Brief regering : Voortgang Toezicht advocatuur

Nr. 926
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 februari 2025

Op 9 september jl. (Kamerstuk 31 753, nr. 289) heb ik Uw Kamer bericht dat ik het van belang vind met betrokken partijen binnen
de advocatuur in gesprek te gaan over het toezicht op de advocatuur en hoe om te gaan
met de motie van het lid Ellian over het onderbrengen van het toezicht op de advocatuur
èn het (tucht)klachtenonderzoek bij de onafhankelijke toezichthouder advocatuur.

Uiteraard heb ik met de Algemene Raad van de Nederlandse orde van advocaten (NOvA)
gesproken. Ik heb de NOvA met klem verzocht, in het licht van haar rol en taak binnen
het stelsel van de advocatuur, een visie te vormen over het toezicht op de advocatuur
en de motie Ellian. In het kader van zorgvuldigheid en goed bestuur heeft de NOvA
besloten een wetenschappelijk onderzoek uit te laten voeren alvorens mij te adviseren.

De NOvA heeft op 17 januari jl. het bericht gepubliceerd dat zij aan prof. dr. H Winter
(RUG) van onderzoeksbureau Pro Facto de opdracht heeft gegeven om onafhankelijk wetenschappelijk
onderzoek te doen naar de kaders en inrichtingsmodaliteiten voor het klacht- en tuchtrecht
en toezicht op de advocatuur. Binnen dit onderzoek worden de verschillende organen
van de NOvA en andere direct betrokkenen geraadpleegd zodat consensus over het eindrapport
binnen de beroepsgroep wordt bereikt. Pro Facto verwacht voor de zomer hun rapport
te publiceren.

Ik vind het goed om te zien dat de NOvA haar verantwoordelijkheid neemt om grondig
uit te laten zoeken wat voor impact en gevolgen bepaalde keuzes hebben, niet alleen
voor de contouren van het toezichtmodel maar ook voor de inrichting van het Ordelandschap.

Ik heb bij de NOvA het belang van voortvarendheid benadrukt, omdat ik het belangrijk
vind voortgang te maken met de inrichting van een robuuste en slagvaardige onafhankelijke
toezichthouder advocatuur.

Om die reden heb ik de NOvA verzocht om vóór de zomer van dit jaar aan mij een eensluidend
advies uit te brengen over het toezicht op de advocatuur, die wordt gedragen door
al haar gelederen.

Ik verwacht uw Kamer in het najaar te kunnen informeren over de voortgang van het
wetstraject.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
T.H.D. Struycken