E-mailprocedure : Verzoek van het lid Monasch (PvdA) om de minister van EZ vragen voor te leggen inzake de juridische positie van 2B-diensten in de periode van 18 april tot 1 juli 2016 in het kader van de nieuwe Aanbestedingswet

De vergadering is geweest

16 maart 2016
17:30 uur
Uitkomst emailprocedure:
Geachte leden van de vaste commissie voor Economische Zaken,
 
Op onderstaand voorstel van het lid Monasch (PvdA) om de minister van Economische Zaken namens de vaste commissie voor Economische Zaken een viertal vragen voor te leggen inzake de juridische positie van 2B-diensten in de periode van 18 april tot 1 juli 2016 in het kader van de nieuwe Aanbestedingswet hebben de volgende fracties gereageerd:
- VVD
- SP
- CDA
 
Alle bovenstaande fracties hebben met het voorstel ingestemd. Het voorstel is aangenomen*. Tevens heeft de SP-fractie twee aanvullende vragen toegevoegd:
 
- Welke risico’s lopen lokale overheden met de aanbesteding van (jeugd)zorgtaken in de tussenliggende periode?
- Bent u, indien een juridisch hiaat ontstaat waarin de rechtspositie van 2B-diensten ongewis is, bereid het ontstane hiaat per ministeriële regeling of eventuele nota van wijziging  van het wetsvoorstel tot wijziging van de Aanbestedingswet 2012 te herstellen?
 
De vragen zullen worden doorgeleid. De minister wordt verzocht om per ommegaande, doch uiterlijk maandag 21 maart 2016 om 12:00 uur, de vragen te beantwoorden.
 
Met vriendelijke groet,
 
Renée Konings
Adjunct-griffier
Vaste commissie voor Economische Zaken
Tweede Kamer der Staten-Generaal

--------------------------
Van:
Commissie EZ
Verzonden: woensdag 16 maart 2016 14:47
Aan: GC-Commissie-EZ
CC: Commissie EZ
Onderwerp: [SPOED E-MAILPROCEDURE] Verzoek van het lid Monasch (PvdA) om de minister van EZ vragen voor te leggen inzake de juridische positie van 2B-diensten in de periode van 18 april tot 1 juli 2016 in het kader van de nieuwe Aanbestedingswet
 
Geachte leden van de vaste commissie voor Economische Zaken,
 
Hierbij leg ik u onderstaand verzoek voor van het lid Monasch (PvdA) om de minister van Economische Zaken namens de commissie voor Economische Zaken een viertal vragen voor te leggen inzake de juridische positie van 2B-diensten in de periode van 18 april tot 1 juli 2016 in het kader van de nieuwe Aanbestedingswet, naar aanleiding van het bericht ‘Wat nu de aanbestedingsrichtlijnen niet tijdig zullen zijn geïmplementeerd in de Aanbestedingswet 2012’ (https://www.pianoo.nl/actueel/wat-nu-aanbestedingsrichtlijnen-niet-tijdig-zullen-zijn-ge-mplementeerd-in-aanbestedingswet-2012).
 
Het betreft de volgende vragen: 
  1. Klopt het dat de nieuwe Aanbestedingsrichtlijnen op 18 april geïmplementeerd moeten zijn en de daadwerkelijke inwerkingtreding van de nieuwe wet op 1 juli 2016 zal plaatsvinden?
  2. Wat is in de tussenliggende periode de juridische positie van 2B-diensten, in relatie tot artikel 74 van de richtlijn, Bijlage XIV, en artikel 2.38 en 2.39 van de wet?
  3. Is er sprake van rechtstreekse werking van de richtlijn op dit punt? Zo ja, hoe kunnen de aanbestedende diensten nagaan hoe deze exact moet worden toegepast?
  4. Kunt u deze vragen beantwoorden voor maandag 21 maart 12.00 uur? 
Ik verzoek u mij zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk vanmiddag (woensdag 16 maart 2016) om 17:30 uur, te laten weten of u met dit voorstel kunt instemmen. Spoedig daarna zal ik u informeren of het voorstel is aangenomen*. Indien het voorstel wordt aangenomen, zal de minister van Economische Zaken worden verzocht om bovenstaande vragen per ommegaande, uiterlijk maandag 21 maart 2016 om 12:00 uur, te beantwoorden.
 
Met vriendelijke groet,
 
Renée Konings
Adjunct-griffier
Vaste commissie voor Economische Zaken
Tweede Kamer der Staten-Generaal

*Toelichting
De e-mailprocedure is geregeld in artikel 36, vierde lid, van het Reglement van Orde, luidende:
4. Indien een voorstel eenvoudig en spoedeisend van aard is, kunnen de leden van de commissie langs schriftelijke weg over dat voorstel besluiten. De voorzitter van de commissie beslist of een voorstel eenvoudig en spoedeisend van aard is. Het besluit, bedoeld in de eerste volzin, wordt genomen als ware de Kamer in voltallige samenstelling bijeen en zou zij stemmen als bedoeld in artikel 69, derde lid. Dit betekent dat in een e-mailprocedure een voorstel is aangenomen indien het door een absolute Kamermeerderheid wordt gesteund.
-----------------------------------------------------  
Van: Monasch J.
Verzonden: woensdag 16 maart 2016 14:25
Aan: Franke M.C.T.M.
CC: Bosse, L.; Rij van P.
Onderwerp: RE: mailadres t.b.v. vragen inzake aanbestedingswet
 
Dag Michèle,
 
Vriendelijk verzoek om de volgende  vragen via een emailprocedure aan de minister van EZ over de juridische positie van 2_B diensten in de periode van 18 april tot 1 juli 2016 in het kader van de nieuwe Aanbestedingswet voor te leggen..(1) (Verzoek beantwoording voor 21 maart 12.00 ivm stemmingen 22 maart as.) 
  1. Klopt het dat de nieuwe Aanbestedingsrichtlijnen op 18 april geïmplementeerd moet zijn en de daadwerkelijke inwerkingtreding van de nieuwe wet op 1 juli 2016 zal plaatsvinden?
  2. Watt is in de tussenliggende periode de juridische positie van 2-B diensten, in relatie tot art. 74 van de richtlijn, Bijlage XIV, en art. 2.38 en 2.39 van de wet?
  3. Is er sprake van rechtstreekse werking van de richtlijn op dit punt? Zo ja, hoe kunnen de aanbestedende diensten nagaan hoe deze exact moet worden toegepast?
  4. Kunt u deze vragen beantwoorden voor maandag 21 maart 12.00  uur?  
 
 
(1) Bron: https://www.pianoo.nl/actueel/wat-nu-aanbestedingsrichtlijnen-niet-tijdig-zullen-zijn-ge-mplementeerd-in-aanbestedingswet-2012
 
Groet,
 
 
Jacques Monasch
Lid Tweede Kamerfractie
Partij van de Arbeid


 

Bijlage

Agendapunten

  1. 1

    Verzoek om de minister van EZ vragen voor te leggen inzake de juridische positie van 2B-diensten in de periode van 18 april tot 1 juli 2016 in het kader van de nieuwe Aanbestedingswet

    Te behandelen:

    Loading data