Amendement : Amendement van de leden Westerveld en Van der Laan over speciale deskundigheid over sport en bewegen voor ouderen, jongeren en mensen met een beperking

Nr. 9 AMENDEMENT VAN DE LEDEN WESTERVELD EN VAN DER LAAN

Ontvangen 18 mei 2022

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Aan artikel 1 wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Bij de benoeming van de voorzitter en bij de benoeming van de andere leden wordt
ernaar gestreefd dat een of meer van de leden van de Raad beschikken over deskundigheid
over sport en bewegen voor ouderen, jongeren en mensen met een beperking.

Toelichting

De Nederlandse Sportraad heeft tot doel om te adviseren over beleid te aanzien van
sport en bewegen en maatschappelijke vraagstukken in relatie tot sport. Hierbij is
het belangrijk dat er oog is voor alle verschillen in de maatschappij en dat er voldoende
aandacht is voor groepen die nu achterlopen met sport en bewegen.

In Nederland is te zien dat ouderen en puber (leeftijd 12 t/m 17 jaar) minder sporten
en bewegen dan jonge kinderen en volwassenen. Vrouwen sporten net iets minder vaak
dan mannen. En dat mensen met een fysieke beperking vaker niet sporten dan mensen
zonder beperking.1 Hetzelfde geldt voor mensen met verstandelijke beperking.2 En tot slot is een sport en beweegachterstand zichtbaar bij mensen met een migratie-achtergrond.3

Om gedegen advies te kunnen geven over sport en bewegen binnen het Nederlandse beleid
en de huidige maatschappelijke vraagstukken dient er voldoende deskundigheid in de
Sportraad aanwezig te zijn met betrekking tot de groepen die achterlopen. Vandaar
dat de indiener middels dit amendement vast wil leggen dat er voldoende diversiteit
in de Sportraad aanwezig moet zijn.

In artikel 12 van de Kaderwet adviescolleges zijn al eisen gesteld aan de diversiteit
van adviescolleges. Bij de benoeming van de voorzitter en de andere leden dient de
Minister te streven naar een evenredige deelname van vrouwen en personen die behoren
tot een etnische of culture minderheid.4 Maar de uitdagingen binnen sport en bewegen vragen ook expertise rondom ouderen,
jongeren en mensen met een beperking. Als aanvulling op de eisen uit de Kaderwet adviescolleges
wordt daarom opgenomen dat de Minister moet streven naar een diverse samenstelling
waarbij er ook (ervarings)deskundigheid aanwezig is met betrekking tot sport en bewegen
voor ouderen, jongeren en mensen met een verstandelijke en fysieke beperking. Vanwege
de eisen uit de Kaderwet adviescolleges zijn aanvullende bepalingen rondom gender
of mensen met een migratieachtergrond niet nodig.

Westerveld
Van der Laan