Brief regering : Uitvoering van de toezegging over het pensioenvraagstuk van de SBF-groep en van de motie van de leden Knops en Van Nispen over onafhankelijk onderzoek naar de mogelijke pensioenschade die oud-SBF'ers hebben geleden (Kamerstuk 24587-852)

Nr. 857 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 september 2022

In het commissiedebat gevangeniswezen en TBS van 15 juni 2022 (Kamerstukken 29 911, 29 279 en 24 587, nr. 359) heb ik uw Kamer toegezegd dat ik voor het begin van het vierde kwartaal van 2022
uw Kamer informeer over het pensioenvraagstuk van de SBF-groep. Ik heb toegezegd in
te gaan op de conclusies die ik heb getrokken naar aanleiding van mijn nadere verdieping
in deze kwestie. Hiervoor zal ik met de vertegenwoordigers van de SBF-groep in gesprek
gaan.

Na mijn toezegging is er op 6 juli 2022 een motie van de leden Knops en Van Nispen
aangenomen waarin gevraagd wordt om onafhankelijk onderzoek te laten doen naar de
mogelijke pensioenschade die oud-SBF'ers hebben geleden (Kamerstuk 24 587, nr. 852).

Momenteel ben ik bezig met de uitvoering van de toezegging en de motie. Ik vind het
van belang dit zorgvuldig en met draagvlak van de SBF-groep te doen. Met deze brief
informeer ik u over de huidige stand van zaken en over het feit dat er extra tijd
nodig is om zowel de toezegging als de motie zorgvuldig uit te voeren.

Stand van zaken

Naar aanleiding van de toezegging en de motie hebben ambtenaren van het Ministerie
van Justitie en Veiligheid en de Directeur-Generaal DJI gesproken met een vertegenwoordiging
van de SBF-groep. Dit gesprek heeft op 14 juli jl. plaatsgevonden. Op basis van dit
gesprek heeft de SBF-groep op 25 juli jl. een eerste voorstel gedaan voor nader onderzoek
naar de pensioenkwestie. Hier is door het ministerie naar gekeken. Op dit moment zijn
wij met de SBF-groep constructief in gesprek om gezamenlijk tot een definitieve vraagstelling
te komen en te bepalen welke specialisten of onderzoeksbureau gevraagd wordt dit onderzoek
uit te voeren.

Gezien de zorgvuldigheid die dit traject vraagt en de extra tijd die daarmee gemoeid
is, informeer ik uw Kamer hierbij dat ik u helaas geen uitsluitsel kan geven vóór
1 oktober 2022. Voor het kerstreces informeer ik uw Kamer over de voortgang van het
onderzoek.

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind