Amendement : Amendement van de leden Harbers en Geurts over een hardheidsclausule
35 600 Wijziging van de Wet natuurbescherming en de Omgevingswet (stikstofreductie en natuurverbetering)
Nr. 18 AMENDEMENT VAN DE LEDEN HARBERS EN GEURTS
Ontvangen 10 december 2020
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel B, wordt na het voorgestelde artikel 1.12g een artikel ingevoegd,
luidende:
Artikel 1.12ga
Als bij de beoordeling, bedoeld in artikel 1.12f, derde lid, blijkt dat ondanks alle
maatregelen die al zijn getroffen een instandhoudingsdoelstelling voor een voor stikstof
gevoelige habitat in een Natura 2000-gebied niet kan worden bereikt of alleen met
een onevenredige inspanning kan worden bereikt als gevolg van stikstofdepositie die
wordt veroorzaakt door bronnen in andere lidstaten van de Europese Unie, overlegt
Onze Minister met de lidstaten waaruit de stikstof overwegend afkomstig is, over maatregelen
in die lidstaten om de emissie te verminderen. Als die vermindering redelijkerwijs
niet mogelijk is, overlegt Onze Minister met de Europese Commissie over de toepassing
van de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn voor dit Natura 2000-gebied en de betrokken
habitat.
Toelichting
De regels in het wetsvoorstel stikstofreductie en natuurverbetering richten zich tot
de overheid, in het bijzonder de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Zij werken niet direct door naar individuele burgers en ondernemers. De Minister moet
ervoor zorgen dat wordt voldaan aan de resultaatsverplichtende omgevingswaarde voor
stikstof. Het door de Minister vastgestelde programma stikstofreductie en natuurverbetering
bevat daarvoor bronmaatregelen. Daarnaast is het programma gericht op behoud van de
relevante natuurwaarden in de Natura 2000-gebieden en zet het in op herstel waar dat
nodig is gezien de instandhoudingsdoelen van het gebied. Daarvoor bevat het programma
ook specifieke natuurmaatregelen. De effectiviteit van de maatregelen wordt gemonitord.
Dat gebeurt op geaggregeerd niveau. De individuele burger of ondernemer wordt niet
afgerekend als de wettelijke en Europeesrechtelijke doelen niet dreigen te worden
gehaald. Als bijsturing nodig is, zal steeds opnieuw moeten worden bezien op welke
wijze dat het best kan gebeuren.
Als het gaat om het realiseren van de instandhoudingsdoelstellingen in de individuele
Natura 2000-gebieden, is het van belang dat de overheid rekening kan houden met uitzonderlijke
omstandigheden waardoor die doelstellingen niet kunnen worden gehaald die buiten de
macht van de overheid liggen. Voor een deel is dat al verzekerd door de jurisprudentie
van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Het Hof heeft namelijk geoordeeld dat
als een Natura 2000-gebied niet meer tot de doelen van de Vogelrichtlijn of de Habitatrichtlijn
kan bijdragen ondanks het feit dat een lidstaat voldoende beschermingsmaatregelen
heeft genomen om achteruitgang te voorkomen, deze lidstaat aan de Commissie de intrekking
van de beschermde status van het gebied moet voorstellen. Het Hof overweegt: «Indien
deze staat zou nalaten om die schrapping van dit gebied voor te stellen, zou immers
worden doorgegaan met het vergeefs inzetten van schaarse middelen voor het beheer
van dat gebied die de instandhouding van de natuurlijke habitats en soorten niet ten
goede komen. Bovendien zou het behouden in het netwerk Natura 2000 van gebieden die
definitief niet meer aan de verwezenlijking van de doelstellingen ervan kunnen bijdragen,
niet stroken met de vereisten inzake de kwaliteit van dit netwerk.» 1 Deze hardheidsclausule van het Hof is relevant als doelen in een specifiek Natura
2000-gebied door natuurlijke oorzaken – zoals klimatologische omstandigheden – niet
kunnen worden gerealiseerd en de lidstaat redelijkerwijs alles heeft gedaan om achteruitgang
te voorkomen. De Hofuitspraak geldt ook voor specifieke doelen en natuurwaarden in
het gebied.
Een tweede situatie – waarover het Hof zich nog niet heeft uitgesproken – betreft
de situatie dat blijkt dat stikstofdepositie door bronnen in andere EU-lidstaten in
de weg staat aan realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen in een specifiek
Natura 2000-gebied. Als blijkt dat een instandhoudingsdoelstelling voor een voor stikstof
gevoelige habitat in een Natura 2000-gebied niet of alleen met een onevenredige inspanning
door de overheid kan worden bereikt als gevolg van stikstofdepositie die wordt veroorzaakt
door bronnen in andere lidstaten, ligt het in de rede dat de Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit met de betrokken lidstaten overlegt over maatregelen in
die lidstaten om de stikstofdepositie terug te brengen. Dit vanuit de EU-beginselen
van loyale samenwerking en aanpak bij de bron. Als terugbrengen van de depositie vanuit
die lidstaten redelijkerwijs niet mogelijk is, ligt het in de rede dat de Minister
met de Europese Commissie overlegt over de toepassing de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn
voor deze specifieke doelen in de betrokken Natura 2000-gebieden. Deze procedure wordt
als onderdeel van het systeem van monitoring en bijsturing in de Wet natuurbescherming
verankerd. In lijn daarmee zal de algemene maatregel van bestuur die uitvoering geeft
aan het wetsvoorstel stikstofreductie en natuurverbetering deze procedureregel ook
verankeren in het Besluit kwaliteit leefomgeving, dat na overgang van de natuurwetgeving
naar de Omgevingswet de regels over monitoring en bijsturing zal bevatten.
Harbers
Geurts
Indieners
-
Indiener
M.G.J. Harbers, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
J.L. Geurts, Tweede Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 32 | Voor |
PVV | 20 | Voor |
CDA | 19 | Voor |
D66 | 19 | Voor |
GroenLinks | 14 | Tegen |
SP | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Tegen |
ChristenUnie | 5 | Voor |
PvdD | 4 | Tegen |
50PLUS | 3 | Voor |
DENK | 3 | Tegen |
SGP | 3 | Voor |
FVD | 2 | Voor |
Krol | 1 | Voor |
Van Kooten-Arissen | 1 | Tegen |