Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Nader gewijzigd amendement van het lid Beckerman ter vervanging van nr. 16 over het afschaffen van een aantal doelgroepcontracten
36 195 Voorstel van wet van de leden Nijboer en Grinwis tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek in verband met het afschaffen van tijdelijke huurcontracten voor zelfstandige woonruimten (Wet vaste huurcontracten)
Nr. 29 NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID BECKERMAN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER
NR. 16
Ontvangen 12 mei 2023
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I worden na onderdeel B zes onderdelen ingevoegd, luidende:
Ba
In artikel 274, eerste lid, onderdeel c, wordt «artikelen 274c tot en met 274e» vervangen door «artikelen 274d en 274e».
Bb
Artikel 274a vervalt.
Bc
Artikel 274b vervalt.
Bd
Artikel 274c vervalt.
Be
In artikel 274d, vijfde lid, vervalt «een jongere als bedoeld in artikel 274c lid 2 en».
Bf
In artikel 274e, vijfde lid, vervalt «een jongere als bedoeld in artikel 274c lid 2 en».
Bg
Artikel 274f vervalt.
II
Na artikel I worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IA
Artikel 11a van de Huisvestingswet 2014 vervalt.
ARTIKEL IB
Artikel 46, derde lid, van de Woningwet vervalt.
III
In artikel II, onderdeel 2, wordt in het voorgestelde tweede lid «en 271» vervangen
door «, 271, 274a tot en met 274c en 274f».
Toelichting
Aedes gaf in het interview met Compaenen (zo blijkt uit de evaluatie Wet doorstroming
huurmarkt 20151) aan dat ervoor moet worden gewaakt dat voor elke aparte groep een doelgroepencontract
wordt gemaakt, want dan worden mensen nooit «normale» woningzoekenden. Indiener is
van mening dat sommige tijdelijke contracten eigenlijk niet nodig zouden moeten zijn.
Het is het afwentelen van de risico’s en de gevolgen van de woningschaarste op de
kwetsbaarste groepen die recht hebben op woonzekerheid. Indiener vindt dat volstrekt
onwenselijk. Daarom stelt indiener de afschaffing van een aantal zogenoemde doelgroepencontracten
voor te beginnen met het doelgroepcontract voor grote gezinnen.
Zodra de kinderen het huis uit zijn verplicht verhuizen om de grote woning voor een
startend gezin weer beschikbaar te stellen: het is een van de plannen die de gemeente
Amsterdam overweegt om de woningcrisis het hoofd te bieden. Indiener vraagt zich af
of dit het juiste middel is. Gezinnen hebben hun hele leven iets opgebouwd en dan
moeten zij de deur uit op het moment dat het kindertal onder een bepaald aantal uitkomt.
Indiener vindt niet dat we in een dergelijke samenleving zo met elkaar moeten omgaan.
Gezinnen hebben net als ieder ander recht op woonzekerheid en zeker als er kinderen
in het spel zijn. Dat laatste bewijst het rapport van de Kinderombudsman en de Nationale
ombudsman.2
Ook voor jongeren is het heel erg moeilijk om (vervolg)huisvesting te vinden. Veel
jongeren zijn aangewezen op woningen met een huur tot aan de kwaliteitskortingsgrens
en tot aan de lage aftoppingsgrens. Maar het aantal huurwoningen met een huurprijs
tot de kwaliteitskortingsgrens en tot aan de lage aftoppingsgrens neemt steeds verder
af. Van 2018 tot en met 2020 daalde het aantal sociale huurwoningen tot aan de kwaliteitskortingsgrens
met € 25.912 en tot aan de lage aftoppingsgrens met € 26.939.3
Er is daarnaast een enorme toename van dakloosheid onder jongeren. Voor jongeren tussen
de 18 en 22 is de stijging in één jaar tijd 50%.4 Ook komt het in de praktijk voor dat jongeren met een tijdelijk huurcontract er vanaf
zien om een geschil met hun verhuurder aan de Huurcommissie voor te leggen. Dit zorgt
voor precaire woonsituaties. Een precaire woonsituatie vormt een aanslag op zowel
de mentale als fysieke gezondheid en het sociaal en arbeid gerelateerd functioneren.
Daarom wil indiener het doelgroepcontract voor jongeren afschaffen.
Indiener wil ook het doelgroepcontract voor mensen met een beperking en ouderen afschaffen.
Voor mensen met een beperking en ouderen is het veel moeilijker om een passende woning
te vinden. Indiener verwacht dat deze problemen voor mensen met een beperking nog
verder vergroot worden na aanpassing van de Huisvestingswet 2014 waarbij mensen met
een economische binding nog meer voorrang kunnen krijgen. Met een opzegtermijn van
minimaal drie maanden en maximaal zes maanden is het in deze woningnood ondoenlijk
om op tijd een andere woning te vinden.
Vanuit het recht op adequate huisvesting, zoals vastgelegd in internationale en Europese
verdragen, dient woonzekerheid de norm te zijn. Met dit amendement geeft indiener
invulling aan de zorgplicht van de overheid voor dit sociale grondrecht zoals vastgelegd
in onze Grondwet. Iedereen heeft namelijk het recht op woonzekerheid
Dit amendement maakt ook waar wat in het coalitieakkoord «Omzien naar elkaar, vooruitkijken
naar de toekomst» is uitgesproken namelijk; «Vaste huurcontracten blijven de norm».
Het amendement wordt nader gewijzigd als gevolg van de tweede nota van wijziging.5
Beckerman
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Sandra Beckerman, Tweede Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Verworpen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen | Niet deelgenomen |
---|---|---|---|
VVD | 34 | Tegen | |
D66 | 24 | Tegen | |
PVV | 17 | Tegen | |
CDA | 14 | Tegen | |
PvdA | 9 | Voor | |
SP | 9 | Voor | |
GroenLinks | 8 | Voor | |
PvdD | 6 | Voor | |
ChristenUnie | 5 | Tegen | |
FVD | 5 | Tegen | |
DENK | 3 | Tegen | |
Groep Van Haga | 3 | Tegen | |
JA21 | 3 | Tegen | |
SGP | 3 | Tegen | |
Volt | 2 | Tegen | |
BBB | 1 | Voor | |
BIJ1 | 1 | Voor | |
Fractie Den Haan | 1 | Voor | |
Gündogan | 1 | Niet deelgenomen | |
Omtzigt | 1 | Tegen |