Brief regering : 14de Voortgangsrapportage Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma
32 698 Hoogwaterbeschermingsprogramma
Nr. 41
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 november 2018
Hierbij bied ik u de 14e Voortgangsrapportage (VGR14) van het Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2)
aan1. De rapportage bestrijkt de periode van 1 januari 2018 tot en met 30 juni 2018.
Al meer dan 1.000 jaar worden dijken ingezet om Nederland droog te houden. Wat eens
begon met terpen, is nu een netwerk van meer dan 22.500 kilometer dijken, dammen en
dijkrelicten. Dijken zijn de dragers van ons landschap. Bodemdaling en klimaatverandering
hebben grote invloed op de Nederlandse delta en het dijkenstelsel. Het aanleggen,
versterken en onderhouden van dijken is daarom nooit klaar. In het HWBP-2 werken de
Waterschappen en Rijkswaterstaat samen aan de waterveiligheid en de inpassing van
de primaire dijk- en kustverbeteringen in de omgeving. Op dit moment bevindt zich
nog één project in de planstudiefase en zeven projecten in de realisatiefase. Het
HWBP-2 is volop in uitvoering.
De inzet van innovatieve oplossingen binnen het HWBP-2 helpt de omgeving niet alleen
veiliger te maken, maar ondersteunt ook bij het opdoen van leer- en praktijkervaringen.
Samenvatting wijzigingen ten opzichte van de 13e Voortgangsrapportage
Planning
Het HWBP-2 vordert goed en inmiddels zijn 79 van de 87 projecten gerealiseerd. In
de verslagperiode is geen nieuwe mijlpaal bereikt.
In de VGR 13 (Kamerstuk 32 698, nr. 38) is gemeld dat bij een deeltraject van het project Eemdijk en zuidelijke Randmeren
Thermisch Gereinigde Grond (TGG) als ophoogmateriaal is toegepast. Na voltooiing van
de dijkversterking is gebleken dat er ontoelaatbare verontreiniging (gehalten van
zouten en zware metalen boven de interventiewaarden) van het grond- en/of oppervlaktewater
is opgetreden. Het onderzoek naar de milieueffecten van thermisch gereinigde grond
zijn nog in volle gang. De resultaten van het onderzoek zullen worden meegenomen in
het uitvoeringsplan voor de aanpak van het probleem.
Risico’s
De huidige risico’s van het HWBP-2 met de grootste impact in tijd en geld bevinden
zich bij de grotere en vaak complexe projecten die in de realisatiefase zitten. Hiervoor
worden risicoreserveringen op programmaniveau aangehouden. Eén project zit in de voorbereidingsfase.
Ook voor dit complexe project wordt een reservering op programmaniveau aangehouden.
Voor wat betreft de financiële omvang van de risico’s heeft in de verslagperiode een
actualisatie plaatsgevonden van het risicoprofiel op programmaniveau. De totale financiële
waarde van de risico’s op programmaniveau is in de verslagperiode met € 6 miljoen
toegenomen (van € 103 miljoen naar € 109 miljoen) als gevolg van enkele specifieke
uitvoeringsrisico’s. De totale financiële waarde van zowel de risico’s op programmaniveau
als in de projecten bedraagt op 30 juni 2018 € 251 miljoen.
Financiën
De raming is per saldo licht toegenomen met € 10 miljoen ten opzichte van de vorige
verslagperiode. De toename wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door verhoging van de programmarisico’s.
De actuele programmaraming van HWBP-2 bedraagt op peildatum 30 juni 2018 € 2.675 miljoen
en is tijdelijk iets hoger dan het programmabudget van € 2.638 miljoen.
De beheersing op project- en programmaniveau is adequaat om de binnen het programma
gestelde doelen te behalen. De resterende opgave vergt qua omvang en complexiteit
de volle aandacht van de keringbeheerders en het programmabureau. Het verschil tussen
budget en raming op programmaniveau neemt licht toe ten opzichte van de VGR-13. Naar
alle verwachting zal het laatste project binnen het HWBP2 in de komende verslagperiode
(VGR 15) een beschikking ontvangen voor de realisatiefase. Op dit moment is de raming
van dit project hoger dan oorspronkelijk begroot binnen het programma. Bijkomende
omgevingseisen, Dijken op Veen en nieuwe normering zijn de belangrijkste redenen die
hieraan ten grondslag liggen. De hogere projectraming heeft een direct effect op de
al bestaande, negatieve spanning tussen budget en raming op programmaniveau. Tegelijkertijd
blijft de spanning gedurende de realisatieperiode van het HWBP2 programma, met inbegrip
van de lopende projecten, nog wel binnen de bandbreedte van de totale risicoreservering.
Het lijkt daarmee oplosbaar, maar het risico dat het programma niet geheel binnen
het HWBP2 budget te realiseren is, is groter geworden. Na de komende verslagperiode
heb ik daar meer inzicht in.
Scope
In de verslagperiode zijn geen inhoudelijke scopewijzigingen vastgesteld.
Ontwikkelingen na de verslagperiode
Zoals in de VGR 13 is gemeld is begin 2017 bij het project Waddenzeedijk Friese Kust
geconstateerd dat er sprake is van loslatende bekleding (zie brief 32 698 nr. 38). Er wordt nu in overleg met de betrokken partijen gewerkt aan de aanpak om dit te
herstellen en aantoonbaar te maken dat bij de herstelde situatie de veiligheid van
de dijkverbetering geborgd is. De uitkomsten van de eerste deelonderzoeken van nieuwe
verlijming zijn positief: nu wordt het stormseizoen gebruikt om de bestendigheid aan
te tonen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.