Brief regering : Maandrapportage CBR april 2020

Nr. 824 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 mei 2020

Zoals toegezegd in het debat over het CBR op 11 september 2019 ontvangt u hierbij
de maandelijkse rapportage van het CBR over de divisies Rijgeschiktheid Medisch en
Klantenservice over de maand april1. De rapportage laat zien hoe het CBR afgelopen maand heeft gepresteerd vergeleken
met het base case scenario van de prognose die u op 10 september 2019 heeft ontvangen.

Het aantal ingediende gezondheidsverklaringen door burgers was in april wederom lager
vergeleken met voorgaande maanden. Daarnaast was het aantal genomen besluiten door
het CBR hoger dan het aantal ingediende gezondheidsverklaringen wat resulteerde in
een daling van de werkvoorraad. Het aantal verlopen rijbewijzen is in april licht gestegen ten opzichte
van maart. Als gevolg van de coronamaatregelen werden er in de afgelopen periode minder
rijbewijskeuringen gedaan en zijn er bij het CBR minder keuringsverslagen ingediend.
Dit had tot gevolg dat op een groot aantal verlopen rijbewijzen door het CBR geen
besluit genomen kon worden. Per 11 mei is het verbod op contactberoepen ingetrokken
en de verwachting van het CBR is dat hierdoor het aantal keuringen weer zal toenemen
en daarmee ook het aantal ingediende keuringsrapporten.

In aanloop naar het schriftelijk overleg van 26 mei wordt u in een separate brief
geïnformeerd over de afdoening van moties en toezeggingen met betrekking tot het CBR.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga