Brief regering : Uitspraak Europees Hof van Justitie over de Richtlijn inzake Passenger Name Records (PNR)

Nr. 644
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 juni 2022

Op 21 juni jongstleden deed het Europees Hof van Justitie uitspraak in de door België
doorverwezen zaak over de Richtlijn inzake Passenger Name Records (PNR). Het Hof heeft
geoordeeld dat de Richtlijn in het licht van het EU-Grondrechtenhandvest dusdanig
uit te leggen is dat de inbreuk die gedaan wordt op deze rechten, proportioneel is
in relatie tot de doelen die de richtlijn nastreeft (de bestrijding van ernstige criminaliteit
en terrorisme) en de maatregelen waarin wordt voorzien om de privacy te beschermen.
De richtlijn blijft daarmee overeind. Volgens het Hof vereisen de grondrechten dat
de bevoegdheden waarin de PNR-richtlijn voorziet, slechts worden uitgeoefend voor
zover dat strikt noodzakelijk is. Het Hof heeft zich daarbij ook uitgesproken over
de toepassing van de richtlijn op vluchten binnen de Europese Unie.

Deze (restrictieve) uitspraak van het Hof wordt momenteel door alle Lidstaten bestudeerd
op de consequenties voor de operatie van de verschillende passagiersinformatie-eenheden
en de onderliggende nationale wetgeving. In Nederland betreft dit de Wet gebruik passagiersgegevens
voor de bestrijding van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit (PNR-wet)
die de wettelijke grondslag vormt voor de passagiersinformatie-eenheid (Pi-NL). Ik
acht het van cruciaal belang de gevolgen van de uitspraak van het Hof gezamenlijk
vanuit Europees perspectief te adresseren zodat een sterke informatiepositie van de
verschillende Lidstaten in de strijd tegen terrorisme en ernstige criminaliteit kan
worden gehandhaafd en het zorgvuldig samengestelde systeem van privacy waarborgen
dat de PNR-richtlijn omvat, kan worden gewaarborgd. Ik zal mij daar dan ook de komende
periode in Europa actief voor inzetten en benadrukken dat de uitspraak van het Hof
hierbij als uitgangspunt wordt genomen. Ik acht het dan ook niet verantwoord en passend
op voorhand de processen van de Pi-NL aan te passen.

Ik zal uw Kamer op de hoogte houden van de voortgang van de Europese ontwikkelingen
en de implicaties van de Hofuitspraak voor de operatie van de passagiersinformatie-eenheid
(Pi-NL) en de PNR-wet.

De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius