Brief regering : Beroepsgroepsgroepvorming Voortgezet Onderwijs (VO)

Nr. 437 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 december 2021

Vanaf 1 maart 2020 is de vereniging het Lerarencollectief, de beroepsgroeporganisatie
voor leraren in het primair onderwijs, officieel van start gegaan. Met een groeiend
aantal betalende leden en brede steun vanuit de achterban heeft het Lerarencollectief
in ruim een jaar tijd met verve invulling gegeven aan hun plek binnen het onderwijsveld.
Zij leveren een goede kritische inhoudelijke en constructieve inbreng op diverse belangrijke
thema’s in het onderwijs, zoals het lerarentekort, de vakbekwaamheid van leraren en
het Nationaal Programma Onderwijs. Daarbij hechten zij waarde aan een goede informatiepositie
van leraren en het draagvlak van hun activiteiten bij de achterban.

Ik vind beroepsgroepvorming voor en door leraren van groot belang en heb daarom met
belangstelling kennis genomen van een nieuw initiatief voor beroepsgroepvorming voor
leraren in het voortgezet onderwijs. Een aantal betrokken en gemotiveerde leraren
in het vo heeft zich het afgelopen jaar verenigd en hebben geïnventariseerd of er
draagvlak is om het Lerarencollectief uit te breiden met een afdeling voor het voortgezet
onderwijs. De uitkomsten van deze inventarisatie zijn positief. Ook in gesprek met
de huidige leden van het Lerarencollectief PO is positief gereageerd op het initiatief.

Zij hebben mij daarom verzocht hun vervolgstappen financieel te ondersteunen, op vergelijkbare
wijze als de kwartiermakers van het Lerarencollectief. Ik zal dit verzoek honoreren
en stel vanaf januari 2022 gedurende tenminste één jaar subsidie beschikbaar zodat
de kwartiermakers naast hun werk in de school aan de slag kunnen met hun plannen.

Gedurende deze periode werken de kwartiermakers aan het oprichten van de organisatie,
het opbouwen van hun bekendheid, het werven van betalende leden en het inhoudelijk
uitwerken van de plannen van de vo-afdeling in gesprek met de achterban.

Eind volgend jaar worden de resultaten van het traject geëvalueerd en wordt de Kamer
hierover nader geïnformeerd.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob