Brief regering : Vergoeding nabestaande wapeninzet Mosul

Nr. 729
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 september 2020

Hierbij informeer ik u over het feit dat ik heb besloten over te gaan tot het uitkeren
van een vergoeding aan de heer Razzo, nabestaande van de Nederlandse wapeninzet in
de nacht van 20 op 21 september 2015 te Mosul, Irak. Het Ministerie van Defensie keert
deze vergoeding vrijwillig uit. Over het precieze bedrag doe ik, mede op verzoek van
de heer Razzo, geen nadere uitspraken.

Zoals ik heb gemeld in de brief «Voortgang transparantiebeleid burgerslachtoffers»
van 30 juni jl. (Kamerstuk 27 925, nr. 725) heb ik in maart goedkeuring gegeven voor het aanbieden van een vrijwillige vergoeding
aan de heer Razzo. Er ontstond echter een nieuwe situatie toen de Nederlandse Staat
door hem aansprakelijk werd gesteld voor de consequenties van deze aanval. Het betrof
een juridisch proces waarover inhoudelijk geen uitspraken konden worden gedaan. Ik
hechtte aan een signaal van begrip en medeleven namens het kabinet richting de nabestaande.
Op 10 juni jl. is daarom een gesprek gevoerd met de heer Razzo. Gelet op de bijzondere
aspecten en omstandigheden van dit concrete, specifieke geval en het gesprek heb ik
uit humanitaire overwegingen besloten over te gaan tot het vrijwillig aanbieden van
een vergoeding. Daarop heeft nader overleg plaatsgevonden met de advocaat van de heer
Razzo. Heden is overeenstemming bereikt over de uit te keren vergoeding. Wellicht
ten overvloede herhaal ik dat de Nederlandse Staat hiermee geen aansprakelijkheid
erkent. Het Ministerie van Defensie is van mening dat er geen sprake is van onrechtmatig
geweldgebruik. De brief van 4 november 2019 (Kamerstuk 27 925, nr. 670) licht dit nader toe.

Met het uitkeren van deze vergoeding wil ik, namens het kabinet, de heer Razzo tegemoetkomen
vanwege het enorme menselijke leed dat hem is overkomen en de materiële schade die
hij heeft geleden ten gevolge van deze wapeninzet.

De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten