Lijst van vragen : Lijst van vragen over het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Costa Rica inzake wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken; San José, 18 juni 2018 (Kamerstuk 35082 (R2112)-1)

De vaste commissie voor Financiën heeft over de brief van de Minister van Buitenlandse
Zaken van 14 november 2018 inzake ter stilzwijgende goedkeuring overleggen van het
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Costa Rica inzake wederzijdse
administratieve bijstand in douanezaken; San José, 18 juni 2018 (Kamerstuk 35 082-(R2112)) op 7 december 2018 de navolgende vragen ter beantwoording voorgelegd.

De voorzitter van de commissie, Anne Mulder

De adjunct-griffier van de commissie, Freriks

Nr.

Vraag

1

Op grond van artikel 6 en 7 kunnen douaneadministraties afspreken dat zij elkaar automatisch
informatie gaan verstrekken en/of dat zij elkaar informatie gaan verstrekken voordat
de goederen in het andere land aankomen; gaat Nederland dit ook doen? Gaat Costa Rica
informatie automatisch en vooraf verstrekken? Wanneer wordt dit geregeld?

2

Kunt u uitleggen waarom een dergelijk verdrag noodzakelijk is tussen Costa Rica en
Nederland?

3

Kunt u zo helder mogelijk omschrijven hoe «bijstand in douanzezaken» er in de praktijk
uitziet? Welke activiteiten vallen hier onder?

4

Hoeveel verdragen inzake wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken heeft
Nederland? Met welke landen?

5

Hoe voorkomt het verdrag fraude?

6

Waarom voorziet het verdrag niet in de tussen rechterlijke autoriteiten te verlenen
internationale rechtshulp in strafzaken? Wilde een van de verdragspartners dit niet?
Zo ja, wie?

7

Hoe groot is de handel tussen Nederland en Costa Rica? Welke producten worden verhandeld?

8

Is er veel niet-legitieme handel tussen Nederland en Costa Rica? In welke producten?

9

Met hoeveel en welke landen heeft Nederland een Douaneverdrag?

10

Met hoeveel en welke landen is Nederland in overleg over het vaststellen van een Douaneverdrag?

11

Wat wordt onder essentiële informatie verstaan?

12

Op basis waarvan is de afweging gemaakt dat het verdrag ten eerste dient als voorkoming,
opsporing en bestrijding van fraude, maar daarna (voorts) ook dient als ondersteuning
bij de bestrijding van overtredingen van sanitaire en fytosanitaire maatregelen?

13

Waarom ziet het verdrag niet toe op de tussen rechterlijke autoriteiten te verlenen
internationale rechtshulp?

14

Hoe is er gecontroleerd dat de afspraken over het beschermingsniveau van Nederlandse
persoonsgegevens uitvoerbaar zijn?

15

Waarom valt het Caribische deel niet onder de reikwijdte van het Unierecht?