Brief regering : Budgettaire gevolgen van de departementale herverkaveling Groningen en van de motie van het lid Jetten c.s. over verhogen van het budget voor de ondersteuning van parlementariërs en de subsidie aan politieke partijen

Nr. 9 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 oktober 2019

Hierbij bied ik u de nota van wijziging (Kamerstuk 35 300 VII, nr. 10) aan op de ontwerpbegroting 2020 van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII)
(Kamerstuk 35 300 VII). De nota van wijziging bevat de budgettaire verwerkingen van een motie van het lid
Jetten c.s. (Kamerstuk 35 300, nr. 19) en de departementale herverkaveling inzake het versterken van gebouwen in Groningen
en het bieden van een toekomstperspectief voor de regio.

Motie van het lid Jetten c.s.

Ter uitvoering van de motie van het lid Jetten c.s. wordt het budget voor de subsidie
aan politieke partijen structureel opgehoogd. Het betreft een ophoging van € 9 mln.
per jaar tot en met 2024. Vanaf 2025 wordt dat neerwaarts bijgesteld naar een ophoging
van structureel € 5 mln. per jaar.

Zodra er meer duidelijkheid is over de gewenste verdeling tussen de Eerste Kamer en
Tweede Kamer van de ophoging van € 10 mln. voor de ondersteuning van parlementariërs,
zal de ophoging van het betreffende budget worden verwerkt in een nota van wijziging
voor het begrotingshoofdstuk van de Staten-Generaal (IIA).

Herverkaveling Groningen

Als Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) ben ik met ingang
van 16 oktober 2019 beleidsverantwoordelijk voor het versterken van gebouwen in Groningen
en het bieden van een toekomstperspectief voor de regio. Tot 16 oktober 2019 betrof
dit de beleidsverantwoordelijkheid van de Minister van Economische Zaken en Klimaat
(EZK). U ontvangt een separate nota van wijziging waarin de budgettaire gevolgen van
de herverkaveling op de ontwerpbegroting 2020 van EZK (XIII) zijn opgenomen (Kamerstuk
35 300 XIII, nr. 8).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren