Brief regering : Eindconclusie onderzoek in het kader van de uitvoering van de motie van het lid Marijnissen c.s. over een voorstel hoe binnen overheidsinstellingen vervuilde data worden opgeruimd (Kamerstuk 35510-21)

32 761
Verwerking en bescherming persoonsgegevens

Nr. 889
BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juli 2022

Ter uitvoering van de motie van het lid Marijnissen (SP) (Kamerstuk 35 510, nr.21), is een programma gestart, gecoördineerd vanuit het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties. De Kamer is hierover geïnformeerd per brief van Staatssecretaris
Knops van 21 oktober 2021.1 Naar aanleiding van dit programma is binnen het Ministerie van Algemene Zaken (AZ)
een inventarisatie gedaan waarbij gekeken is of:

A. er sprake is van de verzameling van gegevens van burgers m.b.t. nationaliteit, etniciteit
en/of geboorteplaats

B. er sprake is van het gebruik van risicomodellen.

De bijgevoegde notitie is het resultaat van deze inventarisatie. De conclusie van
de inventarisatie is dat het Ministerie van Algemene Zaken voor de uitvoering van
haar taken niet actief informatie van burgers verzamelt zoals nationaliteit, etniciteit
en/of geboorteplaats en hier ook geen gebruik van maakt. Ook maakt het ministerie
geen gebruik van risicomodellen.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte