Amendement : Amendement van het lid Ouwehand over vermindering van het aantal bedrijfsmatig gehouden dieren
36 618 Wijziging van de Meststoffenwet in verband met de voorwaarden over de maximale mestproductie in de derogatiebeschikking 2022–2025 (Wet wijziging Meststoffenwet in verband met de maximale mestproductie)
Nr. 11
AMENDEMENT VAN HET LID OUWEHAND
Ontvangen 7 oktober 2024
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In het opschrift wordt na «2022–2025» ingevoegd «en wijziging van de Wet dieren om
het aantal bedrijfsmatig gehouden dieren te reduceren».
II
In de beweegreden wordt na «plafonds» ingevoegd «en dat het tevens noodzakelijk is
de Wet dieren te wijzigen om het aantal bedrijfsmatig gehouden dieren te reduceren».
III
Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IIA
De Wet dieren wordt als volgt gewijzigd:
Aan hoofdstuk 2, paragraaf 5, wordt na artikel 2.25 een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 2.26 Vermindering aantal bedrijfsmatig gehouden dieren
1. Het aantal dieren dat bedrijfsmatig wordt gehouden voor de productie van dierlijke
producten bedraagt:
a. per 1 januari 2028 ten minste 70% minder dan het aantal op 1 januari 2025, en
b. per 1 januari 2030 ten minste 75% minder dan het aantal op 1 januari 2025.
2. Het verminderen van het aantal dieren, bedoeld in het eerste lid, wordt bereikt door:
a. het stellen van beperkingen aan het fokken met dieren;
b. het verminderen van de productierechten, bedoeld in artikel 1, onderdeel aa, van de
Meststoffenwet, en
c. het verlagen van de productieplafonds, bedoeld in artikel 18a van de Meststoffenwet.
Toelichting
Dit amendement regelt een stapsgewijze vermindering van het aantal dieren dat wordt
gefokt, gebruikt en gedood in de veehouderij. Deze maatregel is essentieel voor het
bereiken van een forse reductie van de mestproductie en bijbehorende uitspoeling van
nitraat en fosfaat, die nodig is om de te voldoen aan de Nitraatrichtlijn en de Kaderrichtlijn
Water (KRW).
Een forse vermindering van het aantal dieren dat wordt gefokt, gebruikt en gedood
is daarbij een van de meest (kosten)effectieve maatregelen in de strijd tegen klimaatverandering
en verlies van natuur en biodiversiteit wereldwijd. Een forse krimp van het aantal
dieren in de veehouderij lost problemen op waar opeenvolgende kabinetten jaren mee
hebben geworsteld, zonder resultaat: het fraudebevorderende mestoverschot in Nederland,
ernstige stankoverlast en fosfaat- en nitraatvervuiling, waaronder vervuiling van
grondwater en drinkwaterwingebieden. Bovendien wordt het risico op het ontstaan en/of
de verspreiding van voor de mens gevaarlijke zoönosen beperkt met een inkrimping van
het aantal dieren in de veehouderij.
Tevens bespaart dit amendement miljarden dieren het lijden dat onvermijdelijk optreedt
wanneer een dier gefokt wordt met als enige doel om het te gebruiken en/of te doden.
Voor de eerste stapsgewijze reductie is gekozen om aan te sluiten bij de termijn voor
de KRW. Hiermee draagt dit amendement ook bij aan het behalen van de doelen van de
KRW.
De reductie wordt evenredig verdeeld over alle diersoorten die bedrijfsmatig worden
gehouden voor de productie van dierlijke producten.
Ouwehand
Indieners
-
Indiener
Esther Ouwehand, Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Verworpen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
PVV | 37 | Tegen |
GroenLinks-PvdA | 25 | Tegen |
VVD | 24 | Tegen |
NSC | 20 | Tegen |
D66 | 9 | Tegen |
BBB | 7 | Tegen |
CDA | 5 | Tegen |
SP | 5 | Tegen |
ChristenUnie | 3 | Tegen |
DENK | 3 | Tegen |
FVD | 3 | Tegen |
PvdD | 3 | Voor |
SGP | 3 | Tegen |
Volt | 2 | Tegen |
JA21 | 1 | Tegen |