Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van het lid Erkens c.s. ter vervanging van nr. 21 over het aanpassen van de aanwijzingstermijn onder het overgangsrecht naar standaard 40 jaar
36 576 Regels omtrent productie, transport en levering van warmte (Wet collectieve warmte)
Nr. 74
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID ERKENS C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER
NR. 21
Ontvangen 19 juni 2025
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel 2.5, eerste lid, wordt «minimaal 20 en maximaal 30 jaar» vervangen door
«40 jaar».
II
In artikel 2.7, eerste lid, wordt «minimaal 20 en maximaal 30 jaar» vervangen door
«40 jaar».
III
In artikel 2.8, zevende lid, onder b, subonderdeel 3°, wordt «30 jaar» vervangen door
«40 jaar».
IV
In artikel 3.1, eerste lid, wordt «minimaal 20 en maximaal 30 jaar» vervangen door
«40 jaar».
V
In artikel 4.2, eerste lid, wordt «minimaal 20 en maximaal 30 jaar» vervangen door
«40 jaar».
VI
In artikel 5.1, eerste lid, wordt «minimaal 20 en maximaal 30 jaar» vervangen door
«40 jaar».
VII
Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 11.5, onderdeel b, door een
puntkomma, wordt aan artikel 11.5 een onderdeel toegevoegd, luidende:
c. het besluit van het college op grond van artikel 12.4, lid 7b, en het besluit van
de Autoriteit Consument en Markt, bedoeld in artikel 12.4, lid 7b, onderdeel a, als
één besluit aangemerkt.
VIII
Artikel 11.7 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. De voordracht voor een krachtens artikel 12.4, negende lid, onderdeel b, vast te
stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat
het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
IX
Artikel 12.4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Na het zevende lid worden twee leden ingevoegd, luidende:
7a. De duur van de aanwijzing berekend op grond van het derde tot en met zevende lid
wordt verlengd met tien jaar.
7b. Het college kan de duur van de aanwijzing met tien jaar verkorten indien de ACM bij
besluit vaststelt dat uit een investeringsplan blijkt dat binnen 10 jaar na vaststelling
van het investeringsplan niet een significante uitbreiding van de collectieve warmtevoorziening
van minimaal 10% van de leveringsaansluitingen wordt gerealiseerd, of
2. Na het achtste lid wordt een lid ingevoegd luidende:
9. Bij of krachten algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over:
a. de wijze waarop de aanvraag om een besluit als in lid 7b, onderdeel a, wordt ingediend,
de bij de aanvraag om dat besluit te verstrekken gegeven en bescheiden en de termijn
waarbinnen de Autoriteit Consument en Markt het besluit neemt;
b. de wijze waarop uit het investeringsplan blijkt dat er sprake is van een significante
uitbreiding als bedoeld in lid 7b.
X
In artikel 12.12, tweede lid, wordt «30 jaar» vervangen door «40 jaar».
Toelichting
De indieners van dit amendement willen de aanwijzingstermijn onder het overgangsrecht
aanpassen naar standaard 40 jaar. Ook stelt dit amendement alle termijnen voor ontheffingen
op grond van het overgangsrecht van 30 jaar op 40 jaar. Op deze manier krijgen warmtebedrijven
voor bestaande netten op grond van het overgangsrecht een aanwijzing van 40 jaar.
Door de aanwijzingstermijn te verlengen naar in principe standaard 40 jaar wordt er
beter rekening gehouden met projecten die een aanloopperiode hebben die doorloopt
tot na het moment dat het wetsvoorstel in werking treedt. Op deze manier wordt er
voorkomen dat er onduidelijkheid ontstaat over de exploitatietermijn en terugverdientijd
van deze projecten, wat gevolgen zou kunnen hebben voor de tarieven van de nieuwe
aansluitingen. Met een overgangstermijn van 40 jaar krijgen bestaande warmtebedrijven
namelijk zekerheid dat investeringen die tot aan inwerkingtreding van het wetsvoorstel
worden gedaan binnen de geboden overgangstermijn kunnen worden terugverdiend. Daarnaast
biedt het verlengen van de aanwijzingstermijn naar 40 jaar meer stimulans voor private
warmtebedrijven om te blijven investeren in warmtekavels gedurende de ingroeiperiode.
Om te voorkomen dat er ongelijkheden ontstaan op de warmtemarkt hebben de indieners
ervoor gekozen om ook de aanwijzingstermijn voor warmtebedrijven met publiek meerderheidsbelang
en warmtegemeenschappen (artikel 2.5), andere warmtebedrijven (artikel 2.7) en warmtetransportbeheerders
te wijzigen naar 40 jaar, evenals de termijn voor ontheffingen voor kleine collectieve
warmtesystemen en VvE’s en verhuurders. Wel blijft de regeling met betrekking tot
een minimumtermijn van 14 jaar voor uitbreiding van een warmtekavel en voor een aanwijzing
voor bestaande warmtebedrijven in stand.
Erkens Bontenbal Grinwis Flach
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Silvio Erkens, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Henri Bontenbal, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Pieter Grinwis, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
André Flach, Tweede Kamerlid