Brief regering : Reactie op verzoek van het lid Omtzigt gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 4 juni 2024, over een inschatting te geven hoelang het duurt voordat alle ouders geholpen zijn nu de SGH-route (Stichting Gelijkwaardig Herstel) stopgezet is

Nr. 1394
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 juni 2024

Bij de regeling van werkzaamheden van dinsdag 4 juni 2024 is door het lid Omtzigt
verzocht om een inschatting te geven hoelang het duurt voordat alle ouders geholpen
zijn nu de SGH-route (Stichting Gelijkwaardig Herstel) stopgezet is.

Zoals eerder aangegeven in de brief die op 31 mei 2024 aan uw Kamer is gestuurd,1 is de pilot van de SGH-route, conform afspraken, afgerond en geëvalueerd. Het kabinet
waardeert de aanpak van SGH, bijvoorbeeld als het gaat om de bejegening van ouders
en de hoge oudertevredenheid. Het kabinet heeft dan ook de wens om deze schaderoute
te formaliseren en op te schalen zodat het proces voor vergoeding van aanvullende
schade voor alle ouders die daar behoefte aan hebben zo snel mogelijk kan worden afgerond.

Het kabinet wil ouders graag duidelijkheid bieden over hun aanvullende schade en vindt
het belangrijk om hierover een realistische prognose af te geven. Daarbij blijft het
de ambitie van het kabinet om het vergoeden van schade in 2027 af te ronden. Op dit
moment is het echter nog niet mogelijk hiervoor met zekerheid een prognose af te geven.
Een dergelijke prognose is namelijk afhankelijk van een aantal onzekerheden. Ten eerste
is hiervoor van belang het vervolg van de SGH-route. Daarnaast is het voor de totale
duur van de schadeafhandeling de vraag hoeveel ouders zich uiteindelijk melden voor
aanvullende schade en welke route zij kiezen.

In de brief van 31 mei heeft u mede daarom kunnen lezen dat voor het totale aantal
aanmeldingen nog rekening wordt gehouden met een ruime bandbreedte (zie de paragraaf
cijfermatige prognose totale schadeherstel). Pas wanneer dit getal met meer zekerheid
vast komt te staan, kan ook een meer exacte inschatting worden afgegeven.

De Staatssecretaris van Financiën,
A. de Vries