Brief regering : Reactie op de gewijzigde motie van het lid Ploumen c.s. over uitdragen dat ME/CVS wordt beschouwd als chronische ziekte en op de motie van het lid Ploumen over toetsen van de beoordeling van cliënten met ME/CVS
34 170 Chronisch Vermoeidheidssyndroom (ME/CVS)
Nr. 14
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 oktober 2019
Met deze brief reageer ik op de gewijzigde motie van het lid Ploumen c.s. (Kamerstuk
34 170, nr. 11) die de regering vraagt om uit te dragen dat bij het ontwikkelen van beleid uitgegaan
wordt van het advies van de Gezondheidsraad over ME/CVS en op de motie van het lid
Ploumen die aandacht vraagt voor het toetsen van de beoordeling van cliënten met ME/CVS.
De stemming in uw Kamer over deze moties staat geagendeerd op 1 oktober 2019.
Zoals ik in mijn reactie op het advies van de Gezondheidsraad heb aangegeven vind
ik het belangrijk dat patiënten in hun klachten serieus worden genomen. De eerste
motie (ter vervanging van die gedrukt onder Kamerstuk 34 170, nr. 8) sluit hier goed bij aan. Daarom laat ik deze motie over aan het oordeel van uw Kamer.
Ik ontraad de tweede motie over toetsen van de beoordeling van cliënten met ME/CVS
(Kamerstuk 34 170, nr. 9). Patiënten hebben nu al de mogelijkheid om bezwaar te maken als zij menen dat in
strijd met beleid wordt gehandeld. Verzekeringsartsen zijn recent opnieuw op het beleid
gewezen. Binnenkort zullen patiënten nader gewezen worden op hun mogelijkheden om
een herbeoordeling aan te vragen, in lijn met de motie van het lid Raemakers (Kamerstuk
34 170, nr. 7) die uw Kamer op 24 september jl. heeft aangenomen (Handelingen II 2019/20, nr. 4,
stemmingen motie reactie op het advies van de gezondheidsraad inzake ME/CVS). Bovendien
is onduidelijk of het UWV een dergelijk onderzoek in de praktijk zou kunnen uitvoeren,
gegeven het feit dat beoordelingen plaatsvinden op basis van de mogelijkheden en beperkingen
van mensen, en niet hun ziektebeeld. Dit alles maakt dat een dergelijke motie geen
verbetering brengt voor het perspectief van de patiënten, maar wel tot veel onduidelijkheid
en discussie kan leiden.
Ik hoop uw Kamer hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins
Indieners
-
Indiener
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg