Brief regering : Uitvoering van de motie van het lid Kostic over investeringen in de biologische landbouw om de complexiteit op het boerenerf te verminderen (Kamerstuk 30252-181)

Nr. 204
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 april 2025

Op 4 maart 2025 heeft de Kamer een motie van het lid Kostié aangenomen, over investeringen
in de biologische landbouw om de complexiteit op het boerenerf te verminderen (Kamerstuk
30 252, nr. 181). Deze motie heb ik tijdens het tweeminutendebat op 20 februari 2025 ontraden en
daarom informeer ik u zoals gebruikelijk over de wijze waarop ik uitvoering zal geven
aan de motie.

De motie verzoekt de regering te verkennen hoe investeringen in (de transitie naar)
biologische landbouw kunnen bijdragen aan minder complexiteit op het boerenerf, minder
afhankelijkheid en meer nadruk op boerenvakmanschap, en hierover in 2025 aan de Kamer
te rapporteren.

Het onderwerp van de verkenning uit de betreffende motie overlapt deels met de reikwijdte
van de motie-Bromet c.s. (Kamerstuk 36 410 XIV, nr. 47). Deze motie verzoekt de regering onder meer in kaart te brengen waar regeldruk voor
biologische boeren verminderd kan worden. Ik laat daarom momenteel een quickscan uitvoeren.
De resultaten van deze quickscan kunnen van pas komen bij de verkenning uit de motie
van het lid Kostié waar het gaat om minder complexiteit op het boerenerf. Ik verwacht
de resultaten van de quickscan binnen vier maanden met uw Kamer te kunnen delen.

Ik zal de verkenning waartoe in de motie van het lid Kostié verzocht wordt laten uitvoeren
en hier voor het einde van 2025, zoals in de motie gevraagd wordt, over rapporteren
aan uw Kamer.

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma