Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van het lid Beckerman ter vervanging van nr. 12 over urgentie voor woningzoekenden zonder vaste verblijfplaats

Nr. 28 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID BECKERMAN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 12

Ontvangen 12 juni 2025

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel II, onderdeel F, onder 2, worden in het voorgestelde derde lid, onder vervanging
van «; en» aan het slot van onderdeel h door een puntkomma en de punt aan het slot
van onderdeel i door een puntkomma, na onderdeel i twee onderdelen ingevoegd, luidende:

j. woningzoekenden die zich bevinden in een niet-conventionele woonruimte voor zover
zij zich niet kunnen inschrijven op het adres waar zij tijdelijk verblijven; en

k. woningzoekenden die tijdelijk verblijven bij familie, vrienden of derden voor zover
zij zich niet kunnen inschrijven op het adres waar zij tijdelijk verblijven.

Toelichting

In het Nationaal Actieplan Dakloosheid: Eerst een Thuis is afgesproken dat het aantal
dakloze mensen in 2030 tot nul moet zijn teruggebracht. Met dit amendement beogen
de indieners in de Wet versterking regie volkshuisvesting de urgentiecategorieën in
lijn met deze doelstelling te brengen.

Door dit amendement moeten gemeenten ook dak- en thuisloze mensen die geen toegang
hebben tot de maatschappelijke opvang, maar die zich wel bevinden in leefsituaties
die volgens de ETHOS light definitie vallen binnen categorie 5 (mensen in niet-conventionele
woonplekken) en categorie 6 (mensen die tijdelijk verblijven bij familie, vrienden
of kennissen) in de verplichte urgentieregeling opnemen.

Hiermee wordt invulling gegeven aan een van de belangrijkste doelstellingen van het
Nationaal Actieplan Dakloosheid: de verschuiving van opvang naar wonen. Door opvang
niet als de voorwaarde voor het verkrijgen van urgentie op te nemen sluit de Wet regie
aan bij het uitgangspunt van het Nationaal Actieplan Dakloosheid dat opvang moet afnemen
ten gunste van wonen en verblijf in een opvang niet voorwaardelijk is voor het verkrijgen
van huisvesting.

Uit recente ETHOS tellingen van de Hogeschool Utrecht en het Kansfonds in samenwerking
met gemeenten blijkt dat één op de vijf dakloze mensen een kind is. 40% is jonger
dan 28 jaar. Vrouwen vormen een derde van het totaal getelde mensen. Het gaat bijvoorbeeld
over mensen die na een scheiding uit nood met kinderen in een caravan, tent of auto
verblijven. Of over jongeren die bij wisselende vrienden op de bank slapen. Zij mogen
of kunnen niet terecht bij de opvang, maar hebben wel urgent een woonplek nodig. Indieners
zijn van mening dat dergelijke schrijnende gevallen ook tot de wettelijk verplicht
urgenten gerekend dienen te worden.

Hiermee wordt voorkomen dat mensen dusdanig in de problemen komen en zo ver afglijden
dat ze in aanmerking komen voor opvang en dan pas kans maken op urgentie. Niet alleen
is dit niet menswaardig, het is ook aantoonbaar duurder dan wanneer het «Wonen Eerst»
principe gehanteerd wordt.

Dit amendement breidt het aantal dakloze mensen dat urgentie krijgt uit, maar voorziet
tegelijkertijd in een duidelijke begrenzing. ETHOS light is de leidende, duidelijk
afgebakende definitie van dakloosheid in Nederland en de Europese Unie. De ETHOS light
definitie is in opdracht van de Europese Commissie is in 2007 ontwikkeld door een
samenwerkingsverband van Europese wetenschappers. Ten behoeve van de ETHOS telling
is de definitie door prof.dr.Koen Hermans van de KU Leuven geoperationaliseerd en
in de Nederlandse context toegepast door onderzoekers van de Hogeschool Utrecht. In
het Nationaal Actieplan Dakloosheid is de ETHOS light definitie als leidend opgenomen
en het kabinet heeft toegezegd dat dakloosheid structureel volgens de ETHOS light
definitie in kaart zal worden gebracht.

Beckerman