Brief regering : Uitstel toezending derde voortgangsrapportage over de uitvoering motie van het lid Marijnissen c.s. (Kamerstuk 35510-21) en motie van het lid Klaver c.s. (Kamerstuk 35510-16)

32 761
Verwerking en bescherming persoonsgegevens

Nr. 931
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 november 2022

Hierbij deel ik u mede dat ik de derde voortgangsrapportage voor de uitvoering van
de motie van het lid Marijnissen c.s. en de motie van het lid Klaver c.s.1 later naar uw Kamer zal sturen dan ik eerder gemeld heb.

Mede doordat de departementen in het vierde kwartaal, vanaf oktober tot en met december
2022, nog volop in de afrondende fase zitten van de inventarisaties met de toezending
van de uitkomsten aan de Kamer, kies ik ervoor om de rapportageperiode te verlengen
tot en met december 2023.

Ik kan uw Kamer hierdoor een compleet beeld geven over de stand van zaken met de oplevering
van de rapportages door alle departementen (inclusief BZK) en zal ik tevens in de
derde voortgangsrapportage een eindverslag opnemen over de uitvoering van motie van
het lid Marijnissen c.s. en de motie van het lid Klaver c.s.

Tot slot. Ik zal in dezelfde rapportage ook ingaan op het onafhankelijke, externe
ADR-onderzoek naar de uitvoering van deze moties, waarover de komende maanden meer
bekend zal worden.

Ik verwacht uw Kamer daarom in het eerste kwartaal van 2023, en uiterlijk op 30 januari
2023, te kunnen informeren over de procedurele stand van zaken met de derde voortgangsrapportage.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.C. van Huffelen