Brief regering : Conceptonderzoeksvragen NVWA-onderzoeken
33 835 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
Nr. 106
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 oktober 2018
Met deze brief informeer ik uw Kamer over twee door mij in het Algemeen Overleg NVWA
van 14 juni 2018 (Kamerstuk 33 835, nr. 82) aangekondigde onderzoeken. Het eerste onderzoek betreft de doorlichting van de NVWA
op kosteneffectiviteit en efficiëntie, zoals opgenomen in het regeerakkoord (bijlage
bij Kamerstuk 34 700, nr. 34). Het tweede onderzoek beziet de kostenopbouw van de tarieven («retributieonderzoek»).
Beide onderzoeken worden uitgevoerd door de Auditdienst Rijk (ADR). In juli 2018 ben
ik gestart met de voorbereidingen voor het uitvoeren van deze onderzoeken. Met betrokken
partijen is afgelopen zomer gewerkt aan een zorgvuldige opdrachtformulering. Ook zijn
de onderzoekers gestart met het bestuderen van de beschikbare rapporten en met de
eerste ronde van de interviews.
Het doorlichtingsonderzoek moet een beeld geven van wat het management van de NVWA,
de eigenaar van de NVWA en de opdrachtgevers en afnemers van de diensten van de NVWA
doen om een kosteneffectieve en efficiënte taakuitvoering door de NVWA te beheersen
en/of te bevorderen1. Op basis van dit beeld zal de ADR aanbevelingen doen. Het retributieonderzoek gaat
in op de opbouw en wijze van vaststelling van de retributietarieven. Voor dit onderzoek
is een klankbordgroep ingericht met partijen uit het bedrijfsleven.
Bijgaand treft u de conceptonderzoeksvragen voor beide onderzoeken aan. De conceptonderzoeksvragen
van het retributieonderzoek staan geagendeerd voor de eerste bijeenkomst van de klankbordgroep
eind oktober. Ik wil uw Kamer conform mijn toezegging de gelegenheid geven om eventuele
aanvullende vragen naast de geschetste onderzoeksvragen te stellen binnen de context
van de onderzoeken. Van de aanvullende wensen van de klankbordgroep en/of de Tweede
Kamer zal de uitvoerbaarheid en de eventuele consequentie voor de doorlooptijd door
de ADR worden beschouwd.
Gezien het belang van de beide onderzoeken acht ik zorgvuldigheid belangrijk, maar
is ook voortvarendheid geboden. Indien mogelijk ontvang ik de aanvullingen vanuit
uw Kamer graag vóór 1 november aanstaande. Dit stelt de ADR in staat tot een spoedige
uitvoering en afronding van de werkzaamheden te komen. Ik verwacht dat de onderzoeken
op basis van de huidige vraagstelling volgens de met de onderzoekers afgesproken planning
eind december 2018 zullen zijn afgerond.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
BIJLAGE 1 CONCEPTONDERZOEKSVRAGEN DOORLICHTING NVWA
De hoofdvraag is: wat doen het management van de NVWA, de eigenaar van de NVWA en
de opdrachtgevers en afnemers van de diensten van de NVWA om een kosteneffectieve
en efficiënte taakuitvoering door de NVWA te beheersen en/of te bevorderen?
Onderzoeksvragen
Opdrachtgevers VWS en LNV
1. Welke beleidsdoelen moeten door de NVWA volgens de opdrachtgevers LNV en VWS gerealiseerd
worden?
2. Op welke wijze sturen de opdrachtgevers LNV en VWS de realisatie van deze beleidsdoelen
door de NVWA aan?
3. Welke meetbare prestatie-indicatoren en normen over kwaliteit en kosten die samenhangen
met de beleidsdoelen zijn daarbij afgesproken?
4. Wordt de realisatie van beleidsdoelen aan de hand van de prestatie-indicatoren door
de NVWA gemeten en wordt de ontwikkeling in de tijd zichtbaar gemaakt?
5. Hoe sturen de opdrachtgevers LNV en VWS bij als de realisatie van beleidsdoelen, prestatie-indicatoren
of verbeteringen in kosteneffectiviteit en efficiëntie niet aansluiten op de afspraken?
Eigenaar
6. Hoe stuurt de eigenaar op de kosteneffectieve en efficiënte taakuitvoering door
de NVWA?
Afnemers bedrijfsleven
7. Wat doen afnemers in het bedrijfsleven (bij de uitvraag van diensten) om de kosteneffectieve
en efficiënte taakuitvoering door de NVWA te bevorderen?
8. Zijn de afnemers in het bedrijfsleven tevreden over de verhouding tussen prijs en
kwaliteit? Waar is de mate van tevredenheid op gebaseerd?
9. In hoeverre hebben de afnemers in het bedrijfsleven inzicht in de relatie tussen prijs
en kwaliteit van diensten van NVWA? Indien het inzicht ontbreekt wat is dan nodig
om dit te verkrijgen?
NVWA
10. Welke acties heeft de NVWA vanaf 1 januari 2014 in gang gezet om de kosteneffectiviteit
en efficiëntie in de taakuitvoering te verbeteren? Zijn bij het bepalen van die acties
alle taken van de NVWA tegen het licht gehouden?
11. In hoeverre heeft de NVWA invloed op bedrijfsvoeringskosten, met name ICT?
12. In hoeverre heeft de NVWA nagegaan of efficiencywinsten behaald kunnen worden door
uitbesteding van taken aan externe dienstverleners en zijn de mogelijk uit te besteden
taken in kaart gebracht?
13. In hoeverre heeft de NVWA zicht op de uitvoering, voortgang en gerealiseerde en potentiële
opbrengsten van de acties die in gang zijn gezet?
14. In hoeverre stuurt de NVWA bij als de voortgang of de opbrengst van acties achter
blijven bij de verwachting?
BIJLAGE 2 CONCEPTONDERZOEKSVRAGEN KOSTENOPBOUW RETRIBUTIES NVWA
De doelstelling van deze opdracht als is volgt:
Het onderzoeken van de kostenopbouw en de doorvertaling daarvan naar de tarieven van
de NVWA en daarover aanbevelingen te doen.
Onderzoeksvragen:
1. Uitgangspunten retributies
a. Welke uitgangspunten en keuzes hanteert de NVWA bij de retributies?
b. Hoe ziet de huidige systematiek en de effecten daarvan op de kostenopbouw van de retributies
eruit?
c. Hoe is het onderscheid tussen vaste en variabele kosten hier in verwerkt?
2. Kostenopbouw
a. Welke (kosten)componenten en overige factoren zijn van invloed op de kostenopbouw
van de retributies van de NVWA?
b. Zijn deze eenduidig herleidbaar in de kostenopbouw?
c. Heeft het bedrijfsleven invloed op de tarieven, bijvoorbeeld bij specifieke opdrachten
en/of verzoeken?
3. Referentiekaders
a. Hoe vindt de vaststelling van de tarieven plaats?
b. Passen de retributies binnen de gestelde referentiekaders of andere wet- en regelgeving?
4. Welke alternatieven zijn er ten aanzien van de kostenopbouw van de tarieven en daarmee
voor de hoogte en aantal tarieven?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit