Brief regering : Rapport van de Commissie onderzoek Binnenlandse Afstand en Adoptie 1956-1984

31 265 Adoptie

Nr. 122
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 juni 2025

Hierbij bied ik u het rapport «Schade door schande» aan van de Commissie onderzoek
Binnenlandse Afstand en Adoptie 1956–1984. Het rapport beschrijft hoe in deze periode
duizenden pasgeboren kinderen zijn afgestaan. Ongehuwde, vaak jonge vrouwen zagen
of kregen geen kans om het kind bij zich te houden. Er was sprake van vrouwen die
onder druk werden gezet om hun kind af te staan, en hun stem werd niet gehoord. Er
is in deze periode bij diegenen die onvrijwillig een kind hebben afgestaan en bij
afgestanen aanzienlijke en langdurige schade aangericht, terwijl zij zelf geen regie
hadden over de gebeurtenissen. Voor hen is de geschiedenis van afstand en adoptie
niet voorbij, maar zij ervaren tot op de dag van vandaag de gevolgen hiervan in hun
leven.

Ook in uw Kamer is grote betrokkenheid bij dit onderwerp. Op 8 april jl. heeft de
volledige Tweede Kamer een motie aangenomen waarin erkenning is uitgesproken voor
het grote verlies, leed en onrecht dat duizenden ongehuwde moeders en afgestanen destijds
is aangedaan (Kamerstuk 33 836, nr. 112).

Deze pijnlijke geschiedenis is lange tijd omgeven geweest met zwijgen en taboes, hetgeen
het isolement heeft versterkt van diegenen die persoonlijk te maken hebben gehad met
afstand en adoptie. Sinds de jaren 90 begonnen meer en meer vrouwen en mensen die
als kind zijn afgestaan hun verhaal te vertellen, waarmee het zwijgen langzamerhand
doorbroken werd.

Voor betrokkenen is het belangrijk dat er maatschappelijke bewustwording ontstaat
over wat er destijds is gebeurd en over de impact die dat had en heeft op hun levens.
Dit rapport is een essentiële stap in de erkenning van het leed dat betrokkenen hebben
doorgemaakt en nog altijd doormaken. Ik ben de commissie dan ook zeer erkentelijk
voor al het werk dat is verzet in de afgelopen jaren en voor het uitgebreide rapport
dat door de commissie is opgeleverd.

Ik zal in de komende periode het rapport zorgvuldig bestuderen. Ook ga ik in gesprek
met belanghebbenden, in ieder geval met afstandsmoeders en afgestanen, over de aanbevelingen
van de commissie en de opvolging daarvan.

Ik zal na de zomer richting uw Kamer inhoudelijk reageren op de aanbevelingen uit
het rapport en de wijze waarop ik hieraan verdere opvolging wil geven.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, T.H.D. Struycken