Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van het lid Koekkoek c.s. ter vervanging van nr. 5 over middelen voor het programma Nationale Parken
36 725 XIV Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 15
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID KOEKKOEK C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER
NR. 5
Ontvangen 24 juni 2025
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 21 Land- en tuinbouw worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 23.700 (x € 1.000).
II
In artikel 22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken wordt het verplichtingenbedrag verhoogd met € 23.700 en wordt het uitgavenbedrag verhoogd met € 1.000 (x € 1.000).
Toelichting
Het kabinet heeft in de Voorjaarsnota 2025 aangekondigd dat de structurele financiering
voor het programma Nationale Parken vanaf 2026 wordt stopgezet. Daarmee verdwijnt
de jaarlijkse rijksbijdrage van circa € 5 miljoen euro die cruciaal is voor samenwerking,
kennisdeling en gebiedsontwikkeling binnen het netwerk van 21 nationale parken in
Nederland. Indieners willen middels dit amendement de voorgenomen ombuiging van € 23,7
miljoen terugdraaien.
Nationale parken zijn van grote waarde voor mens, natuur en economie. Jaarlijks bezoeken
ruim 6 miljoen mensen deze gebieden, die daarmee de grootste en voor het publiek gratis
toegankelijke recreatieve voorziening van Nederland vormen. Uit onderzoek van Ecorys
blijkt dat het keurmerk «Nationaal Park» jaarlijks circa € 70 miljoen aan extra economische
waarde genereert, bovenop de bredere baten van natuur. Europees onderzoek toont aan
dat elke euro die in natuur wordt geïnvesteerd een maatschappelijk rendement kan opleveren
van 8 tot zelfs 38 keer de oorspronkelijke investering. Denk aan parken als: De Biesbosch
(Noord-Brabant), De Alde Feanen (Friesland), De Hoge Veluwe (Gelderland) en de Oosterschelde
(Zeeland).
Eind 2025 stopt de financiering voor IVN natuureducatie. IVN biedt circa 25.000 kinderen
en jongeren een natuurbeleving in de omgeving van Nationale Parken. Vanaf 2026 krijgen
de Nationale Parken geen financiële middelen meer. Het gaat hier om middelen bestemd
voor onder andere natuureducatie informatievoorziening, vrijwilligersbeleid, publiekscommunicatie
via bezoekerscentra en gastheer- ondernemers, klimaatadaptatieprogramma’s en vergroening
overgangen landelijk-stedelijk gebied.
Nationale parken spelen een sleutelrol in het realiseren van meerdere maatschappelijke
opgaven: het versterken van biodiversiteit, het creëren van robuuste natuurgebieden,
het bieden van ruimte voor klimaatadaptatie, en het toegankelijk houden van natuur
voor inwoners en toeristen. Bovendien dragen ze bij aan de leefbaarheid en economische
kracht van regio’s.
De parken zijn geen afgezonderde natuurgebieden, ze zijn sociale, economische en ecologische
knooppunten. Jaarlijks trekken ze meer dan 6 miljoen bezoekers, genereren ze € 70
miljoen aan extra bestedingen, en bouwen ze aan een toekomst waarin natuur, landbouw,
wonen en recreatie in balans zijn.
Dit amendement herstelt daarom de rijksbijdrage en zorgt ervoor dat de nationale parken
hun publieke functie ook in de toekomst kunnen blijven vervullen. Indieners beogen
om voor de jaren 2026–2030 de eerder afgesproken rijksbijdrage te behouden. Voor 2026
gaat het om € 1,8 miljoen, voor 2027 € 6 miljoen, voor de jaren 2028, 2029 en 2030
gaat het om ca. € 5,3 miljoen per jaar. Hiermee wordt de eerder afgesproken rijksbijdrage
hersteld. Dit amendement beoogt de niet-juridische verplichte middelen uit art. 21
zodanig te verdelen dat de ombuiging op het Nationaal Programma Parken wordt teruggedraaid.
Koekkoek Dassen Bromet Podt Kostić Grinwis Beckerman Vedder Ergin
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Marieke Koekkoek, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Doğukan Ergin, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Anne-Marijke Podt, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Eline Vedder, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Laura Bromet, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Sandra Beckerman, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Ines Kostić, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Pieter Grinwis, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Laurens Dassen, Tweede Kamerlid