Brief regering : Reactie op een tweetal toezeggingen over de voorzitters van de door mij voorgestelde commissies inzake het WODC (herdruk)
28 844 Integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie
Nr. 134 HERDRUK1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 januari 2018
Naar aanleiding van de uitzending van Nieuwsuur d.d. 6 december 2017 over het WODC
heeft uw Kamer mij op 13 december 2017 vragen gesteld via een schriftelijk overleg.
Met het oog op het AO Coffeeshopbeleid van 20 december jl. heb ik met voorrang die
vragen uit het schriftelijk overleg beantwoord die mijns inziens een (beleidsmatige)
relatie hadden met de in dit AO geagendeerde onderwerpen. Deze selectie van vragen
heb ik op 19 december jl. aan uw Kamer verstuurd2. Ik heb getracht de overige door uw Kamer gestelde vragen zoveel als mogelijk te
beantwoorden (zie Kamerstuk 28 844, nr. 133). Omdat ik niet vooruit kan lopen op de door mij aangekondigde onderzoeken en de
uitkomsten hiervan vraag ik uw begrip voor de soms procedurele beantwoording.
Tevens treft u mijn reactie op een eerder verzoek van uw Kamer aan, voldoe ik aan
een tweetal toezeggingen en informeer ik u nader over de voorzitters van de door mij
voorgestelde commissies.
Voorzitter commissie extern onderzoek naar de relatie tussen het WODC en beleidsafdelingen
Inmiddels kan ik u mededelen dat voor de commissie extern onderzoek naar de relatie
tussen het WODC en beleidsafdelingen de heer prof. dr. M.L.M. Hertogh bereid is gevonden
om het voorzitterschap op zich te nemen. In mijn brief van 19 december jl. informeerde
ik u reeds over de invulling van de overige voorzitterschappen, te weten:
– de heer mr. J.A.C.A. Overgaauw voor het extern onderzoek naar de wetenschappelijke
standaard van het onderzoek «Het Besloten club- en het Ingezetenencriterium voor coffeeshops»
uit 2013 en «Internationaal recht en cannabis» uit 2014
– de heer prof. dr. mr. E. Verhulp voor de externe klachtencommissie om na te gaan hoe
de bewuste klacht, die in Nieuwsuur werd genoemd, is afgehandeld.
Reactie uitspraken heer Van Vollenhoven
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft mij op 21 december 2017 verzocht
te reageren op de uitspraken van de heer Van Vollenhoven over het beïnvloeden van
WODC-onderzoeken. De heer Van Vollenhoven heeft in de uitzending van Nieuwsuur van
15 december jl. zijn persoonlijke appreciatie gegeven over het al dan niet incidentele
karakter van de vermeende beïnvloeding door beleidsambtenaren op WODC-onderzoeken
en over de vraag wie dit aan te rekenen valt. Ik verwijs u in dit verband naar mijn
brief van 19 december jl.3 waarin ik uw Kamer heb geïnformeerd over de voortgang van de maatregelen die ik in
mijn brief van 7 december jl.4 heb aangekondigd.
Ook bepleit de heer Van Vollenhoven een wettelijke verankering van het begrip onafhankelijkheid.
Ik zal de uitspraken van de heer van Vollenhoven doorgeleiden aan de door mij ingestelde
commissie die ziet op de relatie tussen het WODC en de beleidsafdelingen. Ik ben van
mening dat elke mogelijke schijn van ongewenste beïnvloeding voorkomen moet worden.
Ik ga derhalve bekijken wat de beste positie voor het WODC is om haar onafhankelijkheid
te waarborgen. Om te kunnen beoordelen of er al dan niet grond is om het WODC meer
op afstand te plaatsen dienen de uitkomsten van de aan uw Kamer toegezegde onderzoeken
te worden afgewacht. Met name het extern onderzoek naar de relatie tussen het WODC
en de beleidsafdelingen is hiervoor van belang. Uiteraard ben ik bereid om, zodra
deze onderzoeksresultaten er zijn, uw Kamer nader te informeren of, en zo ja hoe,
de relatie met het ministerie moet veranderen.
Geactualiseerd overzicht drugsgerelateerde onderzoeken
Daarnaast heb ik, zoals toegezegd bij de beantwoording van vraag 5 in mijn brief van
19 december 2017, een geactualiseerd overzicht bijgevoegd van drugsgerelateerde onderzoeken
die sinds het kabinet Rutte 1 in opdracht of mede in opdracht van het Ministerie van
JenV zijn uitgevoerd (zie bijlage5). In het overzicht is aangegeven welke onderzoeken in opdracht van het WODC door
derden zijn uitgevoerd (A), welke onderzoeken door het WODC zelf zijn uitgevoerd (B)
en welke onderzoeken deels door het WODC en deels door derden zijn uitgevoerd (C).
Per onderzoek is aangegeven wanneer het is gepubliceerd en of en wanneer het aan uw
Kamer is aangeboden. Onder (D) zijn onderzoeken opgenomen die niet in opdracht van JenV zijn verricht, maar die wel in diverse debatten
met de Minister van JenV aan de orde zijn geweest. Het overzicht geeft geen compleet
beeld van alle onderzoeken die op het drugsterrein zijn verricht (zoals onderzoeken
op eigen initiatief door universiteiten of andere onderzoeksinstellingen, onderzoeken
in opdracht van gemeenten etc.).
Toelichting exportpercentage
Tijdens het AO coffeeshopbeleid van 20 december 2017 heb ik toegezegd een nadere toelichting
te geven op de verschillende onderzoeken die zijn verricht naar het percentage in
Nederland geproduceerde cannabis dat wordt geëxporteerd. Deze toelichting treft u
in de bijlage aan6.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid