Brief regering : Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 15 oktober 2018
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 1911 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 oktober 2018
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 15 oktober 2018.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 15 OKTOBER 2018
Externe aspecten migratie
De Raad sprak in aanwezigheid van Directeur-Generaal van IOM (dhr. Vitorino) en de
Hoge Vertegenwoordiger voor Vluchtelingen (dhr. Grandi) over de externe aspecten van
migratie. De Hoge Vertegenwoordiger wees er daarbij op dat de irreguliere migratiestromen
richting Europa in absolute aantallen aanzienlijk zijn afgenomen, vooral op de centrale
Mediterrane route en benoemde een aantal succesfactoren (aanpak smokkel, operatie
Sophia, samenwerking met IOM en UNHCR op Libië en Afrikaanse landen). Tegelijkertijd
zijn er zorgen over de relatieve toename op de westelijke Mediterrane route. Tevens
riep de Hoge Vertegenwoordiger op tot grotere bijdrage van lidstaten aan het EU Trust
Fund voor Afrika.
Ondanks de geboekte resultaten van de AU-EU-VN Taskforce, w.o. de evacuatie van meer
dan 37.000 personen uit Libië, uitten zowel IOM als UNHCR hun zorgen over de veiligheidssituatie
in Libië, waardoor IOM gedwongen is zijn aanwezigheid in Libië te reduceren. UNHCR
gaf aan dat hervestiging werkt maar riep tegelijkertijd op tot grotere inspanningen
door lidstaten om vluchtelingen uit onder andere Niger en Burkina Faso op te nemen.
In de discussie benadrukte een aantal lidstaten het belang van gelijkwaardige samenwerkingspartnerschappen
met Afrikaanse landen, waarin naast de aanpak van illegale migratie ook legale migratie
en de aanpak van grondoorzaken centraal staan. Ook was er onder lidstaten aandacht
voor geografische spreiding en voor de noodzaak op alle mediterrane routes (west,
centraal, oost) inspanningen te blijven plegen.
Nederland heeft in de discussie een alomvattende benadering bepleit conform de integrale
migratieagenda van het kabinet. Ondanks een aantal geboekte successen, blijft de EU
met uitdagingen op het terrein van migratie worden geconfronteerd. Nederland heeft
er daarbij ook op gewezen dat secundaire migratie binnen de EU niet is afgenomen en
dat samenwerking met landen in Noord-Afrika moet worden verdiept o.b.v. de ER-conclusies
van juni jl. De Hoge Vertegenwoordiger zou daarbij een intensievere coördinerende
rol moeten spelen. Nederland heeft ten slotte gewezen op het belang van goede voorbereiding
van de topbijeenkomst tussen de EU en de landen van de Arabische Liga (begin 2019),
waar migratie ook zal worden besproken.
Libië
De Raad sprak mede op verzoek van Nederland over Libië, waar de politieke impasse
voortduurt en geweld tussen milities regelmatig oplaait. De Hoge Vertegenwoordiger
koppelde terug van haar gesprekken met VN-gezant Salamé en onderstreepte – in lijn
met de Nederlandse inzet – het belang van een eensgezinde EU. Alleen op die manier
kan de EU substantieel bijdragen aan het politieke proces dat uiteindelijk moet uitmonden
in nieuwe verkiezingen. Diverse lidstaten spraken expliciet steun uit voor het door
Salamé geleide proces, in het bijzonder zijn inspanningen voor een nieuw staakt-het-vuren.
Er bestond brede consensus over het feit dat aanpak van illegale geldstromen de sleutel
is tot stabiliteit. Daarbij kunnen ook Europese centrale banken een rol spelen. Enkele
lidstaten benadrukten dat sancties tegen individuen een belangrijk middel kunnen zijn,
zowel tegen mensensmokkel en misbruik staatsmiddelen maar nadrukkelijk ook tegen zogenaamde
«spoilers» van het politieke proces. Er was ook aandacht voor economische hervormingen:
alleen door te zorgen dat belastinginkomsten ten goede komen aan de lokale bevolking,
is blijvende stabiliteit mogelijk. Tot slot is er gesproken over de door Italië te
organiseren Libië-conferentie in Palermo op 12–13 november, waarvoor brede steun bestaat.
Diverse lidstaten benadrukten in dit kader nog het belang van een goede follow-up.
Centraal Afrikaanse Republiek
De Raad sprak over de zorgwekkende situatie in de Centraal Afrikaanse Republiek (CAR)
en de noodzaak om de veiligheidssituatie te verbeteren in het land. De Hoge Vertegenwoordiger
benadrukte de urgentie van internationale betrokkenheid bij de CAR en de sleutelrol
die is weggelegd voor de EU op het gebied van stabiliteit. De verlenging van de trainingsmissie
van de EU in de CAR is een belangrijke aanvulling op de diplomatieke inzet van de
EU en EU-hulpprogramma’s.
Venezuela
De Raad sprak over Venezuela en was eensgezind over de ernst van de humanitaire en
politieke situatie in het land. De Venezolaanse regering heeft geen stappen gezet
om de huidige positie van de EU te doen wijzigen. Om dezelfde reden zal de EU niet
als bemiddelaar optreden in een eventuele nieuwe dialoogpoging tussen de regering
en de oppositie. De Hoge Vertegenwoordiger stelde dat er wel naar mogelijkheden zal
worden gekeken om een politiek proces te ondersteunen. Een oplossing voor de crisis
in Venezuela moet democratisch zijn en met steun uit de regio. De komende weken zal
worden onderzocht of deze positie door middel van een EU-verklaring opnieuw kan worden
bekrachtigd.
Overig
Oostelijk Partnerschap
Tijdens de Oostelijk Partnerschap Ministeriële aansluitend aan de RBZ werd samen met
de zes OP-landen stilgestaan bij wat er sinds de oprichting van het Oostelijk Partnerschap
is bereikt en de implementatie van de «20 for 2020 deliverables». De EU-lidstaten waren eensgezind over de hoopvolle resultaten maar diverse lidstaten
– waaronder Nederland – benadrukten tegelijkertijd de noodzaak tot verdere hervormingen
die ten goede van de bevolking komen. Vooral op het vlak van rechtsstaat, anti-corruptie,
beter bestuur en bevordering van het maatschappelijk middenveld blijven hervormingen
achter. In aanvulling daarop werd door de Benelux-landen het belang van strategische
communicatie onderstreept waarbij de focus ligt op concrete, reeds behaalde resultaten
zodat de effecten van de samenwerking tussen de EU en het Oostelijk Partnerschap voor
iedereen zichtbaar zijn.
EU-sanctieregimes
De Raad heeft een EU-sanctieregime aangenomen om wereldwijd de proliferatie en gebruik
van chemische wapens tegen te gaan. Daarnaast lichtten Nederland en VK kort de mislukte
cyberaanval op de OPCW toe en vroegen steun van Lidstaten voor het instellen van een
EU Cyber Sancties regime door de Europese Raad van 18 oktober 2018. In de korte discussie
over sanctieregimes werd ook het Nederlandse initiatief ten aanzien van een EU Global
Human Rights Sanctions Regime (gewijzigde motie van het lid Omtzigt c.s., Kamerstuk
22 112, nr. 2529) genoemd.
Verdwijning Saoedische journalist Khashoggi
Zoals toegezegd tijdens het AO RBZ op 11 oktober jl. heeft het Ministerie van Buitenlandse
Zaken contact opgenomen met het Turkse Ministerie van Buitenlandse Zaken om na te
gaan of steun inzake de kwestie van de verdwenen Saoedische journalist Khashoggi gewenst
is. Uit deze navraag bleek dat Turkije inzet op medewerking door Saoedi-Arabië om
de feiten rond deze kwestie boven water te krijgen. De Hoge Vertegenwoordiger van
de Europese Unie heeft namens de Europese Unie Saoedi-Arabië opgeroepen om volledig
mee te werken met de Turkse autoriteiten, ook heeft de E3 een verklaring uitgedaan.
Secretary of State Mike Pompeo was op 16 oktober in Riyad om de zaak te bespreken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken