Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Amendement van het lid Welzijn c.s. ter vervanging van nr. 32 over het schrappen van de vierwekenzoektermijn

Nr. 53
AMENDEMENT VAN HET LID WELZIJN C.S TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 321

Ontvangen 17 april 2025

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel D, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst en wordt in de tekst «Artikel 7,
eerste lid,» vervangen door «Het eerste lid».

2. Voor onderdeel 1 (nieuw) wordt een aanhef ingevoegd, luidende:

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

3. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

2. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Onderdeel b vervalt, onder toevoeging van «of» aan het slot van onderdeel a.

b. Onderdeel c wordt verletterd tot onderdeel b.

II

Artikel I, onderdeel Y, komt te luiden:

Y

Artikel 41 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vierde, zesde, achtste en negende lid vervallen, onder vernummering van het vijfde
lid tot vierde lid, het zevende lid tot vijfde lid en het tiende lid tot zesde lid.

2. Het vijfde lid (nieuw) komt te luiden:

5. De documenten, bedoeld in het vierde lid, worden verstrekt binnen vier weken na de
melding, bedoeld in artikel 44.

III

Artikel I, onderdeel Z, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «3.» geplaatst en wordt in de tekst «Aan artikel
43 wordt» vervangen door «Er wordt».

2. Voor onderdeel 3 (nieuw) worden een aanhef en twee onderdelen ingevoegd, luidende:

Artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vierde lid vervalt, onder vernummering van het vijfde lid tot vierde lid.

2. Het vierde lid (nieuw) komt te luiden:

4. Het college beoordeelt in ieder geval de houding en gedragingen gedurende de vier
weken na de melding, bedoeld in artikel 44, van de meerderjarige personen die ten tijde van de aanvraag van algemene bijstand
jonger dan 27 jaar zijn.

IV

Artikel I, onderdeel BB, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «2.» geplaatst en wordt in de tekst «Aan artikel
44 wordt» vervangen door «Er wordt».

2. Voor onderdeel 2 (nieuw) worden een aanhef en een onderdeel ingevoegd, luidende:

Artikel 44 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

2. De belanghebbende heeft zich gemeld als zijn naam, adres en woonplaats bij het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen zijn geregistreerd, en hij in staat is gesteld zijn aanvraag
in te dienen bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, als het een aanvraag
betreft als bedoeld in artikel 41, eerste of derde lid, of bij het college, als het
een aanvraag betreft als bedoeld in artikel 41, tweede lid.

V

In artikel I, onderdeel DD, wordt na «34a,» ingevoegd «wordt «41, vierde, vijfde,
achtste en tiende lid» vervangen door «41, vierde en zesde lid»» en wordt «na «43,
eerste, derde, vierde en vijfde lid,» ingevoegd «43a,» en» vervangen door ««43, eerste,
derde, vierde en vijfde lid» vervangen door «43, eerste, derde en vierde lid, 43a,»»
en wordt na «44, eerste, derde en vijfde lid» ingevoegd «en wordt «78x, eerste lid, onderdeel b» vervangen door «78x, onderdeel b».

VI

Artikel I, onderdeel FF, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «2.» geplaatst en wordt in de tekst «Aan artikel
47d worden» vervangen door «Er worden».

2. Voor onderdeel 2 (nieuw) worden een aanhef en een onderdeel ingevoegd, luidende:

Artikel 47d wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid, onderdeel a, wordt «41, vijfde en zevende lid» vervangen door «41, vierde en vijfde lid» en wordt «43, vijfde lid» vervangen door «43, vierde lid».

VII

Na artikel I, onderdeel KK, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

KK0a

In artikel 78x vervallen de aanduiding «1.» voor het eerste lid alsmede het tweede
lid.

VIII

Na artikel IV worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IVa WET STRUCTUUR UITVOERINGSORGANISATIE WERK EN INKOMEN

In artikel 30a, derde lid, onder a, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk
en inkomen wordt «7, derde lid, onderdeel c» vervangen door «7, derde lid, onderdeel
b».

ARTIKEL IVb WET WERK EN INKOMEN NAAR ARBEIDSVERMOGEN

In artikel 26, derde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt «7,
derde lid, onderdeel c» vervangen door «7, derde lid, onderdeel b».

Toelichting

Uitgangspunt van de Participatiewet is het herstellen van de balans door de mens centraal
te stellen en uit te gaan van vertrouwen. Het handhaven van de vierwekenzoektermijn
voor jongeren tot 27 jaar staat hiermee op gespannen voet.

De vierwekenzoektermijn gaat nog te veel uit van wantrouwen in plaats van vertrouwen.
Dit blijkt ook uit onderzoek.2 De vierwekenzoektermijn schrikt jongeren af om hulp te vragen. Veel jongeren zijn
hierdoor niet (meer) in beeld bij de gemeente. Dit bemoeilijkt hulpverleners om deze
jongeren te bereiken en indien nodig (preventief) te ondersteunen en te zorgen voor
toekomstperspectief.

In dit wetsvoorstel krijgen gemeenten de mogelijkheid om de zoektermijn voor jongeren
van vier weken niet toe te passen als jongeren kwetsbaar zijn (kan-bepaling). Dit
is een stap in de goede richting, maar gaat nog niet ver genoeg en schiet zijn doel
voorbij, omdat het voor de gemeente niet altijd mogelijk is om na één gesprek te beoordelen
of een jongere kwetsbaar is of niet. Daarbij wordt in de memorie van toelichting3 niet duidelijk omschreven wat precies verstaan moet worden onder «jongeren in een
kwetsbare positie». Dit maakt het beoordelen per individu en de vraag of er onwenselijke
effecten optreden door de zoektermijn, onnodig arbeidsintensief en zorgt voor extra
werk voor de uitvoering in de gemeenten.

Met dit amendement wordt de vierwekenzoektermijn in zijn geheel geschrapt, zodat jongeren
tot 27 jaar die een aanvraag doen voor de bijstand niet meer eerst vier weken moeten
wachten, voordat hun aanvraag in behandeling wordt genomen. Dit zorgt voor een vereenvoudiging
in de uitvoering en past bij het principe van uitgaan van vertrouwen.

Bovendien past deze maatregel bij het beleid van de regering om het niet-gebruik van
onder andere de bijstand (volgens onderzoek tussen 15 en 30%) te bestrijden. Bestaanszekerheid
en het terugdringen van complexiteit in de sociale zekerheid worden nadrukkelijk genoemd
in het Hoofdlijnenakkoord en het Regeerprogramma.

Bij de invoering van de vierwekenzoektermijn in 2013 is in de memorie van toelichting
expliciet aangegeven dat deze maatregel «niet verder budgettair zal worden vertaald
in additionele (taakstellende) uitname uit het budget voor de gebundelde uitkering
(BUIG)». Ook werd aangegeven dat bij de invoering van de zoektermijn «de financiële
doelen van de wet onveranderd blijven en geen invloed hebben op de uitvoeringskosten
van gemeenten». Hieruit kan worden geconcludeerd dat de afschaffing van de vierwekenzoektermijn
budgetneutraal kan worden uitgevoerd en er voor het schrappen van de vierwekenzoektermijn
geen extra budget nodig is.

Welzijn Lahlah Ceder Van Kent