Schriftelijke vragen : Zandsuppletie bij gaswinning onder het UNESCO Werelderfgoed

Vraag 1

Kent u het bericht «Waddenvereniging vertrouwt kabinet niet en schakelt hulp in van
Unesco»?1

Vraag 2

Is UNESCO ervan op de hoogte dat bodemdaling door bestaande en nieuwe gas- en zoutwinning
in en onder het Werelderfgoed met zandsuppletie vanuit de Noordzee mag worden gecompenseerd?

Vraag 3

In welke brief en in welke passage of zin heeft het kabinet UNESCO ervan op de hoogte
gebracht dat bodemdaling door gas- en zoutwinning in en onder het Werelderfgoed met
zandsuppletie mag en wordt gecompenseerd?

Vraag 4

Wat is het oordeel van UNESCO over de inzet van zandsuppletie om bodemdaling door
gas-en zoutwinning te compenseren? Kunt u aangeven in welke brief en passage of zin
dit staat? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Bent u bereid om, indien UNESCO nog geen oordeel heeft gegeven over de inzet van zandsuppletie
bij bodemdaling door gas- en zoutwinning in en onder het Werelderfgoed, naar haar
oordeel hieromtrent te informeren? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Hoe beoordeelt u de toezegging van Nederland, Duitsland en Denemarken dat bij toekenning
van de titel «werelderfgoed» negatieve invloeden op de kernwaarden van het erfgoed
worden zullen worden geminimaliseerd?

Vraag 7

Deelt u de mening van het UNESCO Werelderfgoedcentrum in Parijs dat het hierbij gaat
om het vermijden en niet het verzachten van negatieve invloeden?

Vraag 8

Deelt u de mening dat zandsuppletie een verzachtende maatregel is om schade aan de
natuur van de Waddenzee te mitigeren? Zo nee, waarom niet en op welke bronnen baseert
u zich?

Vraag 9

Is er een plan voor het geval dat UNESCO daadwerkelijk de Wadden van de lijst haalt
en kunt u bij benadering aangeven wat de schade van deze actie zal zijn (in materiële
en/of immateriële zin)?

Vraag 10

Kunt u deze vragen beantwoorden vóór het tweeminutendebat Wadden?