Amendement : Amendement van de leden Grinwis en Erkens over uitbreiding van de evaluatiebepaling

Nr. 20 AMENDEMENT VAN DE LEDEN GRINWIS EN ERKENS

Ontvangen 17 januari 2023

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel IIA wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. In het eerste lid (nieuw) wordt na «1 maart 2025» ingevoegd «en 1 maart 2028», en
na «op» ingevoegd «het eigen verbruik van afnemers als bedoeld in artikel 95a, eerste
lid, van de Elektriciteitswet 1998 van met zonnepanelen opgewekte elektriciteit, de
ontwikkeling van zonnepanelen op daken, de investeringen in zonnepanelen in de huursector
en de koopsector, en».

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. In het verslag, bedoeld in het eerste lid, wordt de regeling voor de afbouw van de
percentages door artikel II, in samenhang met de redelijke vergoeding, bedoeld in
artikel 31c, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 opnieuw beoordeeld tegen de
achtergrond van de gewenste terugverdientijd van de investeringen in zonnepanelen
van zeven jaar en ten hoogste negen jaar.

Toelichting

Met dit amendement wordt de evaluatiebepaling uit het wetsvoorstel uitgebreid met
een aantal relevante componenten. Voor wat betreft de effecten van de wet op de terugverdientijden
van investeringen in zonnepanelen wordt nader gespecificeerd dat het voorgestelde
afbouwpad van de salderingsregeling, in samenhang met de gehanteerde terugleververgoedingen,
wordt beoordeeld tegen de achtergrond van de gewenste terugverdientijd van de investering
in zonnepanelen van zeven jaar en ten hoogste negen jaar, zoals ook is beschreven
in de memorie van toelichting.

Tevens worden met dit amendement de effecten van de wet geëvalueerd op de ontwikkeling
van zonnepanelen op daken tegen de achtergrond van de beleidsdoelstelling dat zon
op dak moet groeien. Daarbij wordt zowel naar de effecten op de ontwikkeling in investeringen
in zonnepanelen in de koopsector als in de huursector gekeken, mede gelet op de bestaande
zorgen dat investeringen in zonnepanelen in de huursector door de geleidelijke afbouw
van de salderingsregeling mogelijk verder achterop raken vergeleken met de koopsector.

Met dit amendement wordt ook geregeld dat in het verslag aandacht wordt besteed aan
de effecten van de wet op het eigen verbruik, dus achter de meter, van opgewekte elektriciteit.
De indiener beseft dat deze effecten moeilijk precies zijn vast te stellen, maar met
dat de salderingsregeling geleidelijk wordt afgebouwd, ligt het in de lijn der verwachting
dat het eigen verbruik van door eigen zonnepanelen opgewekte elektriciteit gaat toenemen,
en is het daarom opportuun daar bij de evaluatie enig inzicht in te krijgen.

In dit amendement wordt tevens voorgesteld de wet niet alleen aan het begin van de
afbouwperiode, begin 2025, te evalueren, maar ook halverwege, ofwel begin 2028, zodat
bovenstaande relevante aspecten bij deze wet dan opnieuw tegen het licht worden gehouden.

Grinwis
Erkens