Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Amendement van het lid Stoffer c.s. ter vervanging van nr. 9 over het verplicht stellen van een formulier voor het aannemelijk maken van het werkelijke rendement
36 706 Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 om een tegenbewijsregeling te introduceren bij het bepalen van het belastbare inkomen uit sparen en beleggen (Wet tegenbewijsregeling box 3)
Nr. 12 AMENDEMENT VAN HET LID STOFFER C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 91
Ontvangen 5 juni 2025
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel A, worden aan het voorgestelde artikel 5.25 twee leden toegevoegd,
luidende:
6. De belastingplichtige maakt gebruik van een door de inspecteur ter beschikking te
stellen formulier om het werkelijke rendement aannemelijk te maken als bedoeld in
het eerste lid.
7. Ter aanvulling op het ter beschikking gestelde formulier kunnen tot zes weken na
verzending van het formulier nadere stukken ingediend worden.
II
In artikel IV, onderdeel D, worden aan het voorgestelde artikel 6a twee leden toegevoegd,
luidende:
4. De belastingplichtige maakt gebruik van een door de inspecteur ter beschikking te
stellen formulier om het werkelijke rendement aannemelijk te maken als bedoeld in
het eerste lid.
5. Ter aanvulling van het ter beschikking gestelde formulier kunnen tot zes weken na
verzending van het formulier nadere stukken ingediend worden.
Toelichting
De Wet tegenbewijsregeling box 3 heeft grote en ingrijpende uitvoeringsgevolgen. Uit
de Uitvoeringstoets volgen maar liefst vijf rode vlaggen. De werving van additioneel
personeel dat benodigd is voor de uitvoering van deze wet wordt «nagenoeg onhaalbaar
geacht».
In de Uitvoeringstoets is ervanuit gegaan dat 2% van alle belastingplichtigen op een
ongestructureerde wijze tegenbewijs zullen aanleveren. Dat betekent dat ongeveer 72.000
belastingplichtigen naar verwachting geen gebruik maken van het formulier Opgaaf Werkelijk
Rendement (OWR-formulier). In een hoog scenario zijn dat zelfs 360.000 belastingplichtigen.
Deze ongestructureerde wijze van aanlevering door een groot aantal belastingplichtigen
leidt tot enorme uitvoeringsproblemen bij de Belastingdienst, wat een correcte uitvoering
vrijwel onmogelijk maakt.
Om zowel belastingplichtigen te ondersteunen als de uitvoering door de Belastingdienst
te verbeteren, stelt de Belastingdienst het OWR-formulier beschikbaar. Hiermee kan
er op een gestructureerde wijze tegenbewijs worden geleverd.
De indieners zijn van mening dat gebruik van het OWR-formulier voor alle betrokkenen
voordelig is en dus gestimuleerd moet worden. De Raad van State adviseert in haar
advies om mitigerende maatregelen te treffen om de uitvoering te ontzien. Specifiek
wijst zij daarbij ook op een mogelijke verplichtstelling van het OWR-formulier.
Zoals in de onderliggende stukken bij het voorliggende wetsvoorstel wordt benoemd,
mogen belastingplichtigen alle gronden, gegevens en bescheiden aandragen die van belang
zijn voor het tegenbewijs. De indieners onderschrijven deze opvatting en willen met
dit amendement geen afbreuk doen aan dit recht. Het blijft voor belastingplichtigen
mogelijk, ook met dit amendement, om alle gronden, gegevens en bescheiden aan te dragen.
De termijn hiervoor wordt gesteld op zes weken na indiening van het (verplichte) OWR-formulier.
Dit is gelijk aan de termijn voor het doen van bezwaar na ontvangst van een aanslag
inkomstenbelasting.
Wel wordt met dit amendement vastgelegd dat dit gepaard moet gaan met het verplichte
gebruik van het OWR-formulier. Bovenop het gebruik van dit formulier kan een belastingplichtige
deze extra informatie aandragen.
Gesteld kan worden dat belastingplichtigen met dit amendement in hun wettelijke recht
beperkt worden. Voor zover dit het geval is, achten de indieners deze inperking gerechtvaardigd
op grond van het algemeen belang. Het verplichte gebruik van het formulier ontlast
de uitvoering, zorgt voor een betere werking van de wet en is daarmee op macroniveau
gunstig voor de hele groep belastingplichtigen die tegenbewijs levert. Dit amendement
beoogt het gebruik van het OWR-formulier te verhogen, en daarmee de uitvoering van
de wet te verbeteren.
Stoffer Stultiens Grinwis Vijlbrief Inge van Dijk Vermeer Van Eijk Kouwenhoven
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Chris Stoffer, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Bram Kouwenhoven, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Henk Vermeer, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Inge van Dijk, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Wendy van Eijk, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Hans Vijlbrief, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Luc Stultiens, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Pieter Grinwis, Tweede Kamerlid