E-mailprocedure : Verzoek van het lid Omtzigt over de voorlopige toepassing associatieverdrag EU-Oekraine

De vergadering is geweest

18 april 2016
17:00 uur
Commissie: Europese Zaken
Van: Commissie EU
Verzonden: vrijdag 15 april 2016 13:29
Aan: GC-Commissie-EU
CC: GC-Commissie-buza
Onderwerp: [E-MAILPROCEDURE] Voorlopige toepassing associatieverdrag EU-Oekraine
Urgentie: Hoog
 
Aan de (plv.) leden van de commissie Europese Zaken
In afschrift aan de (plv.) leden van de commissie Buitenlandse Zaken
 
Geachte leden,
 
De heer Omtzigt stelt voor om de EU-staf te verzoeken een notitie voor te bereiden over de voorlopige toepassing van het associatieverdrag EU-Oekraïne. De details van het verzoek treft u in het e-mailbericht hieronder.
 
Ik verzoek u uiterlijk maandag 18 april voor 17.00 uur te laten weten of u met het voorstel van de heer Omtzigt instemt. Graag reageren met gebruik van de ‘Allen beantwoorden’ functie. Spoedig daarna zal ik u informeren of het voorstel is aangenomen.*
 
Met vriendelijke groet,
 
Louis Middelkoop
Adjunct-griffier vaste commissie Europese Zaken
EU-Adviseur commissies V&J, BiZa, W&R, Kr
*Toelichting
De e-mailprocedure is geregeld in artikel 36, vierde lid, van het Reglement van Orde, luidende:
4. Indien een voorstel eenvoudig en spoedeisend van aard is, kunnen de leden van de commissie langs schriftelijke weg over dat voorstel besluiten. De voorzitter van de commissie beslist of een voorstel eenvoudig en spoedeisend van aard is. Het besluit, bedoeld in de eerste volzin, wordt genomen als ware de Kamer in voltallige samenstelling bijeen en zou zij stemmen als bedoeld in artikel 69, derde lid.
 
Dit betekent dat in een e-mailprocedure  een voorstel is aangenomen indien het door een absolute Kamermeerderheid wordt gesteund.
 
 
 
Van: Omtzigt P.H. < >
Datum: 15 april 2016 11:32:00 CEST
Aan: Azmani M. < >, Keulen van M. < >
Onderwerp: Voorlopige toepassing associatieverdrag EU-Oekraine
Aan de griffier en de voorzitter van de commissie Europese Zaken
 
Beste Malik en Mendeltje,
 
Graag verzoek ik via de commissie hierbij om een stafnotitie over de voorlopige toepassing van het associatieverdrag EU-Oekraine.
 
Het verdrag is niet geratificeerd, maar via twee raadsbesluiten van 17 maart 2014 (2014/295/EU, Pb L161) en van 23 juni 2014 (2014/668/EU, Pb L 278) wel voor een groot deel onder voorlopige toepassing gebracht. Pas bij de behandeling van het verdrag in de Kamer is de voorlopige toepassing gemeld aan de Kamer. Die lag toen echter al vast en kan, volgens de regering, alleen worden teruggedraaid als alle 28 EU landen instemmen.
 
De voorlopige toepassing vindt plaats op basis van artikel artikel 218, lid 5 Verdrag Werking van de Europese Unie
 
Deze voorlopige toepassing geldt ook voor onderdelen van het associatieverdrag waarover de Unie geen exclusieve competentie heeft.
 
Het sluiten van verdragen is voorbehouden aan de Staten-Generaal volgens artikel 91 van de grondwet. Bij de wet goedkeuring en bekendmaking verdragen (artikel 7) is een aantal uitzonderingssituaties geregeld, maar die lijken hier niet van toepassing.
 
De stafnotitie zou in moeten gaan op de volgende vragen
- Is de voorlopige toepassing correct toegepast? Wanneer dient de regering het parlement te informeren dat zij voornemens is in te stemmen met een voorlopige toepassing en wanneer niet, gezien artikel 91 van de grondwet?
- Hoe lang mag de voorlopige toepassing van een niet geratificeerd verdrag doorlopen?
- Hoe lang mag de voorlopige toepassing van een verdrag nog doorlopen, wanneer een van de partijen aangeeft niet over te zullen gaan tot ratificatie van het verdrag?
 
Zouden jullie, conform de afspraak in de procedurevergadering van donderdag 14 april, deze vragen willen voorleggen aan de leden van de commissie in een email procedure. Het zou mooi zijn als zij maandag eind van de dag een antwoord hebben kunnen formuleren.
In de commissie kwam ook ter sprake dat de commissie Buitenlandse zaken hierover geïnformeerd wordt, aangezien die gaat over het sluiten van verdragen.
Ik ben lid van beide commissies, maar heb er bewust voor gekozen het aan de commissie Europese Zaken voor te leggen omdat het een EU verdrag en EU recht betreft.
 
Vriendelijke groet,
 
Pieter Omtzigt
 

 
 
_______________________________________
dr. P.H. (Pieter) Omtzigt
Lid van de Tweede Kamer voor het CDA
Plein 2
Postbus 20018
2500 EA 's Gravenhage
www.cda.nl/omtzigt
 
 

Agendapunten

  1. 1

    Verzoek van het lid Omtzigt over de voorlopige toepassing associatieverdrag EU-Oekraïne

    Te behandelen:

    Loading data