Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van de leden Dijk en Flach ter vervanging van nr. 13 over een acceptatieplicht voor contant geld bij kleine betalingen
36 228 Wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme in verband met het verbod op contante betalingen voor goederen vanaf 3.000 euro (Wet plan van aanpak witwassen)
Nr. 19
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN DIJK EN FLACH TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER
NR. 13
Ontvangen 9 september 2024
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In het opschrift wordt na «terrorisme» ingevoegd «en Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek»
en wordt na «3.000 euro» ingevoegd «en het recht van consumenten op kleinere contante
betalingen».
II
In de beweegredenen wordt na «3.000 euro» ingevoegd «en dat het tevens gewenst is
kleinere contante betalingen door consumenten blijvend te garanderen».
III
Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IIA
Artikel 113 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek komt te luiden:
Artikel 113
1. Indien de schuldenaar een natuurlijke persoon is die handelt voor doeleinden buiten
zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit en de schuldeiser geen natuurlijke persoon is
die handelt voor doeleinden buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit accepteert
de schuldeiser de verbintenis tot betaling van een geldsom in contanten tot het bedrag,
genoemd in artikel 1f, eerste lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren
van terrorisme.
2. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 1
indien dit noodzakelijk is vanwege de veiligheid of de specifieke aard van de werkzaamheden.
3. Het ontwerp van een krachtens lid 2 vast te stellen algemene maatregel van bestuur
wordt aan de beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd. De voordracht voor de vast
te stellen algemene maatregel van bestuur kan worden gedaan nadat vier weken na de
overlegging zijn verstreken, tenzij binnen die termijn door of namens een der kamers
of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der kamers
de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de algemene maatregel van bestuur
bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet
zo spoedig mogelijk ingediend.
Toelichting
Hoewel contant geld een wettig betaalmiddel is, verplicht de wet momenteel individuele
organisaties niet om het te accepteren. Die mogen contant geld weigeren, en op steeds
meer plekken gebeurt dit ook. De indieners zijn bezorgd over de dalende acceptatiegraad
van contant geld in de samenleving. Zo blijkt uit recente cijfers van De Nederlandsche
Bank1 dat bij 12 procent van de apotheken alleen nog maar met een bankpas kan worden betaald.
In parkeergarages en bibliotheken is dit al 16 procent en in bioscopen zelfs 22 procent.
Het wetsvoorstel «Wet plan van aanpak witwassen» bevat een verbod voor handelaren
in goederen om transacties vanaf € 3.000 in contanten te verrichten. De indieners
vrezen dat er in de praktijk, zeker als de huidige trend zich door zet, ook onder
deze grens op steeds minder plekken afgerekend kan worden met contant geld. Zij stellen
daarom een acceptatieplicht voor. Deze acceptatieplicht geldt in principe voor elke
publiek toegankelijke locatie of organisatie die producten of diensten aanbiedt aan
particulieren. De regering krijgt de mogelijkheid om per algemene maatregel van bestuur
uitzonderingen op deze acceptatieplicht in te stellen, indien afdoende wordt onderbouwd
dat dit vanwege de uitvoering of de veiligheid noodzakelijk is. Dit kan bijvoorbeeld
per sector. Dit dient dan wel middels een zogenaamde zware voorhangprocedure voorgelegd
te worden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Een specifiek voorbeeld hiervan
kunnen bijvoorbeeld onbemande tankstations zijn, waarbij het zowel vanwege de uitvoerbaarheid
als de veiligheid onwenselijk kan zijn om een acceptatieplicht voor contant geld op
te leggen.
Veel mensen gebruiken nog dagelijks contant geld. Voor een deel uit gewoonte, soms
omdat ze daar een persoonlijke voorkeur voor hebben, maar vaak ook uit noodzaak. Denk
bijvoorbeeld aan mensen met een fysieke of mentale beperking, de groeiende groep senioren,
mensen in schuldhulpverlening of mensen zonder betaalrekening, zoals vluchtelingen.
Bij elkaar opgeteld gaat dit volgens een recent onderzoek van het bureau McKinsey
om ongeveer 1,5 miljoen mensen.2 2,6 miljoen Nederlanders van 18 jaar en ouder worstelen met de digitale betaalwereld.3 Maar het is niet alleen voor hen van belang dat contant geld breed geaccepteerd blijft
in onze samenleving. Ondanks vele investeringen in de robuustheid van het digitale
betalingsverkeer komen storingen nog steeds met enige regelmaat voor. Bij storingen
in grotere steden wijken mensen dan uit naar alternatieven, maar op regionaal of landelijk
niveau zijn alternatieven niet altijd beschikbaar. Niet iedereen kan in zulke situaties
snel uitwijken naar een andere regio of gedurende langere tijd bepaalde aankopen uitstellen.
Daarom blijft een brede acceptatiegraad van contant geld ook voor de stabiliteit van
het stelsel van belang, omdat het een alternatief biedt dat nauwelijks blootgesteld
is aan verstoringsrisico’s.
Dijk Flach
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Jimmy Dijk, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
André Flach, Tweede Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
PVV | 37 | Voor |
GroenLinks-PvdA | 25 | Tegen |
VVD | 24 | Tegen |
NSC | 20 | Voor |
D66 | 9 | Tegen |
BBB | 7 | Voor |
CDA | 5 | Tegen |
SP | 5 | Voor |
ChristenUnie | 3 | Tegen |
DENK | 3 | Voor |
FVD | 3 | Voor |
PvdD | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 2 | Tegen |
JA21 | 1 | Tegen |