Brief regering : Rapport “Outcome-doelen in kaart”
27 529 Informatie- en Communicatietechnologie (ICT) in de Zorg
Nr. 162 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 oktober 2018
Hierbij bied ik u het rapport «Outcome-doelen in kaart» aan1. Het rapport is in opdracht van het Informatieberaad opgesteld door KPMG. Als bijlage
treft u tevens een reactie van het Informatieberaad op het rapport2.
Het Informatieberaad
Het belang van digitalisering in de zorg staat buiten kijf. Om hieraan samen vorm
te geven is in 2014 het Informatieberaad opgericht; een bestuurlijke samenwerking
tussen deelnemers uit de zorg en het Ministerie van VWS.
Zoals u in de brief van 9 februari jl.3 heeft gelezen is het Informatieberaad Zorg opgericht om afspraken, standaarden en
voorzieningen te maken en te bewaken voor een duurzaam informatiestelsel in de zorg.
Dit informatiestelsel is nodig om zorggegevens veilig en betrouwbaar te kunnen delen
tussen zorgverleners onderling en tussen zorgverleners en patiënten.
In het begin was deelname aan het Informatieberaad vrijwillig en deels vrijblijvend,
maar inmiddels geldt voor deze publiekprivate samenwerking dat alle deelnemers een
deel van de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor implementatie van de vier vastgestelde
outcome-doelen4 op zich nemen.
Het bouwen van een duurzaam informatiestelsel voor het gehele zorgveld is een complexe
opgave. Het Informatieberaad heeft de afgelopen jaren gewerkt aan de basis van dit
stelsel. Door afspraken te maken over zorgbrede (informatie)-standaarden, een efficiëntere
en veiligere uitwisseling van medicatiegegevens, stimulering van programma’s zoals
MedMij, Versnellingsprogramma’s Informatie-uitwisseling Patiënt en Professional (VIPP)
in verschillende sectoren, Registratie aan de Bron en bevordering van eenheid van
taal.
Nu partijen klaar zijn om te gaan implementeren, wordt duidelijk dat sturing op samenhang
van groot belang is. Juist om deze reden is het KPMG onderzoek uitgevoerd. Zo ontstaat
zicht op overlap en afhankelijkheden tussen (implementatie)programma’s met een relatie
tot de outcome-doelen. En ook waar sturing op samenhang mogelijk en/of nodig is.
Het rapport biedt een goede foto van het complexe landschap. Het Informatieberaad
gebruikt deze inzichten om de sturing te verbeteren en de implementatie van de outcome-doelen
te bevorderen.
Zoals beschreven in hun reactie, neemt het Informatieberaad de knelpunten uit het
rapport serieus. Het Informatieberaad zet in op vijf instrumenten om samenhang te
bevorderen en strakker op implementatie te sturen. Ik ondersteun deze interventies.
Enkele knelpunten in het rapport worden nog niet volledig opgelost door de voorgestelde
interventies van het Informatieberaad. Het betreft het ontbreken van een landelijke
infrastructuur, duidelijkheid over de regierol van VWS en het ontbreken van een masterplan.
Deze knelpunten hebben raakvlakken met een aantal moties die recent in de kamer aan
de orde zijn geweest.5
Sinds de motie Tan (2011), waarin de overheid verzocht is de ontwikkeling en investering
in het Landelijk Schakelpunt op te schorten, is er geen sprake meer van één landelijke
infrastructuur voor gegevensuitwisseling en ook niet van betrokkenheid van de overheid
bij dergelijke infrastructuren. De genoemde knelpunten houden verder verband met vragen
die gesteld zijn over interoperabiliteit in het algemeen overleg van 5 september 2018
(Kamerstuk 21 501-31, nr. 496).
Met het Informatieberaad stel ik vast dat voortgang niet snel genoeg gaat. Buiten
het Informatieberaad om roepen bestuurders van in het Informatieberaad deelnemende
koepelorganisaties op tot versnelling en regie vanuit VWS, zonder daarbij altijd duidelijk
te zijn wat regie inhoudt. Ook diverse media zetten de digitale uitwisseling van gegevens
op de agenda.
Het kabinet zit niet stil en stimuleert digitalisering. Dat doe ik door stimuleringsregelingen
voor verschillende sectoren en programma’s (zoals eerdergenoemd VIPP en MedMij). Vanwege
het belang van digitale gegevensuitwisseling hebben we in alle hoofdlijnakkoorden
(wijkverpleging, huisartsenzorg, medisch specialistische zorg en geestelijke gezondheidszorg)
evenals in het programma Langer Thuis afspraken gemaakt over betere informatie-uitwisseling
en aansluiting van ICT-systemen tussen zorgverleners en over verbeteren van de toegang
van patiënten tot hun eigen gegevens. Dat gaat de komende jaren effect krijgen.
Ik herken de oproep om meer regie en zal daaraan gehoor geven. De mogelijkheden worden
nu verkend en zal ik voor het einde van dit jaar met uw Kamer delen. Ik herken ook
de oproep voor landelijke voorzieningen en meer verplichting in het veld. Zo kan de
zorg niet zonder het BIG-register en moeten zorggegevens van mensen als het voor goede
zorg nodig is ook tussen regio’s kunnen stromen. Dit vraagt ook een herbezinning van
de rol van de overheid ten opzichte van landelijke infrastructuren.
In het verlengde van motie met Kamerstuk 29 515, nr. 429 van het lid Aukje de Vries c.s. onderzoek ik wat er nodig is in regie, stimulering,
toezicht en handhaving om gegevens-uitwisseling te versnellen. Ik onderzoek de mogelijkheid
van een wettelijk kader als ook de betere inzet van bestaande instrumenten om zo doorzetting
van de resultaten uit het Informatieberaad te bevorderen.
Over de ambities op het gebied van de informatie-uitwisseling, de digitale infrastructuur,
de standaarden en de interoperabiliteit zend ik u een aparte brief. Ik ga dan ook
in op de instrumenten die we beschikbaar hebben om meer regie en een versnelling te
realiseren.
De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg