Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Amendement van het lid Dobbe ter vervanging van nr. 8 over het voor de tweede helft van 2025 terugdraaien van een bezuiniging door de bijdrage Wlz met € 141 miljoen te verhogen.

Nr. 15
AMENDEMENT VAN HET LID DOBBE TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 81

Ontvangen 2 juli 2025

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 141.000 (x € 1.000).

Toelichting

De indiener constateert dat dit kabinet in 2025 een bezuiniging heeft doorgevoerd
op de Wlz-zorg. Per saldo gaat het hier om een resterende ombuiging van € 282 miljoen
volgens de Voorlopige Kaderbrief Wlz 2023–2028 van 22 juni 2023. Dit bedrag is opgebouwd
uit een bezuiniging van € 117 miljoen op de normatieve huisvestingscomponent die zowel
de ouderenzorg, de gehandicaptenzorg en de langdurige ggz treffen, een netto bezuiniging
van € 130 miljoen die gekoppeld is aan de maatregel scheiden wonen en zorg en een
bezuiniging van € 35 miljoen die gekoppeld is aan de post valpreventie. Deze bezuinigingen
zijn voor 2024 teruggedraaid via het aangenomen amendement Dobbe (Kamerstuk 36 600-XVI nr. 4), maar bij de uitvoering daarvan heeft de regering ervoor gekozen deze niet structureel
uit te voeren. Hierdoor zijn deze bezuinigingen alsnog ingegaan.

De indiener constateert dat zorgorganisaties die Wlz-zorg leveren hierdoor in de knel
komen. Zo is nu al te zien dat mede door de bezuiniging op de normatieve huisvestingscomponent
noodzakelijke bouw- en verbouwplannen vooruit worden geschoven, terwijl deze nodig
zijn om voldoende locaties te realiseren of om de energiekosten terug te dringen.
Daarnaast is de financiële situatie van veel zorgorganisaties penibel waardoor de
kans dat er verschraling van zorg plaats zal vinden of zelfs instellingen failliet
zullen gaan aanzienlijk toe is genomen nu deze kortingen zijn doorgevoerd. De indiener
is van mening dat deze situatie zeer onwenselijk is en dat deze besparing een bedreiging
vormt voor de kwaliteit en toegankelijkheid van de Wlz-zorg.

Dit amendement regelt dat de bezuinigingen van € 282 miljoen in het Wlz-kader voor
de tweede helft van het jaar 2025 worden teruggedraaid door de Bijdrage Wet langdurige
zorg (Wlz) met € 141 miljoen te verhogen. Om te voorkomen dat het vergroten van de
budgettaire ruimte leidt tot een tekort in het Fonds Langdurige Zorg, wordt de rijksbijdrage
Wlz overeenkomstig verhoogd.

De dekking hierin wordt gevonden in het terugdraaien van de verhoging van het percentage
van de renteaftrekbeperking van 20% naar 24,5%. Dit moet worden geregeld in het belastingplan
voor 2026. Daarmee komen er vanaf 2026 structureel circa € 382 miljoen extra inkomsten.
Die kunnen dan vanaf 2026 structureel voor 282 miljoen worden aangewend om de genoemde
zorgbezuinigingen op de WLZ terug te draaien. De € 100 miljoen die daarna in 2026
overblijft kan dan worden gebruikt om via een kasschuif het schrappen van de bezuinigingen
in 2025 voor het grootste deel te dekken. De resterende benodigde € 41 miljoen kan
dan via een kasschuif vanuit de overgebleven middelen uit 2027 worden gefinancierd.Indiener
acht dit een geschikte dekking zowel omdat extra uitgaven aan een, in algemene zin,
toch al zeer winstgevend bedrijfsleven ongepast zijn wanneer er tegelijkertijd bezuinigd
wordt op een al jaren noodlijdende zorg. Daarnaast wordt er veel schade aangericht
door private equity in de zorg (en in andere sectoren) en heeft de Kamer zich al meermaals
in meerderheid uitgesproken dit te verbieden. Door de hoge mate van financiering middels
vreemd vermogen is private equity bij uitstek een sector die profiteert van de verhoging
van de renteaftrekbeperking. Door deze verhoging niet door te voeren wordt er dus
gekozen om bezuinigingen op de zorg te schrappen en in plaats daarvan onder andere
private equity minder fiscaal te faciliteren.

Dobbe