Uitgelicht : Commissiedebat over het spoor
Nederland heeft een uitgebreid en druk gebruikt spoornetwerk. Een aantal keer per jaar voert de commissie voor Infrastructuur en Waterstaat een debat met de verantwoordelijke staatssecretaris over zaken op het gebied van spoorvervoer in Nederland. Met staatssecretaris Aartsen van Infrastructuur en Waterstaat voert de commissie op donderdag 18 december 2025 van 10.00 uur tot 14.30 uur het eerstvolgende debat.
Volg live en kijk terug
Het commissiedebat is in de Troelstrazaal van de Tweede Kamer. Via Debat Direct kunt u live meekijken en later terugkijken.
Agenda
U kunt alle stukken doornemen die bij deze vergadering horen. Het woordelijk verslag is te lezen zodra dat klaar is.
Veiligheid op en rond stations
Op en rond stations groeit het gevoel van (sociale) onveiligheid. Dat wordt niet alleen veroorzaakt door het groeiend aantal incidenten, maar ook door de fysieke inrichting van de omgeving van een station. Donkere hoeken, slechte verlichting, lege ruimtes en een rommelige aanblik kunnen de sfeer negatief beïnvloeden en een gevoel van onveiligheid versterken. Daarom heeft de staatsecretaris geld gereserveerd voor het Programma 'Een veilig station; altijd voor iedereen'. Dit programma richt zich op een aantal specifieke stations waar de nood het hoogst is. Samen met ProRail, NS, andere vervoerders, gemeenten en maatschappelijke reizigersorganisaties worden plannen gemaakt om de veiligheid te verbeteren. De al bestaande initiatieven, zoals de inzet van bodycams en het versterken van het handelingsperspectief van boa’s, maken daar onderdeel van uit.
Noordelijke lijnen
Arriva wil op de trajecten Zwolle-Groningen en Zwolle-Leeuwarden stoptreindiensten en een aantal sneltreindiensten in open toegang gaan rijden. Daarover lopen gesprekken vanuit het ministerie met Arriva, ProRail, concessiehouder NS, de provincies Drenthe, Friesland, Groningen en Overijssel, en reizigersvereniging Rover. Vanaf 2026 gaat Arriva al een sneltreindienst tussen Zwolle en Groningen verzorgen, in aanvulling op de bestaande treindiensten. Ervaringen daarmee worden meegenomen in de verdere besluitvorming.
Lelylijn en Nedersaksenlijn
Begin oktober heeft minister Tieman van Infrastructuur en Waterstaat ProRail opdracht gegeven voor een MIRT-verkenning (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) naar de Nedersaksenlijn. De Nedersaksenlijn is de beoogde treinverbinding tussen Groningen, Emmen en Twente. De MIRT-verkenning is de tweede stap in het MIRT-proces, waarin onderzocht wordt of het project ook uitvoerbaar is.
Voor de Lelylijn heeft de minister begin september Klaas Knot aangesteld als Lelylijn-gezant. Zijn opdracht is om een realistische inschatting te maken van de kosten van de aanleg van Lelylijn. Oplevering van het advies is gepland voor het eind van het eerste kwartaal van 2026. Een nieuw kabinet zal een beslissing moeten nemen over de aanleg van de lijn.
Internationaal spoor
Nederland werkt aan verbetering van een aantal internationale treinverbindingen. Op verzoek van de Kamer heeft de staatssecretaris een overzicht opgesteld van de onderzoeken voor een langetermijnvisie daarover, die afgelopen periode zijn uitgevoerd. Volgens ProRail is tot 2035 nog groei mogelijk van het aantal internationale treinen. Keuzes daarover zijn aan een nieuw kabinet.