Brief regering : Het verbeteren van het bindend studieadvies in het mbo

Nr. 591
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 november 2023

Op 9 mei jl. heb ik uw Kamer een brief gestuurd over de toekomst van het bindend studieadvies
(bsa)1. In deze brief heb ik aangekondigd voornemens te zijn de inzet van het bsa in het
mbo, hbo en wo aan te passen. Voor het hbo en wo heb ik aangekondigd de norm voor
evident onvoldoende studievoortgang te maximeren op 30 studiepunten. Voor het mbo
heb ik toegelicht dat ik het instrument bsa wil behouden, maar wel verbeteringen zal
doorvoeren in de uitvoering van het bsa. Na de val van het kabinet heeft uw Kamer
de brief over de toekomst van het bsa controversieel verklaard. Om die reden zal ik
geen uitvoering geven aan de beleidsvoornemens die ik heb aangekondigd ten aanzien
van het bsa in het hbo en wo. Dit is aan een volgend kabinet.

Ik ben wel voornemens om de verbetermaatregelen voor het mbo door te voeren, ondanks
de demissionaire status van het kabinet. Het gaat hier immers niet om nieuwe beleidsvoornemens,
maar om verbetering van de uitvoering van bestaand beleid sinds de invoering van het
bsa in het mbo in 2017. Zoals ik in mijn brief heb aangekondigd tref ik hiertoe de
volgende maatregelen:

1. Het blijven monitoren van het bsa om beter zicht en een betere controle te krijgen
op de uitvoering van het bsa conform de wettelijke kaders en doelen. Het is van belang
om begin 2024 te beginnen met deze «monitor wet vroegtijdige aanmelddatum en toelatingsrecht»,
zodat het cohort 2023–2024 ook wordt gemeten en de studiejaren sinds het begin van
de wet worden gemonitord. Specifiek voor het bsa geldt dat mbo-scholen weinig of geen
negatieve bsa’s in de coronajaren hebben gegeven, waardoor er onvoldoende zicht is
op hoe scholen het bsa uitvoeren binnen de wettelijke kaders.

2. Het aanpassen en verduidelijken van de «handreiking bsa voor scholen». Deze handreiking
is opgesteld door het Kennispunt Onderwijs en Examinering mbo van de MBO Raad.

3. Samen met de MBO Raad en JOB zet ik in op goede communicatie waarmee scholen worden
aangespoord om het bsa goed toe te passen.

4. Door het Kennispunt Onderwijs en Examinering mbo laat ik inventariseren of bij iedere
school het bsa beleid conform de wettelijke kaders wordt uitgevoerd, en of de toepassing,
vorm en spelregels helder zijn voor mbo-studenten.

Met deze maatregelen wil ik de uitvoering van het bsa meer in lijn brengen met de
bedoeling van het instrument: ervoor zorgen dat de student met de juiste begeleiding
een passende opleiding kan voltooien. Ik zal uw Kamer op de hoogte houden van de resultaten
van de monitor wet vroegtijdige aanmelddatum en toelatingsrecht.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf