Brief regering : Convenant transparantie aanvangshuurprijzen

Nr. 368
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 oktober 2022

Steeds meer mensen vinden hun weg naar de vrije huursector. Deze sector is de afgelopen
jaren gegroeid naar circa 638.000 woningen1. Ondanks deze groei blijft er meer vraag naar dan aanbod. Hierdoor komen, zeker in
de populaire woningmarktregio’s, de huurprijzen van deze woningen onder druk te staan.

In een dergelijk krappe markt is het lastiger voor potentiële huurders om af te wegen
of een woning de gevraagde huurprijs waard is. Als er onduidelijke of onvoldoende
informatie vermeld is in de advertentie, kun je deze afweging niet goed maken. Het
blijkt dan bijvoorbeeld dat je toch niet voldoet aan de gestelde inkomenseisen, de
gevraagde borg niet kunt betalen, of dat de woning qua voorzieningen niet aansluit
bij wat je eigenlijk gewild had. Dit is voor zowel de huurder als de verhuurder vervelend,
zeker als de keuze al op jou gevallen is als toekomstige huurder.

Daarom is het belangrijk dat potentiële huurders een weloverwogen keuze kunnen maken
op basis van zowel de huurprijs als de ligging, voorzieningen en kwaliteit van de
woning. Verhuurders moeten ervoor zorgen dat potentiële huurders vooraf de juiste
informatie krijgen. Omdat het bieden van inzicht in de eigenschappen van de huurwoning
en de daarbij behorende kosten standaard zou moeten zijn, heb ik samen met IVBN, Vastgoed
Belang en Aedes het bijgesloten convenant opgesteld. Speerpunt van het convenant is
ervoor te zorgen dat het voor potentiële huurders transparanter wordt wat zij krijgen
voor de te betalen huur.

Concreet staat er in het convenant2 welke informatie verhuurders in ieder geval in een advertentie zetten, zodat potentiële
huurders een goed overzicht hebben van hetgeen dat ze mogelijk gaan huren. Het gaat
dan onder meer over:

– de oppervlakte;

– het aantal kamers;

– bouw- en renovatiejaar;

– of de woning gemeubileerd of gestoffeerd wordt verhuurd;

– de hoogte van de borg (indien van toepassing);

– de gevraagde servicekosten (indien van toepassing);

– de gestelde inkomenseisen aan de huurder (indien van toepassing);

– de gehanteerde (maximale) jaarlijkse huurverhoging.

Ook vinden we het belangrijk dat een verhuurder vermeldt of de woning ook volgens
het woningwaarderingsstelsel voldoende punten heeft om in het geliberaliseerde segment
aangeboden te worden. Transparantie hierover aan de voorkant, kan een geschil over
de huurprijs tussen huurder en verhuur achteraf voorkomen.

Uiteraard willen we dat niet alleen de verhuurders die zijn lid zijn van Aedes of
aangesloten bij IVBN en Vastgoed Belang de betreffende informatie in hun huuradvertenties
zetten. De ambitie is dat deze informatie de standaard wordt voor alle verhuurders.
Daarom zijn we in overleg met verhuurplatforms over het creëren van standaard invulvelden
voor de betreffende variabelen.

Met het convenant wordt de vrije huursector verder geprofessionaliseerd. Het convenant
is niet het enige wat ik doe om de huurder te helpen. In juni jl. heb ik het wetsvoorstel
goed verhuurderschap (Kamerstuk 36 130) ingediend bij uw Kamer. Dit wetsvoorstel introduceert een landelijke basisnorm voor
goed verhuurderschap, in de vorm van algemene regels, waaraan verhuurders en verhuurbemiddelaars
zich dienen te houden. Daarnaast krijgen gemeenten de mogelijkheid om gebiedsgericht
een verhuurvergunning te introduceren, waarmee zij extra eisen aan verhuurders kunnen
stellen en malafide verhuurders kunnen weren. Dit moet ongewenst verhuurgedrag, zoals
intimidatie en discriminatie, tegengaan. Afhankelijk van de parlementaire behandeling,
zal het wetsvoorstel naar verwachting in 2023 in werking treden. Daarnaast is het
van belang dat er voldoende aanbod aan betaalbare woningen is, zodat huurders ook
terecht kunnen in een woning die past bij zijn of haar inkomen en levenssituatie.
Om deze betaalbaarheid te borgen ga ik de aanvangshuurprijzen in het middensegment
reguleren. Zoals ik in het commissiedebat van 29 september jl. heb toegezegd, zal
ik uw Kamer op korte termijn informeren over de eerste contouren van deze regulering.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge