behoud en werving
Een bepalende factor in de verbeteringen die we moeten realiseren is voldoende en
goed opgeleid personeel. Met het uitvoeren van het programma Behoud en Werving willen
we voor verschillende functies, waaronder functies in de bedrijfsvoering, voldoende
personeel werven. Met de extra middelen uit de Defensienota hebben we inmiddels de
arbeidsmarktcampagnes geïntensiveerd. Moeilijk te werven categorieën, zoals technici,
inkopers en ICT-ers, krijgen daarbij structureel aandacht. Daarnaast is er een aantal
externe recruiters aangetrokken. Voor het overige verwijzen we graag naar de brief
van de Staatssecretaris van Defensie van 26 oktober jl., waarin u bent geïnformeerd
over de voortgang van het programma behoud en werving (kamerstuk 33 763, nr. 145).
Ontwikkeling onvolkomenheden Algemene Rekenkamer
In haar jaarlijkse verantwoordingsonderzoeken geeft de Algemene Rekenkamer een oordeel
over de bedrijfsvoering van Defensie. In het verleden constateerde de Rekenkamer veel
onvolkomenheden op het terrein van het financieel beheer. De afgelopen jaren is Defensie
uit dat dal geklommen en zijn de onvolkomenheden opgelost.
Let wel, het gaat hier om de onvolkomenheden in het financieel beheer. Op andere terreinen
in de bedrijfsvoering is nog wel sprake van onvolkomenheden. Het betreft de logistieke
keten reserveonderdelen, het IT-beheer, de informatiebeveiliging, het inkoopbeheer
en de administratie van de centrale voorraad van munitie. De Rekenkamer benadrukt
dat dit niet betekent dat er geen verbetering in de bedrijfsvoering is. De problematiek
van het materieel beheer is geanalyseerd en verbeterd. Defensie heeft volgens de Rekenkamer
laten zien over verander- en verbetervermogen in de bedrijfsvoering te beschikken.
Het gaat dus de goede kant op. Dat constateert ook de Rekenkamer. Maar we zijn er
nog niet. Er is nog veel werk aan de winkel. Ook de laatste – hardnekkige – problemen
in de bedrijfsvoering moeten worden opgelost.
Tot slot
Defensie werkt met man en macht aan de uitvoering van de Defensienota. De verbeteringen
kunnen ons niet snel genoeg gaan. Niet in de verbetering van de bedrijfsvoering, niet
in de resultaten van het actieplan Behoud en Werving en niet in de instroom van nieuw
materieel. Ook wij hebben liever vandaag dan morgen een volledig gevulde organisatie
en beschikking over nieuw materieel. Maar dit kost tijd. De weg uit het dal hebben
we gevonden, maar omdat we uit een diep dal komen is er een lange weg te gaan. We
werken er hard aan om die weg zo snel mogelijk af te leggen.
De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie