Amendement : Amendement van het lid Leijten over lokale partijen onder de reikwijdte van de Wfpp brengen
35 657 Wijziging van de Wet financiering politieke partijen in verband met de evaluatie van deze wet (Evaluatiewet Wfpp)
Nr. 22 AMENDEMENT VAN HET LID LEIJTEN
Ontvangen 10 februari 2022
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel D, wordt het voorgestelde artikel 6a als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «2.» geplaatst.
2. Voor het tweede lid (nieuw) wordt een lid ingevoegd, luidende:
1. In deze paragraaf en de daarop berustende bepalingen wordt, tenzij anders is bepaald
en in afwijking van het bepaalde in artikel 1, onderdeel b, verstaan onder politieke
partij: vereniging die op grond van artikel G 1, G 2, G 3 of Q 6 van de Kieswet, of
een vereniging of stichting die bij of krachtens artikel 19 van de Waterschapswet,
met haar geregistreerde aanduiding boven de kandidatenlijst heeft deelgenomen aan
de laatstgehouden verkiezing van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Eerste Kamer
der Staten-Generaal, provinciale staten, de gemeenteraad of het algemeen bestuur van
een waterschap waarbij aan die lijst ten minste een zetel in het orgaan waarvoor de
verkiezingen plaatsvonden is toegewezen.
II
In artikel I wordt na onderdeel D een onderdeel ingevoegd, luidende:
Da
Aan artikel 7 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voor politieke partijen, zijnde
verenigingen die op grond van artikel G 1, G 2 of G 3 van de Kieswet, of verenigingen
of stichtingen die bij of krachtens artikel 19 van de Waterschapswet, met hun geregistreerde
aanduiding boven de kandidatenlijst hebben deelgenomen aan de laatstgehouden verkiezing
van provinciale staten, de gemeenteraad of het algemeen bestuur van een waterschap,
en waarbij aan die lijst ten minste een zetel in het orgaan waarvoor de verkiezingen
plaatsvonden is toegewezen, van het eerste lid afwijkende regels gesteld worden.
III
Artikel I, onderdeel E, wordt na onderdeel 1, aanhef, een subonderdeel ingevoegd,
luidende:
0a. In de aanhef wordt na «subsidie» ingevoegd «voor politieke partijen, zijnde verenigingen
die met hun conform artikel G 1 of Q 6 van de Kieswet geregistreerde aanduiding boven
de kandidatenlijst hebben deelgenomen aan de laatstgehouden verkiezing van de Tweede
Kamer of de Eerste Kamer der Staten-Generaal, waarbij aan die lijst ten minste een
kamerzetel is toegewezen,».
IV
In artikel I wordt na onderdeel Ea een onderdeel ingevoegd, luidende:
Eb
Na artikel 8 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 8a
1. Het voor politieke partijen, zijnde verenigingen die op grond van artikel G 1, G 2
of G 3 van de Kieswet, of verenigingen of stichtingen die bij of krachtens artikel 19
van de Waterschapswet, met hun geregistreerde aanduiding boven de kandidatenlijst
hebben deelgenomen aan de laatstgehouden verkiezing van provinciale staten, de gemeenteraad
of het algemeen bestuur van een waterschap, waarbij aan die lijst ten minste een zetel
in het orgaan waarvoor de verkiezingen plaatsvonden is toegewezen, in totaal beschikbare
subsidiebudget, is gelijk aan de som van het ingevolge artikel 8 in totaal beschikbare
subsidiebudget.
2. De subsidie wordt op bij algemene maatregel van bestuur te bepalen wijze verdeeld
in een basisbedrag en een bedrag per zetel. Voorts wordt het bedrag per lid berekend
door € 575.000 van het totaal beschikbare subsidiebudget te delen door het totale
aantal leden van de in het eerste lid bedoelde politieke partijen die op de peildatum
subsidie ontvangen.
3. Voor de toepassing van het eerste en tweede lid wordt voor de vaststelling van het
aantal zetels van en het aantal leden uitgegaan van de peildatum.
4. Het bedrag, genoemd in het tweede lid, wordt jaarlijks met ingang van 1 januari bij
ministeriële regeling gewijzigd, overeenkomstig de voor de rijksbegroting gehanteerde
loon- en prijsbijstelling en afgerond op het naastbij gelegen gehele getal.
V
Artikel I, onderdeel G, wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «2.» geplaatst en in de tekst wordt «artikel 10,»
vervangen door «het».
2. Voor onderdeel 2 (nieuw) worden een aanhef en een onderdeel ingevoegd, luidende:
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt «van de Eerste of Tweede Kamer der Staten-Generaal» en
wordt «kamerzetels» telkens vervangen door «zetels».
VI
In artikel I, onderdeel H, onderdeel 1, wordt na «eerste lid» ingevoegd «vervalt «van
de Eerste of Tweede Kamer der Staten-Generaal», wordt kamerzetels» vervangen door
«zetels» en».
VII
Artikel I, onderdeel I, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 1 wordt na «eerste lid» ingevoegd «vervalt «van de Eerste of Tweede
Kamer der Staten-Generaal», wordt «kamerzetels» vervangen door «zetels» en».
2. In het met onderdeel 2 voorgestelde tweede lid wordt «kamerzetels» telkens vervangen
door «zetels».
VIII
In artikel I wordt na onderdeel I een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ia
In artikel 15, eerste lid, vervalt «van de Eerste of Tweede Kamer der Staten-Generaal»
en wordt «kamerzetels» vervangen door «zetels».
IX
In artikel I, onderdeel K, wordt na «artikel 17» ingevoegd «wordt na «Eerste Kamer
der Staten-Generaal» ingevoegd «, provinciale staten, de gemeenteraad of het algemeen
bestuur van een waterschap» en».
X
In artikel I wordt na onderdeel K een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ka
Na het opschrift van paragraaf 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 19a
In deze paragraaf en de daarop berustende bepalingen wordt, tenzij anders is bepaald
en in afwijking van het bepaalde in artikel 1, onderdeel b, verstaan onder politieke
partij: vereniging die op grond van artikel G 1, G 2, G 3 of Q 6 van de Kieswet, of
een vereniging of stichting die bij of krachtens artikel 19 van de Waterschapswet,
met haar geregistreerde aanduiding boven de kandidatenlijst heeft deelgenomen aan
de laatstgehouden verkiezing van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Eerste Kamer
der Staten-Generaal, provinciale staten, de gemeenteraad of het algemeen bestuur van
een waterschap waarbij aan die lijst ten minste een zetel in het orgaan waarvoor de
verkiezingen plaatsvonden is toegewezen.
XI
Aan artikel I, onderdeel O, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voor politieke partijen, zijnde
verenigingen die op grond van artikel G 1, G 2 of G 3 van de Kieswet, of verenigingen
of stichtingen die bij of krachtens artikel 19 van de Waterschapswet, met hun geregistreerde
aanduiding boven de kandidatenlijst hebben deelgenomen aan de laatstgehouden verkiezing
van provinciale staten, de gemeenteraad of het algemeen bestuur van een waterschap,
waarbij aan die lijst ten minste een zetel in het orgaan waarvoor de verkiezingen
plaatsvonden is toegewezen, van het eerste lid, aanhef en onderdeel 2, tweede en derde
lid, afwijkende regels gesteld worden.
XII
Artikel I, onderdeel S, komt te luiden:
S
Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. In de periode die aanvangt op 1 januari van het tweede kalenderjaar voor het jaar
waarin de kandidaatstelling voor een verkiezing als bedoeld in de onderdelen a tot
en met d plaatsvindt en eindigt op de dag van stemming, zijn de artikelen 21, 23,
23a en 28 van overeenkomstige toepassing op:
a. een vereniging, waarvan de aanduiding op grond van artikel G 1 van de Kieswet is geregistreerd
in het register van aanduidingen voor de verkiezing van leden van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal, die deelneemt aan een verkiezing van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
terwijl aan die vereniging bij de laatst gehouden verkiezingen geen kamerzetels zijn
toegewezen;
b. een vereniging, waarvan de aanduiding op grond van artikel G 1 of G 2 van de Kieswet
is geregistreerd in het register van aanduidingen voor de verkiezing van leden van
provinciale staten, die deelneemt aan een verkiezing van provinciale staten, terwijl
aan die vereniging bij de laatst gehouden verkiezingen geen zetels zijn toegewezen;
c. een vereniging, waarvan de aanduiding op grond van artikel G 1, G 2, of G 3 van de
Kieswet is geregistreerd in het register van aanduidingen voor de verkiezing van leden
van de gemeenteraad, die deelneemt aan een verkiezing van de gemeenteraad, terwijl
aan die vereniging bij de laatst gehouden verkiezingen geen zetels zijn toegewezen;
d. een vereniging of stichting, waarvan de aanduiding bij of krachtens artikel 19 van
de Waterschapswet is geregistreerd, die deelneemt aan een verkiezing van het algemeen
bestuur van een waterschap, terwijl aan die vereniging of stichting bij de laatst
gehouden verkiezingen geen zetels zijn toegewezen.
2. In het tweede lid wordt «de vereniging» vervangen door «de rechtspersoon, bedoeld
in het eerste lid,».
3. In het derde lid wordt «De vereniging» vervangen door «De rechtspersoon, bedoeld
in het eerste lid,».
XIII
In artikel I, onderdeel T, wordt in onderdeel 1, na «eerste lid» ingevoegd «wordt
na «Tweede Kamer der Staten-Generaal» ingevoegd «, provinciale staten, de gemeenteraad,
of het algemeen bestuur van een waterschap,»,».
XIV
In artikel I wordt na onderdeel T een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ta
Aan artikel 33 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing indien:
a. een fractie van een politieke partij in provinciale staten wordt gesplitst en de nieuwe
fractie die als gevolg hiervan is ontstaan blijkens een gezamenlijke verklaring is
verbonden met een vereniging waarvan de aanduiding op grond van artikel G 1 of G 2
van de Kieswet is geregistreerd;
b. een fractie van een politieke partij in de gemeenteraad wordt gesplitst en de nieuwe
fractie die als gevolg hiervan is ontstaan blijkens een gezamenlijke verklaring is
verbonden met een vereniging waarvan de aanduiding op grond van artikel G 1, G 2 of
G 3 van de Kieswet is geregistreerd;
c. een fractie van een politieke partij in het algemeen bestuur van een waterschap wordt
gesplitst en de nieuwe fractie die als gevolg hiervan is ontstaan blijkens een gezamenlijke
verklaring is verbonden met een vereniging of stichting waarvan de aanduiding bij
of krachtens artikel 19 van de Waterschapswet is geregistreerd.
Toelichting
Indiener wil dat financiering van politieke partijen met belastinggeld te verdedigen
is met het argument dat partijen mee moeten kunnen doen aan verkiezingen, zonder dat
zij afhankelijk zijn of worden van bedrijven of particulieren die met giften politieke
invloed en macht kopen. Voor politieke partijen moeten dan wél normen worden gesteld
om die onafhankelijkheid en de transparantie te waarborgen en het vertrouwen in de
politiek en verkiezingen te vergroten. Dit amendement bewerkstelligt dat ook partijen
die deelnemen aan de verkiezingen voor provinciale staten, de gemeenteraad en de waterschappen
onder het regime van de wet vallen. Dit maakt subsidie voor lokale partijen mogelijk
wat een gelijker speelveld creëert. Daarnaast moeten zij ook voldoen aan de gestelde
verplichtingen die volgen uit de wet, met uitzondering van de verplichte accountantsverklaring.
Dat zou een onevenredige administratieve belasting met zich meebrengen voor lokale
partijen. Het toezicht kan daarom bij algemene maatregel van bestuur anders geregeld
worden. Het risico op financiële beïnvloeding op lokaal niveau – waar de afstand tot
de volksvertegenwoordiging relatief gering is en de aard van de beslissingen concreter –
is eerder groter dan kleiner dan op het landelijk niveau. Daarom acht de indiener
het wenselijk om ook partijen op lokaal niveau onder de reikwijdte van het wetsvoorstel
te brengen.
Leijten
Indieners
-
Indiener
R.M. Leijten, Tweede Kamerlid