Brief regering : Reactie op het verzoek van het lid Diks, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 2 oktober 2018, over militairen die hun eigen kleding moeten aanschaffen
27 830 Materieelprojecten
Nr. 270
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 oktober 2018
Inleiding
Met deze brief geef ik, in aanvulling op mijn brief van 8 oktober jl. (Kamerstuk 27 830, nr. 269), antwoord op de vragen uit het vragenuur van 25 september 2018, de voorts door verschillende
leden schriftelijk gestelde vragen (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nrs. 420, 421, 423 t/m 425) en de vragen uit de regeling van werkzaamheden van 2 oktober jl. (Handelingen II
2018/19, nr. 7, item 25).
Waar komen we vandaan: Achtergrond kleding en uitrusting
De Defensienota 20181 benadrukt dat de wereld onveiliger is geworden, met uiteenlopende, complexe en onvoorspelbare
dreigingen. In mijn brief van 19 oktober jl. (Kamerstuk 27 830, nr. 268) is reeds vermeld dat als gevolg hiervan de eerste hoofdtaak van Defensie prominenter
is geworden. Dit brengt ook een verandering in het programma voor opleiding en training
(O&T) en een toenemende aandacht voor inzet in Midden- en Noord-Europa met zich mee.
Het O&T-programma en het materieel van de krijgsmacht was de afgelopen decennia echter
vooral gericht op de uitvoering van de tweede hoofdtaak, met een nadruk op warmere
gebieden. Defensie heeft daarom behoefte aan meer, en deels ook andere, uitrusting.
Vanwege de voorraadtekorten en financiële schaarste vanuit het verleden is echter
nog veel achterstand weg te werken. Of het nu kleding, munitie of operationele infrastructuur
betreft. Met recente investeringen wordt stap voor stap gewerkt aan het verbeteren
van de materieelvoorziening, zie hiervoor tevens de paragraaf vooruitblik en maatregelen.
Hieronder ga ik in op de specifieke vragen van uw Kamer.
Koudweeruitrusting
De berichtgeving over gebrek aan koudweeruitrusting betrof de deelname aan de Navo-oefening
Trident Juncture. Trident Juncture is geen specifieke wintertraining, zoals het Korps
Mariniers, Special Forces en incidenteel andere eenheden deze uitvoeren. Het is een
reguliere oefening in Zuid- en Midden-Noorwegen, een omgeving waar het soms extreem
koud kan zijn, maar gemiddeld genomen in deze maanden niet. De planning voor de oefening
is gestart in 2015.
Tijdens oefening Bison Drawsko bleek dat onverwachts tijdelijk en plaatselijk extreem
weer kan voorkomen. Daarom is, met het oog op de veiligheid van het personeel, door
CLAS eind 2017 een behoefte aan koudweeruitrusting gesteld en budget vrijgemaakt.
Dit om koudweeruitrusting voor enhanced Forward Presence (eFP) in Litouwen te kunnen
verstrekken en tevens een algemene voorraad voor de operationele gereedstelling beschikbaar
te hebben. Ook voor Trident Juncture had CLAS van deze algemene voorraad gebruik willen
maken. Begin 2018 is door de Defensie Materieel Organisatie (DMO) gestart met het
verwervingsproces voor deze koudweeruitrusting.
Door de hoogte van het geraamde bedrag voor deze pakketten moest een Europees aanbestedingstraject
worden gevolgd. De afstemming tussen aanvrager (CLAS) en verwerver (DMO) over de eisen
aan het product vergde daarbij meer tijd dan verwacht. Op 12 september 2018 was nog
niet duidelijk of alle artikelen van het koudweerpakket op tijd beschikbaar zouden
zijn voor de oefening Trident Juncture. Daarom heeft het CLAS, in zijn rol als decentraal
werkgever, geprobeerd om buiten deze lopende aanbesteding op korte termijn koudweer
pakketten voor Trident Juncture te verwerven. De aanbestedingsprocedures lieten dit
echter niet toe zonder deze te overtreden.
Met het oog op de zorg voor het personeel en de ervaringen van Bison Drawsko en eFP,
is besloten om een noodoplossing toe te passen om het personeel alsnog van kleding
te kunnen voorzien op basis van zelfstandige aanschaf, zoals omschreven in mijn brief
over dit onderwerp van 8 oktober jl. (Kamerstuk 27 830, nr. 269). Daarbij konden militairen een voorschot aanvragen voor de aanschaf van de koudweeruitrusting
en hoefden dus niet zelf voor te schieten. U vindt een lijst van de artikelen die
het betreft in bijlage 1 2. In het basispakket voor militairen is al een buitenjas en een isolerend jack opgenomen.
Zoals in de Kamerbrief (Kamerstuk 27 830, nr. 269) vermeld, heeft Defensie inmiddels door middel van een versnelde centrale verwerving
voldoende koudweerpakketten aangekocht en geleverd gekregen. Hierdoor geldt dat voor
de deelnemers aan Trident Juncture, van wie de taakstelling dit vereist, alsnog door
Defensie kan worden voorzien in de benodigde koudweeruitrusting. Om dit mogelijk te
maken is gebruik gemaakt van een escalatieprocedure voor verwervingsprocessen, waarbij
een gecontroleerde afwijking van de aanbestedingsregels mogelijk is.
Zoals ik in het mondelinge vragenuur heb benoemd is duidelijk dat de gang van zaken
in de toekomst anders moet (Handelingen II 2018/19, nr. 4, item 4). De lessons learned zullen we dan ook breder gaan toepassen, zo zal daar waar verwerving dreigt vast
te lopen, de escalatieprocedure in de toekomst vaker worden toegepast.
Helmen en individuele ballistische bescherming
In 2016 is binnen het Korps Commandotroepen (KCT) melding gemaakt van een specifiek
type helm waarvan bepaalde delen vervormden. Met het oog op de veiligheid zijn de
vervormde helmen direct vervangen door nieuwe exemplaren. Dit gebeurde in samenwerking
met DMO en CLAS en onder de garantieregeling van de leverancier, terwijl tegelijkertijd
testen werden voorbereid om te bepalen of de beschermende waarde van de helmen verminderd
was. Dit bleek na uitvoering van de testen niet het geval, de vervormde helmen hadden
dezelfde beschermende waarde als de niet vervormde helmen. De vervormde helmen zijn
desondanks vervangen.
Na vragen van medewerkers van het KCT eind augustus 2018 over de garantiedatum van
de kogelwerende platen in de individuele ballistische bescherming van het KCT is direct
actie ondernomen. De garantietermijn voor de kogelwerende vesten en de ballistische
platen daarin, geeft aan wanneer de verantwoordelijkheid voor het herstel van eventuele
gebreken van het product overgaat van leverancier naar het Ministerie van Defensie.
Vanwege de verlopen garantiedatum bij de kogelwerende vesten van het KCT zijn alle
platen bij TNO aangeboden om te testen of het keramiek nog intact is. Dat bleek bij
de overgrote meerderheid het geval (meer dan 90%). De reden dat sommige platen niet
door de test kwamen was val- en/of stootschade. Platen die fysiek beschadigd zijn
door gebruik (bijvoorbeeld na een val) werden en worden zekerheidshalve vervangen.
Er is vastgesteld dat ook na de garantietermijn van de leverancier van de kogelwerend
vesten, mits in goede staat, de vesten nog aan de eisen voldoen. Onderzoek heeft tot
op heden steeds aangetoond dat de beschermende eigenschappen van de, in de Nederlandse
kogelwerende vesten gebruikte materialen niet achteruitgaan door expiratie (wel door
directe fysieke beschadiging).
Om, zo lang de uitslag van het TNO-onderzoek niet bekend was, zeker te weten dat personeel
van het KCT bij inzet over kwalitatief goede bescherming kan beschikken, zijn de ingezette
eenheden zo snel mogelijk van nieuwe kogelwerende platen voorzien. Tevens zijn voldoende
nieuwe platen besteld om als voorraad te dienen mocht er snel behoefte zijn aan nieuwe
platen. De oude platen die na controle goed waren bevonden zijn toegevoegd aan de
voorraad.
Inmiddels is de controle met röntgenapparatuur onderdeel geworden van de controle
op kwaliteit van kogelwerende platen bij het KCT. Visuele controle en steekproefsgewijze
ballistische testen waren al onderdeel van het beleid en blijven dat. Daarnaast worden
door reeds lopende projecten, zoals VOSS en vervanging gevechtsuitrusting (Kamerstuk
34 000 X, nr. 98, Kamerstuk 27 830, nr. 232) de ballistische beschermingsmiddelen meer gestandaardiseerd en worden er maatregelen
opgesteld om beheer en keuring Defensiebreed te verbeteren.
Vooruitblik en maatregelen
Het is van groot belang dat het defensiepersoneel over de juiste uitrusting kan beschikken
en veilig zijn werk kan doen. Daarom dat er investeringen worden gedaan in de kleding
en uitrusting, maar ook uit de situaties in de voorgaande paragrafen direct lering
getrokken wordt en maatregelen voor de korte en langere termijn genomen worden.
Korte termijn
Ten eerste wordt vanaf heden zoveel mogelijk flexibiliteit in contracten ingebouwd
door het gebruik van optieregelingen en raamovereenkomsten, zoals bijvoorbeeld recent
gebeurd is bij de binnenkort af te sluiten raamovereenkomst voor regenkleding. Hiermee
kan sneller ingesprongen worden op een stijgende vraag naar uitrusting.
Ten tweede worden bestaande noodprocedures, waarmee verwervingstrajecten versneld
kunnen worden, breder bekend gesteld en ruimer toegepast. Te denken valt aan Fast Track Procurement voor inzet en gereedstellingen aan de escalatieprocedure voor verwervingsprocessen,
zoals ook is toegepast voor het alsnog centraal voorzien in koudweeruitrusting.
Ten derde wordt de coördinatie tussen oefenplanning en materieelplanning verbeterd
door deze eerder te starten en het duidelijk aanwijzen van een escalatieniveau voor
problemen, zoals met de koudweeruitrusting voor Trident Juncture.
Ten slotte is er een interventieteam opgericht, waardoor defensiepersoneel bij één
loket terecht kan onder andere voor problemen met de kleding en persoonlijke uitrusting.
Deze problemen worden hierdoor eerder gesignaleerd en er wordt voorkomen dat problemen
lang blijven steken of dat er onduidelijkheid bestaat over de afhandeling ervan. Uit
de eerste ervaringen blijkt dat defensiepersoneel het team goed weet te vinden.
Lange termijn
Ook voor de langere termijn neemt Defensie maatregelen. Op 19 oktober heb ik u geïnformeerd
dat Defensie maatregelen neemt en nog gaat nemen om op termijn de voorraden voor inzet
en gereedstelling op niveau te brengen (Kamerstuk 27 830, nr. 268). Kleding en uitrusting maken hier deel van uit. Een concreet project op het gebied
van kleding en uitrusting waar onlangs extra in is geïnvesteerd, is het Defensie Operationeel
Kledingsysteem (DOKS), waarover u bent geïnformeerd (Kamerstuk 27 830, nr. 260). Dit project realiseert vanaf 2019 stapsgewijs ongeveer 48.000 nieuwe helmen voor
alle militairen en vanaf 2020 ook nieuwe kleding. De DOKS kleding vormt een stevige
kwaliteitsverbetering ten opzichte van het huidige kledingpakket. De DOKS kleding
biedt een goede basis voor optreden in koude en warme omgevingen en reduceert daarmee
het aantal benodigde extra koudweerartikelen. Ook de projecten VOSS (onder andere
smartvestsystemen met ballistische bescherming voor gevechtseenheden zoals de infanteriebataljons)
en vervanging gevechtsuitrusting (onder andere vesten met ballistische bescherming
voor overige eenheden) dragen bij aan een verbetering van de uitrusting van de militairen
vanaf 2019. U bent over deze projecten geïnformeerd met brieven3, de begroting, het Materieelprojectenoverzicht en het jaarverslag.
Tot slot
Defensie komt uit een verleden van schaarste, waarbij de opbouw ook tijd kost, omdat
niet alles in één keer kan. Het is niet te garanderen dat vanaf heden zich geen problemen
meer voordoen op het gebied van kleding en uitrusting. Wel werkt Defensie met deze
maatregelen en investeringen hard aan het bouwen aan een meer solide en robuuste krijgsmacht.
Daarbij worden concrete stappen gezet voor het op orde brengen van materieel en voorraden
voor de tweede hoofdtaak, maar worden tevens de inzet- en gereedstellingsnormen voor
de eerste hoofdtaak in kaart gebracht.
De Staatssecretaris van Defensie,
B. Visser
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Visser, staatssecretaris van Defensie