Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Nader gewijzigd amendement van het lid Erkens c.s. ter vervanging van nr. 74 over het aanpassen van de aanwijzingstermijn onder het overgangsrecht naar maximaal 40 jaar
36 576 Regels omtrent productie, transport en levering van warmte (Wet collectieve warmte)
Nr. 114
NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID ERKENS C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT
ONDER NR. 74
Ontvangen 26 juni 2025
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel 2.5, eerste lid, wordt «maximaal 30 jaar» vervangen door «maximaal 40 jaar».
II
In artikel 2.7, eerste lid, wordt «maximaal 30 jaar» vervangen door «maximaal 40 jaar».
III
In artikel 3.1, eerste lid, wordt «maximaal 30 jaar» vervangen door «maximaal 40 jaar».
IV
In artikel 4.2, eerste lid, wordt «maximaal 30 jaar» vervangen door «maximaal 40 jaar».
V
In artikel 5.1, eerste lid, wordt «maximaal 30 jaar» vervangen door «maximaal 40 jaar».
VI
Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 11.5, onderdeel b, door een
puntkomma, wordt aan artikel 11.5 een onderdeel toegevoegd, luidende:
c. het besluit van het college en het besluit van de Autoriteit Consument en Markt op
grond van artikel 12.4, lid 7a, als één besluit aangemerkt.
VII
Artikel 11.7 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. De voordracht voor een krachtens artikel 12.4, negende lid, onderdeel b, vast te
stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat
het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
VIII
Artikel 12.4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 12.4, wordt na het zevende lid een lid ingevoegd, luidende:
7a. Het college verlengt op aanvraag van het aangewezen warmtebedrijf de duur van de
aanwijzing bepaald op grond van het tweede tot en met zevende lid, eenmalig met 10
jaar indien de Autoriteit Consument en Markt bij besluit heeft vastgesteld dat uit
een investeringsplan, bedoeld in artikel 2.16, eerste lid, blijkt dat een significante
uitbreiding van de collectieve warmtevoorziening van minimaal 10% van de leveringsaansluitingen
binnen 10 jaar na vaststelling van het investeringsplan wordt gerealiseerd. Het college
kan het besluit intrekken indien het aangewezen warmtebedrijf de significante uitbreiding
niet binnen 10 jaar na vaststelling van het investeringsplan heeft gerealiseerd.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
9. Bij of krachten algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over:
a. de wijze waarop de aanvraag om een besluit als in lid 7b, onderdeel a, wordt ingediend,
de bij de aanvraag om dat besluit te verstrekken gegeven en bescheiden en de termijn
waarbinnen de Autoriteit Consument en Markt het besluit neemt;
b. de wijze waarop uit het investeringsplan blijkt dat er sprake is van een significante
uitbreiding als bedoeld in lid 7b.
IX
In artikel 12.6 wordt na «onderdeel a» ingevoegd »en een besluit van het college op
grond van artikel 12.4, lid 7a».
X
In artikel 12.12a, eerste lid, wordt «maximaal 30 jaar» vervangen door «maximaal 40
jaar».
Toelichting
De indieners van dit amendement willen de aanwijzingstermijn onder het overgangsrecht
verlengen naar maximaal 40 jaar. Warmtebedrijven kunnen voor bestaande netten een
aanwijzing van 40 jaar krijgen als uit hun investeringsplan blijkt dat er een significante
uitbreiding wordt gerealiseerd van minimaal 10% van de leveringsaansluitingen binnen
10 jaar na vaststelling van het investeringsplan wordt gerealiseerd. In lagere regelgeving
wordt hiervoor een toetsingskader uitgewerkt. Dit toetsingskader zal tijdig bekend
worden gemaakt en tegelijk met de Wet collectieve warmte in werking treding. Hierdoor
wordt het voor warmtebedrijven op tijd duidelijk aan welke voorwaarden zij moeten
voldoen om hun aanwijzing met 10 jaar te verlengen. Als er niet voor minimaal 10%
wordt geïnvesteerd, blijft de maximale aanwijzingstermijn 30 jaar.
Door de aanwijzingstermijn te verlengen naar maximaal 40 jaar wordt er beter rekening
gehouden met projecten die een aanloopperiode hebben die doorloopt tot na het moment
dat het wetsvoorstel in werking treedt. Op deze manier wordt er voorkomen dat er onduidelijkheid
ontstaat over de exploitatietermijn en terugverdientijd van deze projecten, wat gevolgen
zou kunnen hebben voor de tarieven van de nieuwe aansluitingen. Ook krijgen warmtebedrijven
nu meer zekerheid dat investeringen die worden gedaan binnen de overgangstermijn kunnen
worden terugverdiend. Daarnaast biedt het verlengen van de aanwijzingstermijn naar
40 jaar meer stimulans voor private warmtebedrijven om te blijven investeren in warmtekavels
gedurende de aanwijzingstermijn die zij op basis van het overgangsrecht krijgen.
Verder wordt met dit amendement voorkomen dat er ongelijkheden ontstaan op de warmtemarkt
omdat de indieners ervoor hebben gekozen om ook de aanwijzingstermijn voor warmtebedrijven
met publiek meerderheidsbelang en warmtegemeenschappen (artikel 2.5), andere warmtebedrijven
(artikel 2.7) en warmtetransportbeheerders te wijzigen naar 20 tot 40 jaar, evenals
de termijn voor ontheffingen voor kleine collectieve warmtesystemen en VvE’s en verhuurders.
Wel blijft de regeling met betrekking tot een minimumtermijn van 14 jaar voor uitbreiding
van een warmtekavel en voor een aanwijzing voor bestaande warmtebedrijven in stand.
Erkens Bontenbal Grinwis Flach
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Silvio Erkens, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Henri Bontenbal, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Pieter Grinwis, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
André Flach, Tweede Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Verworpen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
PVV | 37 | Tegen |
GroenLinks-PvdA | 25 | Tegen |
VVD | 24 | Voor |
NSC | 20 | Tegen |
D66 | 9 | Tegen |
BBB | 7 | Voor |
CDA | 5 | Voor |
SP | 5 | Tegen |
ChristenUnie | 3 | Voor |
DENK | 3 | Tegen |
FVD | 3 | Tegen |
PvdD | 3 | Tegen |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 2 | Voor |
JA21 | 1 | Tegen |