Debat over Fyra-rapport

De Tweede Kamer heeft dinsdag 19 en donderdag 21 januari gedebatteerd met de parlementaire enquêtecommissie Fyra over het eindrapport 'Reiziger in de kou'. Commissievoorzitter Madeleine van Toorenburg beantwoordde de vragen uit de Kamer. Op een later moment zal de Tweede Kamer over het onderzoek debatteren met het kabinet.

Teruglezen/ terugkijken

  • Dinsdag 19 januari vanaf 19.00 uur was de beurt aan de Kamer. In de eerste termijn van het debat stelden Kamerleden vragen aan de commissie. Zie ook het kort webverslag, het stenogram en Debat Gemist.
  • Donderdag 21 januari ging het debat vanaf 10.15 uur verder. Commissievoorzitter Madeleine van Toorenburg beantwoordde de vragen uit de Kamer. Zie ook het kort webverslag, het stenogram en Debat Gemist.

Samenstelling van de commissie

Van links naar rechts Henk van Gerven, Vera Bergkamp, Mei Li Vos, Madeleine van Toorenburg en Ton Elias.

Wat zijn de conclusies van de enquêtecommissie?

Commissievoorzitter Madeleine van Toorenburg presenteerde woensdag 28 oktober het eindrapport van de parlementaire enquêtecommissie Fyra in de Oude Zaal van de Tweede Kamer

De parlementaire enquêtecommissie Fyra heeft woensdag 28 oktober 2015 haar eindrapport gepresenteerd. Het onderzoek van de enquêtecommissie richtte zich op de vraag waarom het beoogde vervoer met de Fyra over de Hogesnelheidslijn-Zuid niet tot stand is gekomen.

Het beloofde vervoer over de HSL-Zuid is er niet gekomen omdat andere belangen steeds voorrang kregen boven het reizigersbelang. Dat stelt de commissie in haar rapport. Zo vond de Staat de financiële opbrengsten belangrijk. NS wilde vooral de eigen (monopolie)positie op het Nederlandse spoor houden. Daarmee heeft de reiziger niet gekregen wat hem was beloofd, namelijk snel, rechtstreeks vervoer naar Brussel tegen een redelijke prijs. En de HSL-Zuid, die veel belastinggeld heeft gekost, wordt niet gebruikt zoals bedoeld.

Wie is er verantwoordelijk?

De commissie vindt dat in de eerste plaats de opeenvolgende betrokken ministers, staatssecretarissen en NS verantwoordelijk zijn voor het feit dat het Fyra-vervoer over de HSL-Zuid er niet is gekomen. De Staat en NS stelden financiële en strategische belangen voorop. Daardoor kwamen ze terecht in een jarenlange, destructieve strijd. AnsaldoBreda en NS kwamen niet tot een oplossing voor de problemen met de Fyra. Daarnaast stelde ook de Belgische spoorwegmaatschappij NMBS haar eigen belang boven het zorgen voor goed vervoer. En de Tweede Kamer blafte, maar beet niet. Door steeds in te stemmen met de keuzes van het kabinet en NS, is ook de Tweede Kamer medeverantwoordelijk.

Hoe nu verder?

Het kabinet en de Tweede Kamer moeten zorgen voor meer snelle en goed betaalbare treinen naar België. Op die manier wordt de HSL-Zuid beter gebruikt en komt het belang van de reiziger weer voorop te staan. En bij nieuwe spoorinfrastructuur moet vanaf het begin duidelijkheid zijn over het vervoer over de spoorlijn. Dat staat in de aanbevelingen van de commissie.

De commissie doet ook aanbevelingen over de toelating en het toezicht door de Inspectie Leefomgeving en Transport, de ILT. Zo moet de verantwoordelijke bewindspersoon zorgen voor veranderingen in beleid en gedrag bij de ILT. De ILT moet een kritische houding aannemen en erop toezien dat veiligheidssystemen van vervoerders aan alle eisen voldoen. De ILT moet keuringsinstanties ook intensiever gaan controleren.

Op het vlak van aanbestedingen en contractbeheer door het Rijk doet de commissie ook een aantal aanbevelingen. En de commissie vindt dat de Tweede Kamer haar controlerende taak kritischer moet  invullen.

Tijd om vooruit te kijken

De commissie constateert dat de grote ambities uit 1996 niet zijn waargemaakt. Niet alleen kostte de aanleg van de HSL-Zuid veel meer geld dan voorzien, de spoorlijn was ook veel later klaar dan gepland. Met het uitblijven van een snelle, directe, flexibel bruikbare en goed betaalbare treinverbinding tussen de Randstad en België heeft de treinreiziger nog steeds niet wat hem is beloofd. De reiziger staat nog altijd in de kou.

Volgens de commissie is het nu tijd om vooruit te kijken. Het rapport van de enquêtecommissie is immers geen eindstation. Met haar aanbeveling aan kabinet en Tweede Kamer om alsnog te zorgen voor meer, snelle, directe en betaalbare treinen naar België, plaatst de commissie de reiziger weer centraal.

Downloads en terugkijken