Brief regering : Stand van zaken inzake motie van de leden Sienot en Von Martels over pilots met alternatieve vormen van vervoer en betaling (Kamerstuk 31305-255) en een toezegging over de bandencontrole in APK-keuringen

29 398
Maatregelen verkeersveiligheid

Nr. 266
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 november 2018

Hierbij informeer ik u, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
over de uitvoering van:

1. een motie over de Mobiliteitsalliantie;

2. een toezegging over de bandencontrole in APK-keuringen.

1. Pilots met Mobiliteitsalliantie

Op 20 juni 2018 hebben de leden Sienot en Von Martels een motie ingediend waarin ze
de regering verzoeken om, voor de begrotingsbehandeling, de Kamer te informeren over
de uitvoering van de afspraak uit het Regeerakkoord om in deze kabinetsperiode samen
met de Mobiliteitsalliantie pilots uit te voeren om ervaringen op te doen met alternatieve
vormen van vervoer en betaling, zonder dat dit leidt tot een systeem van rekeningrijden
(Kamerstuk 31 305, nr. 255). Over de mogelijke pilots en de opzet daarvan ben ik in gesprek met de leden van
de Mobiliteitsalliantie. We verkennen onder andere opties voor een flexibel gebruik
van de leaseauto en combinaties tussen de leaseauto en OV en/of de fiets. Zodra dit
tot concrete projecten leidt wordt uw Kamer geïnformeerd.

2. Bandencontrole in APK-keuringen

Tijdens het Algemeen Overleg (AO) Verkeersveiligheid op 25 september 2018 (Kamerstuk
29 398, nr. 615) heb ik uw Kamer toegezegd het rapport van TNO «Study on some safety-related aspects
of tyre use»1 toe te sturen en in een brief aan te geven hoe de bandencontrole in de APK op dit
moment plaatsvindt, zowel in Nederland als in andere lidstaten.

De Europese APK-richtlijn 2014/45/EU, die vanaf 20 mei 2018 moet worden toegepast
in de lidstaten, schrijft voor welke onderdelen moeten worden gecontroleerd tijdens
de APK. Het betreft controle op onder meer banden, stuurinrichting, verlichting, remmen,
emissies en veiligheidssystemen. Nederland heeft deze richtlijn nationaal geïmplementeerd
in de Regeling voertuigen en deze implementatie aan de Europese Commissie gemeld.
De wijze waarop Nederland tijdens de APK banden keurt op aspecten zoals profieldiepte,
bandenspanning en beschadigingen, is conform de Europese eisen.

Er is over dit onderwerp alleen informatie uit Duitsland, België en Verenigd Koninkrijk
beschikbaar. In Duitsland en België wordt gekeurd op alle drie de door de VACO genoemde
aspecten (E-keurmerk, draagvermogen en snelheidssymbool). Het Verenigd Koninkrijk
keurt wel op E-keurmerk, maar draagvermogen en snelheidssymbool worden alleen bij
bussen en bedrijfsauto’s beoordeeld.

Het TNO-rapport dat u als bijlage aantreft2 gaat in op de relatie tussen bandkenmerken (onder andere profieldiepte, bandenspanning
en beschadiging) en verkeersveiligheid. Daarin wordt aangetoond dat bandenfalen (bijvoorbeeld
een klapband) maar in een zeer klein percentage de oorzaak is van verkeersongevallen,
in tegenstelling tot verlies aan grip (bijvoorbeeld door te weinig profieldiepte)
wat vaker tot een ongeval leidt. Het TNO-rapport noemt E-keurmerk, draagvermogen en
snelheidssymbool niet expliciet, maar deze aspecten kunnen gerelateerd worden aan
bandenfalen. Het toevoegen van deze aspecten aan de APK zou dus een beperkt effect
op de verkeersveiligheid hebben. TNO concludeert dat voldoende profieldiepte en de
juiste bandenspanning evenals controle op beschadigingen, aspecten die al onderdeel
zijn van de APK, aanzienlijk meer bijdragen aan de verkeersveiligheid.

Het meenemen van de voornoemde drie aspecten leidt tot een geringe stijging in de
kosten van de keuring, maar zou vooral betekenen dat voertuigeigenaren de banden die
niet voldoen aan de door VACO voorgestelde, nog strengere norm, moeten vervangen terwijl
de bijdrage aan de verkeersveiligheid beperkt is (kosten: totaal ca. € 38,8 miljoen
voor de eerstvolgende APK).3

Ik ben van mening dat de huidige APK een afgewogen balans is tussen kosten voor de
consument en baten voor de verkeersveiligheid. Daarom zie ik geen aanleiding om de
huidige systematiek aan te passen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga