Brief regering : 5G en gezondheid
27 561 Nationaal Antennebeleid
Nr. 46
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT EN MINISTER VOOR MEDISCHE
ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 april 2019
Met deze brief wordt invulling gegeven aan de vraag van de vaste commissie voor Volksgezondheid,
Welzijn en Sport (VWS) en Economische Zaken en Klimaat (EZK) een kabinetsreactie aan
uw Kamer te doen toekomen ten aanzien van mogelijke gezondheidsrisico’s van 5G. In
deze brief wordt eerst kort ingegaan op de kenmerken van de 5G-technologie en het
Nederlandse beleid. Vervolgens worden de huidige inzichten en onderzoekstrajecten
op het gebied van de relatie tussen 5G en gezondheid beschreven.
Kenmerken 5G technologie
Ongeveer eens per tien jaar maakt de wereld kennis met een nieuwe generatie technologie
voor mobiele netwerken. In 1992 werden de tweede generatie (2G) GSM-netwerken in gebruik
genomen. GSM is geschikt voor telefoneren en korte tekstberichten (SMS). Sinds 2001
is UMTS (3G) beschikbaar in de mobiele netwerken met meer datacapaciteit dan GSM en
geschikt om mee te internetten. Vanaf begin 2013 is LTE (4G) beschikbaar in de mobiele
netwerken, met hogere snelheden en zo nog meer geschikt voor internetten.
Draadloze connectiviteit is een onmisbare grondstof geworden voor de Nederlandse samenleving
en een belangrijke voorwaarde voor economische groei en maatschappelijke ontwikkeling.
5G is weer een volgende stap in de digitale toekomst en kan vanaf 2020 beschikbaar
komen. Kenmerkend voor 5G is de veel hogere datacapaciteit en lagere latentie (vertraging)
in de communicatie tussen apparaten. Met deze technologische innovatie van 5G kan
zo een breed palet aan diensten geleverd worden aan klanten die sterk uiteenlopende
behoeftes hebben. Een belangrijk onderdeel van de infrastructuur wordt gevormd door
antennes, die signalen verzenden en ontvangen. Antennes zetten elektrische signalen
om in niet-zichtbare elektromagnetische velden (EMV).
Met de introductie van het 5G-netwerk zullen op lokaal niveau antennes met een kleiner
bereik hun intrede doen die gebruik maken van hogere frequenties, zoals de 26 GHz
band. Daarnaast zullen de 5G-netwerken gebruik maken van antennetechnieken die het
mogelijk maken om met meerdere antennes te werken voor het ontvangen en verzenden
van informatie over hetzelfde radiokanaal, in een bundel naar de eindgebruiker. Hierdoor
kan er sprake zijn van een dynamische EMV-blootstelling. Echter, ook in deze situaties
dient de EMV-blootstelling binnen de daarvoor gestelde limieten te blijven.
Huidig beleid
Om gezondheidsschade van sterke elektromagnetische velden te voorkomen heeft een internationale
commissie blootstellingslimieten opgesteld voor elektromagnetische velden, die ook
in Nederland worden gehanteerd.1 Deze limieten bevatten een ruime veiligheidsmarge, die rekening houden met kwetsbare
groepen, zoals ouderen, kinderen en mensen met een zwakke gezondheid. De veiligheidsmarges
zijn vijftig keer lager dan het niveau waarboven gezondheidseffecten kunnen optreden.2 De International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection (ICNIRP) beoordeelt
hiervoor regelmatig de stand van de wetenschap op het gebied van elektromagnetische
velden en gezondheid. Er zijn verschillende blootstellingslimieten voor elektromagnetische
velden van verschillende frequenties. De limieten zijn gebaseerd op wetenschappelijk
vastgestelde effecten die tijdens of kort na blootstelling kunnen optreden.3
Ook voor het gebruik van de hogere frequentiebanden zoals de 26 GHz-band zijn deze
limieten van toepassing. De Gezondheidsraad geeft aan dat er geen gevaar is voor de
volksgezondheid, zolang de limieten gehanteerd worden.4 Omdat 5G uiteindelijk van alle frequentiebanden die daarvoor zijn aangewezen gebruik
kan maken, zijn ook de adviezen van de Gezondheidsraad – die daar de afgelopen jaren
betrekking op hadden – nog steeds relevant en worden in deze brief ook meegenomen.
Op grond van het Besluit radioapparaten 2016 en de Europese Radio Richtlijn dienen
radioapparaten, zoals mobiele telefoons, voor het op de markt aanbieden te voldoen
aan de ICNIRP-limieten. Om aan te tonen dat deze apparatuur veilig is, hanteert de
industrie de blootstellingslimieten zoals die beschreven zijn in de Europese normen.
Producten met een CE-markering voldoen volgens de fabrikant aan deze normen. Dezelfde
eis is ook van toepassing op de eerste ingebruikneming van zenders/antennes, zoals
voor 5G. Het Agentschap Telecom houdt hier toezicht op en doet veldsterktemetingen
door het gehele land om te controleren of de blootstellingslimieten niet worden overschreden.
Uit metingen van het Agentschap Telecom door het gehele land blijkt (over het gehele
radiofrequentiegebied van 100 kHz tot 6 GHz) dat de limieten nergens worden overschreden
en ook ver onder de strengste blootstellingslimieten bevinden. Dit wordt uitgedrukt
in volt per meter (V/m). Op straatniveau wordt in de meeste gevallen 0,5 tot 3 V/m
gemeten. In een woning is dit 1 V/m. Dit is ver onder de strengste blootstellingslimiet
van 28 V/m. Alle metingen zijn te vinden op de website van het Antennebureau. Waar
we vervolgens voor staan en op inzetten is het meten en monitoren van de EMV-waarden
in de publieke ruimte om te borgen dat deze binnen de daarvoor geldende limieten blijven.
Het voornemen is om deze beschikbare metingen te koppelen aan het publiek toegankelijke
antenneregister. Het Agentschap Telecom doet ook metingen op 5G-testlocaties. De eerste
resultaten worden rond juni beschikbaar gesteld op de website van het Antennebureau.
Om burgers zekerheid te bieden dat de EMV blootstelling binnen de limieten blijven
worden deze limieten vastgelegd in de wet, zoals aangekondigd in het Actieplan Digitale
Connectiviteit. Zo kan Agentschap Telecom hier passend toezicht op houden, ook in
de gebruiksfase (na de ingebruikname) van radioapparaten.
Aanbevolen limieten Europese Unie
De Europese Unie heeft alle lidstaten aanbevolen5 om de blootstellingslimieten van de ICNIRP na te leven ter bescherming van de gezondheid
van de bevolking. Het RIVM heeft een overzicht van het internationale beleid op het
gebied van risico's van elektromagnetische velden6. Per land kan wel de wet- en regelgeving verschillen, mede omdat de Europese aanbeveling7 niet bindend is. Zo zijn er lidstaten die (a) de aanbevolen limieten hebben opgenomen
in nationale wetgeving, (b) de limieten niet-bindend hebben verklaard, of soepelere
limieten of helemaal geen regelgeving hebben, en (c) strengere limieten hanteren uitgaande
van het voorzorgprincipe en/of als gevolg van publieke druk. De ICNIRP-limieten worden
ook in Nederland gehanteerd en worden in wetgeving vastgelegd. Het 5G-netwerk moet
net als de huidige mobiele netwerken voldoen aan internationale blootstellingslimieten
voor elektromagnetische velden.
5G en gezondheid
Er is vanaf de komst van mobiele netwerken veel onderzoek gedaan naar mogelijke gezondheidseffecten.
In deze paragraaf worden de uitkomsten van het onderzoek toegelicht en wordt gereageerd
op de brief van de Stichting ElektroHyperSensitiviteit (EHS).
ZonMw-onderzoeksprogramma EMV
In opdracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) coördineert
ZonMw al sinds 2006 een grootschalig onderzoeksprogramma8 van 16,6 miljoen euro op het gebied van hoog- en laagfrequent EMV. Het programma
richt zich op (1) de biologische interactie tussen blootstelling aan EMV en het menselijk
lichaam; (2) epidemiologische onderzoeken naar het verband tussen blootstelling aan
EMV en het optreden van gezondheidseffecten; (3) de gepercipieerde risico’s van EMV;
en (4) technologische aspecten van EMV. Op één na zijn alle onderzoeken inmiddels
afgerond en een groot aantal is gepubliceerd. Tot dusverre is uit de onderzoeken naar
voren gekomen dat er geen aanwijzingen zijn dat blootstelling aan radiofrequente EMV
door mobiele telefonie leidt tot gezondheidseffecten.
Eén van de studies uit het ZonMw-programma (COSMOS9) is verlengd tot 2023. Dit betreft een zeer groot Europees cohortonderzoek, waarin
enkele honderdduizenden mensen gevolgd worden, met als doel lange termijn gezondheidseffecten
te achterhalen. Ook wordt hun gebruik van telecommunicatiemiddelen vastgelegd en wordt
hun gezondheidsstatus door de tijd heen gemeten, zodat verbanden tussen blootstelling
en gezondheid kunnen worden onderzocht. Nederland is één van de deelnemende landen.
Gezondheidsraad
De Gezondheidsraad volgt de ontwikkelingen rond elektromagnetische velden en gezondheid
en rapporteert daar zo nodig over. Het meest recente advies over radiofrequente EMV10 richtte zich op mogelijke lange termijn gezondheidseffecten van het gebruik van mobiele
telefoons. Hierover heeft de Staatssecretaris van IenW uw Kamer geïnformeerd op 1 december
2017 (Kamerstuk 27 561, nr. 45). In haar advies concludeert de Gezondheidsraad dat er geen bewezen verband bestaat
tussen langdurig en frequent gebruik van een mobiele telefoon en het risico op het
ontstaan van tumoren in de hersenen of het hoofd-halsgebied. Hoewel de Gezondheidsraad
oordeelt dat het verband onwaarschijnlijk is, adviseert zij wel lopende cohortonderzoeken
ook na 2019 voort te zetten. Naar aanleiding hiervan is ook besloten het eerder genoemde
COSMOS-onderzoek te verlengen.
Kennisontsluiting (Kennisplatform EMV)
In het kennisplatform EMV werken RIVM, TNO, DNV GL, GGD GHOR Nederland, Agentschap
Telecom, ZonMw en Milieu Centraal samen om wetenschap te duiden en kennis te ontsluiten
voor burgers, werknemers en lagere overheden. Hier worden ook alle wetenschappelijk
inzichten uit het ZonMw-programma ontsloten. Volgens het Kennisplatform wordt iedereen
in Nederland dagelijks – thuis en op het werk – blootgesteld aan elektromagnetische
velden van telecommunicatie- en elektriciteitstoepassingen. De velden zijn afkomstig
van bijvoorbeeld mobiele telefoons, zendstations, elektrische apparaten en elektriciteitsnetwerken.
Deze apparatuur en de velden moeten voldoen aan Europese blootstellingslimieten ter
bescherming van burgers of werknemers.
Echter, blootstelling betekent nog geen gezondheidsrisico. Volgens het Kennisplatform
kunnen elektromagnetische zendsignalen schadelijk voor de gezondheid zijn als ze sterker zijn dan de gehanteerde blootstellingslimieten11. Bij blootstelling aan zendsignalen die lager is dan de blootstellingslimieten is geen bewijs gevonden voor mogelijke gezondheidseffecten.
In de onderzoeken naar gezondheidseffecten is gekeken naar het mogelijk ontstaan van
hersentumoren en schade aan het DNA. Ook is gekeken naar mogelijke effecten op zintuigen,
hersenen, het zenuwstelsel, hart en bloedvaten, hormonen, het afweersysteem, de vruchtbaarheid
en effecten tijdens de zwangerschap. De totale blootstelling van alle stralingsbronnen
samen moet dus altijd onder de blootstellingslimieten blijven. Dit verandert niet
met de komst van 5G. Het Agentschap Telecom van EZK controleert de sterkte van elektromagnetische
velden en gaat metingen uitvoeren bij (test)opstelling van 5G-antennes in de publieke
leefomgeving.
De zorgen van Stichting EHS
De Stichting ElektroHyperSensitiviteit (EHS) heeft in haar brief aan de Vaste Commissie
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) (uw kenmerk: 2019Z03392) aandacht gevraagd voor het optreden van mogelijke gezondheidsrisico’s van blootstelling
aan hoogfrequente straling en vraagt om het toepassen van het voorzorgsbeginsel omdat
er sprake zou zijn van wetenschappelijke onenigheid. De Stichting verwijst daarbij
zowel naar een artikel van onderzoeksjournalisten in de Groene Amsterdammer12 als naar een petitie van internationale wetenschappers (5G-appeal13). De Stichting uit daarbij ook haar zorgen over een te eenzijdige samenstelling van
adviescommissies.
Allereerst is het van groot belang te onderstrepen dat alle Nederlandse wetenschappers
moeten voldoen aan de Nederlandse gedragscode voor wetenschappelijke integriteit14. De principes eerlijkheid, zorgvuldigheid, transparantie, onafhankelijkheid en verantwoordelijkheid
zijn daarbij leidend. Ook ZonMw hanteert deze gedragscode bij het verstrekken van
subsidies aan onderzoeksconsortia. De Gezondheidsraad hanteert daarnaast ook de «Code
ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling»15, die zij zelf mede heeft opgesteld. Er wordt dan ook te allen tijde van uitgegaan
dat wetenschappelijke onderzoeken en adviezen zorgvuldig en onafhankelijk tot stand
zijn gekomen.
De publicaties waar 5G-appeal en de Groene Amsterdammer zich op baseren, betreffen
onderzoeken waarbij biologische effecten bij cellen, planten en dieren gevonden zijn,
vaak bij blootstellingsniveaus boven de blootstellingslimieten. Echter, deze biologische
effecten (die betrekking hebben op de opwarming van (delen van) het lichaam door zendsignalen)
zijn veranderingen in het lichaam die volgens het Kennisplatform EMV niet tot gezondheidsschade
leiden16. Daarnaast is het, volgens het Kennisplatform, niet mogelijk effecten in cellen,
planten en dieren te vertalen naar gezondheidseffecten bij mensen. De schrijver van
het artikel «Bellen schaadt cellen» heeft daarnaast selectief wetenschappelijke informatie
en argumenten gekozen om tot de conclusie te komen. Dit is een eenzijdige benadering
en geen evenwichtige beoordeling van de beschikbare wetenschappelijke kennis.
De klachten die elektrogevoeligen beschrijven, kunnen reëel en ernstig zijn en de
kwaliteit van leven nadelig beïnvloeden17. De oorzaak van de klachten is wetenschappelijk niet duidelijk. Het Kennisplatform
EMV verwacht ook dat verder onderzoek op de korte termijn geen duidelijkheid zal geven
over de oorzaak. Onderzoek is lastig, onder andere doordat de aard van de klachten
zo verschillend is onder elektrogevoeligen, als ook de bronnen waarbij ze die ervaren.
Het Kennisplatform geeft aan dat eerst een goede begripsomschrijving en een diagnosemethode
nodig is als basis voor verder onderzoek naar elektrogevoeligheid.
Samenvattend
Het is belangrijk dat de leefomgeving van mensen gezond en veilig is en ook als zodanig
wordt ervaren. Het kabinet heeft sinds 2006 ruim 16 miljoen euro geïnvesteerd in wetenschappelijke
onderzoeken om te achterhalen of er gezondheidsrisico’s optreden door aanwezigheid
van EMV. Uit alle inmiddels afgeronde onderzoeken en de Gezondheidsraadadviezen waarin
alle literatuur is meegenomen, blijkt echter dat er geen aanwijzingen hiervoor zijn,
zolang de blootstelling beneden de blootstellingslimieten blijft. Dat geldt ook na
introductie van het 5G-netwerk. Het Agentschap Telecom zal ook toezicht houden op
de naleving van de blootstellingslimieten.
Daarnaast blijf het kabinet de nieuwste wetenschappelijke resultaten op de voet volgen.
Zo worden de komende jaren meer onderzoeksresultaten verwacht, bijvoorbeeld van het
Europese onderzoeksproject COSMOS, waaraan enkele honderdduizenden mensen deelnemen.
Ook spelen het Kennisplatform EMV en organisaties als het RIVM, Gezondheidsraad en
GGD’en een belangrijke rol in de advisering en ontsluiting van kennis op het gebied
van EMV.
Tenslotte wil het kabinet de transparantie en voorlichting over EMV verder versterken.
Dit kwam ook aan de orde bij de actielijn «lokaal beleid» uit het actieplan digitale
connectiviteit. Zo gaan we in gesprek met gemeenten over de uitdagingen die de introductie
van 5G met zich meebrengt op het lokale niveau. We zullen in die gesprekken 5G en
gezondheid ook meenemen. Verder zullen alle veldsterktemetingen (EMV) die Agentschap
Telecom uitvoert ook worden op genomen in het publiek toegankelijke antenneregister.
Tevens zullen de ICNIRP-limieten voor EMV geborgd worden in de Telecommunicatiewet,
zodat het Agentschap hier ook passend toezicht op kan houden.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins
Indieners
-
Indiener
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat -
Medeindiener
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg