Brief regering : Agressie en geweld in de publieke sector
28 684 Naar een veiliger samenleving
Nr. 539 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 november 2018
Het is van groot belang dat mensen met een publieke taak hun werk op een goede en
                  veilige manier kunnen uitvoeren. Zij doen hun werk om mensen te helpen, vanuit maatschappelijke
                  betrokkenheid. Het is juist daarom onacceptabel dat zij te maken krijgen met agressie,
                  geweld, bedreiging of intimidatie. Ieder incident rondom intimidatie en geweld van
                  medewerkers met een publieke taak is er één te veel. Op uw verzoek laat ik u, mede
                  namens de Minister van Justitie en Veiligheid, de Minister voor Basis- en Voortgezet
                  Onderwijs en Media en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport weten wat
                  er gebeurt om agressie en geweld te voorkomen en tegen te gaan.
               
Onder coördinatie van BZK heeft in de periode 2007–2016 het programma Veilige Publieke
                  Taak (VPT) plaatsgevonden. Deze aanpak bestond uit een gecombineerde integrale aanpak
                  bestaande uit werkgeversmaatregelen, het bevorderen van de ketensamenwerking en strafrechtelijke
                  maatregelen. Het rapport van de evaluatie van dit programma en de begeleidende brief
                  over het borgen van de resultaten heeft u 19 december 2017 ontvangen.1 Ik liet u toen weten dat het programma ertoe heeft geleid dat in alle sectoren het
                  belang van de aanpak wordt onderkend en opgepakt. Ik heb het Netwerk van veiligheids-
                  en arbocoördinatoren, verantwoordelijk voor deze aanpak, in stand gehouden. Het netwerk
                  komt op gezette tijden bij elkaar om ervaringen en kennis uit te wisselen. Daarnaast
                  wordt in gezamenlijkheid gewerkt aan het ontwikkelen van nieuw instrumentarium en
                  is bijvoorbeeld een modelaanpak Integer en Veilig werken ontwikkeld waar gemeenten,
                  provincies, waterschappen en andere publieke organisaties uit kunnen putten voor hun
                  eigen beleid op dit vlak. Dit netwerk helpt mij ook om een vinger aan de pols te houden
                  als het gaat om incidenten of andere ontwikkelingen die een negatieve invloed kunnen
                  hebben op deze aanpak. Al deze documentatie is terug te vinden op de website www.agressievrijwerken.nl.
               
De politie en het OM hebben in 2010 in aanvulling op het VPT-programma, opsporings-
                  en vervolgingsafspraken gemaakt, de zogenaamde Eenduidige Landelijke Afspraken (ELA), om daders van deze agressie en geweldsdelicten, hard,
                  eenduidig, effectief en snel aan te pakken. Zo zijn er bijvoorbeeld afspraken over
                  prioritaire afhandeling van zaken, het vaker voor de rechter brengen van zaken, het
                  voeren van lik op stuk, het zoveel mogelijk verhalen van de schade op daders en het
                  vorderen van een hogere strafeis (200%) conform de Aanwijzing kader voor strafvordering
                  en OM-afdoeningen van het OM. Naast een verhoging van de strafeis is «verzwaring»
                  ook gelegen in de strafmodaliteit: er wordt bijvoorbeeld vaker een gevangenisstraf
                  geëist in plaats van een taakstraf en er wordt vaker een schadevergoeding gevorderd.
                  De Raad voor de Rechtspraak heeft eveneens een strafverzwaring opgenomen in de landelijke
                  oriëntatiepunten voor straftoemeting. Het is uiteindelijk aan de rechter om te oordelen
                  over een passende sanctie. Dat is ons startpunt om daders ook hard aan te pakken.
                  Om dit te kunnen doen adviseren we bedreigden met klem om aangifte te doen. Pas dan
                  kan deze aanpak worden toegepast. De ELA-aanpak wordt momenteel geëvalueerd. De resultaten
                  hiervan worden begin volgend jaar verwacht. Tot slot heeft de Minister van Justitie
                  en Veiligheid, in het wetsvoorstel herwaardering strafbaarstelling actuele delictsvormen,
                  de strafmaxima voor het hinderen van hulpverlening verhoogd.
               
In het gezamenlijke onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn van het Ministerie
                  van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en sociale partners in zorg en welzijn
                  wordt agressie en geweld op de werkvloer periodiek gemonitord. In de onlangs gepresenteerde
                  werkgeversenquête 2018 geeft 62% van de ondervraagde werkgevers in de zorg aan dat
                  één of meer van hun medewerkers in 2017 te maken hebben gehad met agressie en geweld
                  in hun werk. In de meest recente werknemersenquête 2017 geeft 17% van de werknemers
                  in de zorg in 2016 te maken te hebben gehad met verbale agressie; 9% met fysieke agressie
                  en 3% met bedreiging/intimidatie.
               
Het is belangrijk dat werkgevers in de zorg hier aandacht voor hebben en dat agressie
                  op de werkvloer bespreekbaar is. Het Ministerie van VWS heeft dit ondersteund door
                  actief te participeren in het VPT-programma en het programma «Veilig werken in de
                  Zorg (2012–2016)». Door deze programma’s is het inmiddels mogelijk voor hulpverleners
                  om anoniem aangifte te doen. Daarnaast is hier ook de ELA van toepassing en worden
                  aangiftes in dit kader met voorrang opgepakt. Er zijn 800 instellingen financieel
                  ondersteund met geld voor hun eigen anti-agressiemaatregelen; en met de campagne en website «duidelijk over agressie» is bijgedragen aan
                  het bewerkstelligen van een cultuuromslag in de zorg: agressie is nooit acceptabel
                  en men komt altijd in actie na een incident.
               
Via een subsidie aan de werkgeversorganisatie Regioplus ondersteunt de Minister van
                  VWS het programma «Gezond en Zeker» dat zich onder andere richt op preventie van agressie
                  in zorg en welzijn. Het programma ondersteunt veiligheidscoaches die zich bezig houden
                  met het thema agressie en zo een bijdrage leveren bij het verminderen (van de gevolgen)
                  van agressie op de werkvloer.
               
Een veilige school is voor zowel de leerlingen als het personeel van wezenlijk belang.
                  De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media laat elke twee jaar een monitor
                  sociale veiligheid po/vo uitvoeren. Hierin worden leerlingen en personeel ondervraagd
                  over de veiligheid. Uit de laatste monitor (2016)(Kamerstuk 29 240, nr. 75) bleek dat 27 procent van het personeel aangeeft last te hebben van verbaal geweld.
                  Dit kan afkomstig zijn van ouders, leerlingen of collega’s. Het veiligheidsgevoel
                  van onderwijspersoneel is behoorlijk stabiel over de jaren heen en ook het aantal
                  incidenten blijkt niet te stijgen. Binnenkort verschijnt een nieuwe veiligheidsmonitor.
                  Deze wordt vóór het kerstreces aan uw Kamer gestuurd. In de beleidsreactie zal de
                  Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media ook ingaan op de veiligheid
                  van het personeel op scholen.
               
Het is van groot belang om te weten hoe vaak mensen met een publieke taak te maken
                  krijgen met agressie en geweld. Mede op verzoek van BZK, zal het CBS in de eerste
                  helft van volgend jaar een grootschalig personeelsonderzoek uitvoeren onder ambtenaren
                  in het openbaar bestuur en het onderwijs. Een module over agressie en geweld maakt
                  hier onderdeel van uit. Bij het onderzoek worden de resultaten van de Nationale Enquête
                  Arbeidsomstandigheden betrokken. Zo wordt inzicht verkregen in de ontwikkeling van
                  agressie en geweld in die sectoren. Einde van dit jaar wordt gestart met een behoeftepeiling
                  onder de contactpersonen in het veld, de leden van het Netwerk Integer en Veilig werken
                  alsook de relevante koepels. Afhankelijk van de uitkomsten van het onderzoek van het
                  CBS en de behoeftepeiling zal bezien worden of bijsturen of eventueel intensivering
                  van de aanpak nodig is, ik zal u daar te zijner tijd over informeren. Het tegengaan
                  van agressie en geweld op de werkvloer is logischerwijs een primaire verantwoordelijkheid
                  van de werkgever. Ik blijf van harte bereid om de kennis en expertise die aanwezig
                  is over dit onderwerp breed beschikbaar te stellen en samenwerking waar nodig en mogelijk
                  te bevorderen.
               
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede namens de Minister
                  van Justitie en Veiligheid, Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
                  en
               
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
                  H.M. de Jonge
Indieners
- 
              
                  Indiener
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.