Fyracommissie licht haar onderzoeksrapport toe

21 januari 2016, debat - De parlementaire enquêtecommissie Fyra bespreekt met de Kamer haar conclusies en aanbevelingen. De Kamer moet vooral vooruitzien én doorpakken, vindt de commissie.

In haar rapport De reiziger in de kou behandelt de parlementaire enquêtecommissie de gang van zaken rond de Fyra. Het was geen onmogelijke opdracht, stelt commissievoorzitter Van Toorenburg, maar het beoogde vervoer van en naar Brussel en Parijs is niet tot stand gekomen. Hoofdoorzaak daarvan is volgens de commissie dat door de betrokkenen het eigen belang boven het reizigersbelang werd gesteld: het was één grote belangenstrijd. "Een ontluisterend proces", vat Bisschop (SGP) het samen.

Geen oordeel over wel of geen marktwerking

"Marktwerking" is vaak genoemd als oorzaak van het Fyradebacle, maar de commissie wijst dat niet als dé oorzaak aan. Dit woord wordt namelijk heel verschillend geïnterpreteerd. Daarnaast is alleen maar het Fyradossier onderzocht. Verder is het besluit over al dan niet marktwerking een politieke keuze. Daarom beveelt de commissie alleen aan om van tevoren na te denken over hoe verschillende scenario's zullen en moeten verlopen. Dat zou al enorme winst zijn, vindt Van Tongeren (GroenLinks). De Boer (VVD) wil daarvoor de tijd nemen maar, net als Van Veldhoven (D66), vindt ze dat het ook niet té lang mag duren. Onafhankelijk Kamerlid Van Vliet vraagt zich af of, los van de scenario's, de NS nog wel het vervoer over de hogesnelheidslijn zou moeten verzorgen.

Een betere benutting van het spoor kan, met de Belgen

Nooit is het volwaardige vervoer tot stand gekomen dat was beoogd. Van Toorenburg wijst op het gebrek aan flexibiliteit en het feit dat "er steeds wat van afgeknabbeld" werd. Vooral internationaal moet de reiziger beter worden bediend, en dat kan samen met België, meent de commissievoorzitter. Van Veldhoven wijst op het steeds terugonderhandelen door de Belgen. De contracten waren van tevoren onvoldoende doordacht, verklaart Van Toorenburg dat. Meer dan van incompetentie was er sprake van een gebrek aan expertise over hoe je met de zuiderburen tot een gemeenschappelijk belang komt, antwoordt ze Bisschop. Smaling (SP) betwijfelt of Nederland überhaupt binnen afzienbare tijd kan rekenen op een volwaardig vervoersaanbod.

Commissie onderzocht het aanbestedingsproces feitelijk

Wat betreft de aanbestedingen heeft de commissie vooral aan waarheidsvinding gedaan en geen uitspraak gedaan over hoe het had gemoeten. Er was in elk geval geen sprake van "vals spel", aldus Van Toorenburg. Volgens Hoogland (PvdA) had de keuze op vooral financiële gronden voor treinenbouwer AnsaldoBreda niet gemaakt mogen worden. Madlener (PVV) stelt dat betrokkenen meer op hun verantwoordelijkheid hadden moeten worden aangesproken. Onafhankelijk Kamerlid Houwers vindt het onbevredigend dat minister Dijsselbloem als aandeelhouder niet openbaar is gehoord over de aanbesteding van de concessie.

Kamer moet zich sterker opstellen

Volgens de enquêtecommissie heeft de Kamer vaak het belang van de NS boven dat van de reiziger laten gaan en heeft zij daarbij dingen vaak "gewoon laten gebeuren". Volgens Van Toorenburg moet de Kamer meer "doorklieren", meer "bijten", meer haar onderzoeksmiddelen benutten en van tevoren afspreken hoe ze door de regering geïnformeerd wil worden. Van Helvert (CDA) vindt dat dat doorbijten ook al geldt voor het alternatieve vervoersaanbod dat er nu ligt. Doe dat, benadrukt Van Toorenburg, vooral ten aanzien van de aanbevelingen over de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), die vooral op papier processen keurde.

De eerste termijn van de Kamer vond plaats op 19 januari. Zij stemt op 26 januari over de ingediende motie. Op een nader te bepalen tijdstip vindt het debat met de het Fyrarapport plaats.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort

  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.